| 1 |
 |
“...om de goede har-
monie en verbandhouding tubchen de refpedive
Gouvernementen en Onderdanen van de liritfche en
Nederlandlche Natten te bevorderen; foo vertrouw
ik meede, dat U Excellentie van fijn kant bevel fal
geeven aan de Commandanten van de Öcheepen
onder fijn gefag, fig te wagten van eenige vyan e-
lykheeden of inbreuken in de Wet der Natiën, on-
der het bereik van het Gefchut van dit Eiland te
begaan, welk voormaals geleegcntheid heeft gegeven
tot herhaalde klagten, alfoo ik my verpligt laT ree-
kenen, van myn kant, over te fenden (.gelyk leeds
gedaan heb) naauwkeürig berigten * van alle, ielfs
de minbe ombandigheeden, welke van tyd tot tyd
mogen voorvarllen, en op eenigerley wyle myne
Heeren en Meebers mogen concerneeren daar van
onderrigr te zyn.
Ik heb de eer te verblyvétl,
Myn Heer ,
U Excellenties gehoorfaambe
en onderdanigbe Dienaar.
Was geteekenr,
'Johannes de Graaf*
P. S. Deefe Haven heeft altoos ge-
maakt, en maakt nog, een on-
derfcheid tubchen Koopvaardye
of particuliere...”
|
|
