Your search within this document for 're-usa' resulted in 66 matching pages.
 
1

“...uitruften van ocheepen op St. Eultatius door de Americaanen, lal wel ras aan U Wel-Ed. Groot Agtbaare evident zyn, als men reguardeert, dat de Praefident Greathead felve in fijne riet1VC* ten 8eieifie van die quajï authenticqjle be- T ° Chriltophers op den 31 December 1776 aan }jeorge Germain heeft afgevaardigt, en waar van Ex- ïact door den Heer Amballadeur York aan hun Hoog Mog. is overgeleevert, ten deefen annex fub Num. 4., vol- mondig erkent, dat hoe leer hy lig niet ontfiet daar by in^i °i?- re §e,evet? van de NB. baarblykelyke adfiftentie* h.iland bt. Eultatius aan fijn Majelteits rebellcerende , eroaanen verleent; hy egtcr geen uitdrukkëlyk pofitif be- e i£t*>e'wys had gëkreegen 3 dat de Kaper (die hy even te voo- en fiy die Miffiye gelegd had dat te St. Eujlatïus was uit- gerujt) een eigen dom. was van Hollandje he Qnderdaanen ; ge* B % 1 yjfc...”
2

“...Sloep op St. Euftatius ofte van de conniventie van en ^pdergeteekenden ten dien refpetfte te haaien foude q0’ foo fy het genoeg op dit getemoigneerde van dien eorge Scott te remarqueeren, dat defelve is een Menfch, e , bet fchynt, fijn fait maakt om de Engelfchen te rnpiaceeren, ai waare het felve ten koffen der Waarheids tnmers uit de Bylaagen, ten deefen annex fub Num. 9. n. !°:> blykt by eene beëedigde Verklaaringe van Michiet ■uykers in dato u December 1776, dat de gemelde Geor- |e eenigen tyd re voren gekomen zynde in het vakhuis van hem Dykers,en aldaar vindende den Capitein fe'v CePaquetboot van Engeland naar Jamaica, tegen den *!n «adde gefegt: Myn Heer, hier zyn in dit Land eené fi™te rneenJgte Vyanden van fijn Groot- Brittannifche Maie- jteity?n de Verklaaring van JVilliam Tatterfon, in dato 10 December en beëedigt December 1776, toont aan, v .rd!e o • (jeorge Scott des daags na het neemen der ei tche Brigantyn door de Americaanfche Bark, the Bal* \vZ°rej Hero,_ v°orgaf, dat niet...”
3

“...eede beveiligt word* dat hem onbekend isdat eenig Inwoonder van dat Eiland portie of deel had in de Baltimore Hero. En dus i's uit dit laatfte evident* dat hy George Scott ten uiterilen temerair gehandeld hadde, wanneer hy eeni- gen tyd te voren praetexeerde, dat ’er foodanige meenigté Vyanden van fijne Groot-Brittannifche Majelleit op hec voornoemde Eiland was, en dat Abram van Bibber, eert Ingezeeten van het felve, Eigenaar foude zyn van de ge- melde Bark; trouwens dit is geen wonder, als men re- guardeerr, dat deefe George Scott felve onder eede er- kent fig te meermaalen aan foodanige temerariteit en abu- live verhaalen lchuldig gemaakt te hebben, gelyk te fien is op Art. 4. dier felfde Interrogatorien , daar hy agnos- ceert, dat het een abuis van hem Scott geweelt was, wan- neer hy voorgegeeven hadde hem wel bewuit te zyn, dac Abram van Bibber aan hem of iemand anders gefegt foude hebben eenige Commiffien in blanco van het Congres van Noord-America * geteekent John Hancock Praelident...”
4

“...ïng van déefe hiftoriette heeft ingewonnen? Immers daar toe tou dan geleegenheid zyn geweeft En derhalven moét t, loo de Ondergeteekende vertrouwt-, U Wël Edele 'oot Agtbaare van felve in het oog lóopen, dat de in- d!ïu v,an deeie depofitie is bezyden de waarheid, en dat I 1 eeae Van deefe geheimhouding der naamen Van die om T be^en^e Meede-Paflagiers geene andere kan zyn-, daft dera 01i Seheimhouding van hunne naamen den On- tr 8eteekenden te beletten en te praevenieeren* om con- r ar,e. Prfuve re kunnen inwinnen en produceeren; ja dee- valsheid der Verklaaring van Murray, iiraalt in de twee- J plaats te helder door, als men infier de plaats daar dee- fC ^l0et(^r|ie Americaanfe Konftapel fijne toeroeping gedaatt made bebben* en den voorgewenden inhoud dier excla- plaats was de Rheede van St. Euftatius, tér plaatfe de Baltimore Hero ten Anker lag, en in gevolge dè exclamatie felve; hier in (onder anderen) beftaande* dat ,e<"e yl°ëp de Baltimore Hero het Irfche Brigantyn op ,le ■ hoogte ,...”
5

“...( i8 ) defefve met geene mogelykheid van het Eiland St. Chr ijlo- pkers foude hebben kunnen fien; infonderheid daar de nee- ming van dat Schip volgens de Bylaagen lub Num. 8. ij. Dij. viij. ï. Art. 3. eerit fchynt gefchied te zyn tegen oj met het vallen van den avond. En dus moet uit dit alles weederom evident zyn, dat het voorgeeven van den Heer Ridder York ten deefen re- ipefle of wel de aan dien Heer gefuppediteerde informa- tien en het fchryven van den Praefident Greathead hg iel- ven e diametro contrarieeren, en dat het is abfutelyk bezy- den de waarheid, dat het Engelfch Schip door den Ame- ricaanfohen Zeerover genoomen foude zyn byna onder het bereik van het Gefchut van St. Eujïathis, en dat mitsdien de accufatie, op dat fubjeft tegen den Ondergeteekenden aangevoert, van allen fchyn, laat üaan dan grond, van waarheid is ontbloot. Ja hier van fullen U Wel-Edele Groot Agtb. ten vollen foo de Ondergeteekende vertrouwt, overtuigt moeten zyn, wanneer delelven fullen hebben nagegaan, de...”
6

“...Salut, l'oo van als aan het gemelde Schip gedaan, ook daar omtrent fal weederom, loo al niet eene variëteit, ten minüen eene on- leekerheid der Getuigen oborieeren; wanneer men reguar- deert, dat daar James Fr af en John i'Dean en John Spier verklaaren, dat het Salut door den Americaan 'gefchiedde met elf Schooten > daarentegen John Trottman met eede beveiligt heeft, dat het Americaanfche Schip het Forc Orange heeft gefalueert met dertien Schooten. Wel is waar, dat men hier op milïchien fal willen re- marqueeren, dat ja hier omtrent in die Verklaringen wel eenige differentie gevonden word, dan dat daar uit noo-- tans geene Contrariteit te haaien foude zyn, foo om dat de Getuigen lulks verklaaren na hunne befte weetenftchap , als om dat James Frafen en Conforten niet pofitive verklaa- ren, dat het Schip elf Schooten deedj maar ’er byvoegen, dat fy fulks verklaaren na hun befte geheugen; dan het is niet minder feeker, dat egter uit dit renvoy tot der Getui- gen befte wetenfchap en geheugen blykt...”
7

“...o^-ge als het ielve is gedaan, niet is gegeeven aan de 001 d- Americaanlche Flag, foodanig dat het fekve emporteeren joude of' ook daar uit wettig geinfereeH foude kunnen wor- re ,r 1 3-0 -n H('°g Mog., te vinden by hoogft der felver elolutie, in dato xt Maart 1777, waar by hun Hoog Mog. exprellelyk des advoueeren alle daaden en eerbewy- lngen, welke door hunne Officieren en Bedienden omtrent Fr beheepen der Noord-Americaanfche Colonien van fijne löot-idi-jttanmlehe Majefteit gepleegt of gegeeven fouden gen worden, foo verre die daaden en eerbewyjïngen fouden rno'nn imtorteeretij of daar uit wettig geinfereert 1 foude kun- nen worden, eenige de minfle erkentenis van de...”
8

“... aan de Noord-Americaanfche Vlagge eenige eere foude zyn aan- gedaan, veel min nog dat daar uit wettig geinfereert fou- de kunnen worden eenige erkenteniffe van independence of fouverainiteit der Noord-Americaanlehe Colonien. Aangaande nu het laatfie of generaale requifit het vvelkd hun Hoog Mog. van den Ondergeteekendeh hebben gelie- ven af te vorderen, om namentlyk behoorlyke informaden te geeven van al het geen geduurende des Ondergeteeken- dens Commandement op het Eiland Sr. Eullatius, met re* latie tot de Americaanfche Colonien en der lëlver Schee- pen, foude moogen zyn gepafl'eert en ter fijner kennifTe go • : - koo*...”
9

“...( .30 ) Vaartuigen, daar op te Ichieten onder hec bereik van ge- melde Gefchut, en defeive te verpügten by te draayen, om je te viiiteereh, en dus de Commercie re üremmen; hec welk foo ver ieifs gegaan is, dat dé gearmeerde Chaloupen van gemelde Oorlog- of Jagtfcheepen, lomtyds in de nagt op de Rheede ten Anker leggende, andermaal weederom voor de gemelde Rheede in de nagt blyvende kruiden » tulTchen en rond de Vaartuigen en Scheepen in gemelde Rheede ten Anker leggende gints en herwaards roeiden ; ióo als aan de Inwooners en Equipagien van de toen ter tyd op gemelde Rheede ten Anker leggende Scheepen en Vaartuigen volkoomen bekend is; hy fig egter heeft ver- genoegt met fulks maar met één woord aan te roeren in leekere Brief aan den Heer Admiraal James Young, in dato den 19 December 1776, waar van door den Onder- geteekenden alreeds de Copie aan U Wel-Edele Groot Agtbaare is gefonden als Bylaage fub Litt. F. by lijn Brief van den 28 January 1777, en waar van weederom Copie hier annex,...”
10

“...t ^4 ) fpofctend Adres, welk gemelde Heer Admiraal góedvónd aan fijn voor 1 ge Miffive den Ondergeteekenden, ten ant- woorde op de reclame vati voorengemelde Zeeuwfiche Schee- pen toegefonden, re hegten, met den Ondergeteekenden te tituleeren in het Engelfch: his Excellency Myn Heer de Graaf, en dat nret alleen onder in den Brief i lie Bylaagè No. i«.) maar felfs in het Adres op het Couvert; kunnen- de de Ondergeteekende niet tïalaaten op een beleefde wyf'e fig daar over geindigneert te roonen, wei weelende dat men iulks gewoon is in de Engelfche Ta.de by weeee’ van rediculireering en befpottinge aan de Hollandfche Natie re doem; maar teffens te regt denkende, dat ioodanige laaee en disrefpeélueufe befpottinge in Brieven van foo een fe* rieufe aard, als die over Nationaale faaken gefchreeven wor- den, en onder de Oogen van iouveraine Mogendheedeö •kunnen of moeten koomen, gantich niet te pas koomen; iweemende eerder na exprefiien* die in Theatrifche inter- ludes gebruikt worden, dan na...”
11

“...Prtefident van het Eyland St. Chriltof- fel , in pro tempore ^ Commandant en Chef van fijn Groot- Brittannifche Majefieits beneeden Charaibifche Eylanden, aan den Ondergeteeken, in dato den i6 December 1776 ten deefen Annex fub Nutn. 3, foude gefchreeven hebben* ten Replicque op des Ondergeteekendens Antwoord van den Z3 der fe ver maand, ten deefen annex fub Nura. aan den gemelden Heer toegefonden. Hier over was de Ondergeteekende niet weinig verwon- dert, alfoo by na waarheid kan verklaaren de gemelde Re- plicque van den Praefident nooit te hebben ontfangen en ook niets van defelve geweeten te hebben, voor dat de Ondergeteekende Copie-Translaat van de Copie van defelve (foo als vooren gemeld is) onifing. Ondertuiïchen ontftond ’er in het gemoed van den On- dergeteekenden natuurlyk deefe bedenkingen; dat, vermits hy alreeds Copyen van al her gepafleerde tufl'chen den On- dergetekenden en den Britfche Bevelhebbers, foo Brieven als Bylaagen (foo ver de Ondergeteekende deielve magng was) aan U Wel-Edele...”
12

“...T Gou‘ gemelde Gouverneur lijn ExcefemfeeenV u*?* n* dat geene re Tortola gebeurt uas seLden h^^^31,van heC dende dat hy die Lk otn advis, hoe fig ’er in re oeriro-arrE-. oc;ureur'Generaal feKCulpeerende van delay of weigering van^eft Cl£ en betwiftende eene infinuatie if het§flot va? t coupabe/e*Ve 7^ •er byvoegende dat hy,»« ookde o„d',en bcfluite tttwsw r7sw^ Brief van fijn Excellentie, begeleidendeTw uJn een vis van den Heer Procureuf-Gener^f TTnP Van ^et Ad” lbo als blykr uit ByJaage No. 4t. ‘ Thümas Warner, Welke beiden hier op uit komen ,w > voor gemelde Kooplieden was. Den Brieffdftf™ tedre!! ge Remarques over meereemeld» M • e s evar «ni- Brief en Advis) zyn Zs^g't^ZT’beide Re”ar“ ««ate) dat nle,J dee^...”
13

“...wel- 'en er geen Inwooner op St. Euftadus exifteerde of ooit geexifteert heeft, immers nooit op de Burger-Lyft of Naam- rol is geweeft) en deHeeren Lifteren Godet, ten dien einde aan den Ondergeteekenden influitende Copie van feekere Interrogatorien of liever Refponfiven, beëedigt voor het H?nf^e«Armi/ailteitS te AmiSua’ en door feekeren Zn SLbr* (a we^eroDm ,cen Kapergaft) als Stuurman aan Booid van gemelde Bark Chriftiana genavipeert heb- bende, gedaan; waar uit, en principaalyk uit desfelfs Re- fponfiven op de feevende, twaalfde en twindgfte Interro- gatorien j welke Interrogatorien of Vraagpointen egter (om we ke reedenen weet den Ondergeteekende niet) in ge- melde (Jopie met te vinden zyn, het confteere foude, dat gemelde Peifoonen betigt waaren, dat fy fig daar aan fou- den hebben fchuldig gemaakt, f0o als verder blykt uit Bylaage Num. 43. * Offchoon nu deefe beëedigde Verklaaringe op Interro- gatorien van gemelden Rofs al weederom niet alleen dooi* een Kapergaft gegeeven was, maar...”
14

“...klagten tegens fijn Perfoon onderhouden te worden) vóór lig te verfchynen, en lag hem de befchuldiging voor*, met hyvoeginge dat, indien hy lig daar van niet fuiveren of behoorlyk uitfluitfel van deefe faak» waar meede hy etl de anderen voorengenoemde betigt wierden, geeven koh, de Ondergeteekenden 1'ulks ten rigoureullen foude firaffen % waar op gemelde Lelter in fubftantie, volgens het geen hy daar na voor den Raad komende geoffereert heeft te be- eedigen en pok beëedigt heeft, den Ondergeteekenden re*, lateerde, welke betrekking hy felve, en insgelyks Godet tot gemelde Capitein White of de Bark Chrilliana gehad hadde; welke geenfmts was om den lëlven eenig Kruit of Ammunitie van Oorlog te fourneeren, veel minder den fel* ve te equipeeren (zynde den Capitein meelter gebleevert van te ageeren met die Bark, fóo als hem goeddagt, Ver- mits Godet hadde geweigert de Confignatie daar van te accepteeren) maar alleen om de Koopmanfchappen» welke gemelde Bark aan fijn Confignatie meede gebragt hadde...”
15

“...Alhoewel tvu uit dit door den Ondergeteekenden aan den meergemelde Heer Generaal Burt gefonden verilag van -de gefchaapenheid van faakcn, betrekkelyk tot des Onder- geteekendens onderfoek omtrent de laatffgemelde klagten weegens de Bark Chriffiana, een ieder onbevooroordeeld Perioon moet overtuigt zyn, dat de Ondergeteekende vol' gens de gefonde reede, het regt en de equiteit, ioo- lang by geen verder bewys in handen kreeg, niet anders hadde kunnen handelen; l‘oo was egter fijne Excellentie loo ver re van daar meede te vreeden te zyn, dat hy niet ontfag om aan den Ondergeteekenden eene feer onordentelyke Brief, in dato den zo October 1777, ten antwoorde toe te fenden: fie Bylaage Num. 14Z. En fchoon de onbe- itaanbaare inhoud van deeïen Brief de vivaciteit van het lankmoedigste Ménfch ten toppunt foude hebben doen Üei- geren, foo veikoos de Ondergeteekende egter, om dat lijn Excellentie geene verdere bewyfen aan den Ondergetee- kenden ter llaavinge van meergemelde klagten w-eegens de Bark Chriüiana...”
16

“...teekendens reclame daar van, en fijn verbod daar omtrent aan den Heer Chalwell ; de maniere waar op dit gedaan was, was, foo de Ondergeteekende vertrouwt, feér on- heufch, want het Bond nog aan fijn Excellentie, noc* aan den Ondergeteekenden, om te decideeren, of de gemelde Brigantyn veiliger te Tortola dan te St. Eufiatius was: dat u7as een faak, die de Eygenaaren of der felver Agenten, te St. Eufiatius zynde, aanging, en die fig by den Onder- geteekenden addrefleerden, met expres verfoek, ©m van <re- meJde Heer Generaal gemelde Brigantyn te reclameert, op dat defelve weeder op de Rheede te St. Eufiatius mogte gebragt worden; om te voldoen aara het oogmerk en het interefl van de Eygenaaren, welke was, om St. Eufiatius aan te doen en niet Tortola ; welk oogmerk en interefl niet konde behartigt worden, fonder een refiitutie van de Brigantyn, en fonder dat defelve weeder op St. Eufiatius gebragt wierde: hadden de Agenten liever, na het geval van de Piratifche wegneeming van de Brigantyn, verkoo-...”
17

“...drenge GeefTelingen, en alle eeuwig gebannen uit St. Eudatius en onderhoorige Eilan- den. 0 Daar gebeurde wéederom eene Biraterye of geweldige wegvoeringe van een Vaartuig uit de Rheede van St. Eu- Itatius, welke den Ondergeteekenden verpligte, fig wee- derom met klagten aan het Engelfche Gouvernement te addrefléeren. Het geval was kortelyk dit: Een ongewaapende Amerb caanfche Bark, genaarnt Welcome, Schipper Benjamin Tue- ker, van Zuid-Carolina gekoomen en in de voornoemde Rheede leggende om aldaar re negotieeren, wierd door een gedeelte van de Equipagie van het felve, in abfentie van den Schipper, op den 20 Oélooer 1777, des avonds otn" trent feeven uuren, uit de meergemelde Rheede geweld'' ger hand weggevoert en te Tortola ingebragt; hier op ichreef de Ondergeteekende in dato den 29 der felv£f maand aan gemelde Heer Generaal, lijn Excellentie ken- mile geevende van het gebeurde* met verfoek van redituttf Van het Vaartuig en apprehenfie van de Delinquanten, or* defelve na verdiende over het...”
18

“...( «8 ) vrye onafhankelyfcheid van de Havens van den Staat, op ^ rr fcni8e ^ationaale faaken aan te neemen als doo* het Kanaal van de Ondergcteekenden, als Opperhoofd dd eelulter metteScnftaande ^Iks aan fijn EdP nooit doo* eemge Gouverneurs van vreemde Mogendheeden te vo0' ren gevveigeit was, foo als nader blykc uit gemelde Byla»' Hier op oordeelde de Ondergeteekende nodig fom wC' derom een onnodige dispuit over de formaliteit en eticiuet' re met gemelde Heer Generaal te vermyden) om fe\k % faak in handen te neemen, en fchreef ten dien einde aan he? ?eer, Gener,aa Burt» 1 j dato den 4 December 17771 het geval ampel genoeg detailleerende, en verfoekenctf relbtuue van gemelde Schoener en behoorlyke voor deefe veriche blyk van de herhaalde infultes en in' igniteiten, door de Engelfche Commiflievaarders aan de a§ Cn i3(Juverain'teit van de Havens van hun Hoog Mo' Num£ 8teP Cegt ’ &C’ l0° ah nader blykt uit B^laage Waar by den Ondergeteekende voegde behoorlvke Ver hrenngNum7rS8 deefe«W’ fo°...”
19

“... in hoe verre de befchüldigde Heeren in deefen te accufeeien zyn; r.ecmende hy alleeniyk nog de vryheid om hier by te voegen-, dat fchoon ’er van de kant der Engelfchen met eenig regt geohjioieert foude kunnen wor- den, dat de Heer Commandeur van Sr. Martin, feJfs opj de beede van den Capitein van de Prys, den fel ven niet hadde moeten laaten in de Haven vernagtcn; egter de Be- vvy len, wegens aile de verfvvaarende omltandigheeden door j Alloway en fijne mede Proteftanten opgegeeven, in faveu- re van de beide narré en van de Heeren Commandeur en Secretaris van St. Martin, Proponderanten grootelyks juiti- ficeerende zyn. Egter was de Heer Generaal foo ver van te vreeden te zyn met des Heer Commandeurs van Sr. Martin gemelde juftificeerende Brief, aan fijn Excellentie geichreeven en met de gemelde Verklaringen tot ophel- deringe van omltandigheeden van het geheele geval teftenS gefonden; dat fijn Excellentie ter contrarie in dato den 2,3 Maart 1778 (foo als blykt uit Bylaage No. ny) feeC...”
20

“...dat de Havens onder des Ondergetekendens Gouver- nement vry en open fouden zyn voor Amerieaanfche Roo- vtrs en Piraaten (fonder egter van deefe laatfle gefegdens eenige iuffifante Bewyfen te hebben of te kunnen produ- ceeren) en hebbende de Ondergetekende, foo als hy fig durft beroemen, altoos, voor foo ver fijne kennifle en magt gongen, deefe vryheid der Havens voor eenigerleye Roo- vers getragt te beletten, en eindelyk quanswys, om niet geheel en al fig felven doof aan klagten van die natuur re toonen, ’er by voegende; dat lijn Excellentie egter foude navorfchen* of moogelyk foodanig Vaartuig onder fijn Gou- vernement mogte ingebragt worden; wanneer hy fou too- nen, dat hy fonder lubierfuges redres wilde verleenen; en belluitende met een beklaaginge dat fijn Excellentie geen redres van den Ondergetekenden ontfangen had in diffe- rente gevallen van klagten;1 aanhaaiende die teegens den Commandeur en Secretaris van St. Martin (waar omtrent egter de Ondergetekende al lang de voornoemde Stukken...”