1 |
 |
“...Euüatius ad'
drefleerde, voor een Neger, toehoorende aan Jatnej
en William Robinfon te Antigua, die fig aan Boord
van de voorfz Schoener bevond ten tyde dat fy ge'
noomen wierd, welk aan hem overgegeeven was op
bevel van Capitein Mc. Culloch, die by de Gou-
verneur was toen deefe Deponent daarom verfog?»
en die delelve aan hem overgaf op het verfoek van
den Gouverneur. — Dat deefe Deponent toen den
Gouverneur bad, dat hy Capitein Mc. Culloch wil-
dé verpligten aan hem de voorfz Schoener de LaW-
rel, haar Gefchut en toebehooren, terug tegeeven»
vermits fy volürek onder het Gefchut van het Fort
op White Haak in het voorfz Eiland Sc. Euüatius»
als boven verhaald, genoomen was. — Die aan den
Deponent tot antwoord gaf, „ dat hy dan vroege?
„ fig aan hem had behooren te addrefleeren, ver-
»> mits de Ratle Snake toen gereed was om te ver-
»> trekken.” —- Waarop deefe Deponent repliceerde*
i» dat hy niet eerder geleegentheid had gehad haaf
„ te reclameeren, om dat hy aan Boord van he?
jl DCU'T...”
|
|