Your search within this document for 'het' resulted in 342 matching pages.
 
1

“...February 1777 aan noog Mogende overgeleevert, als meede van al het geen ge- uurende fijn Commandement op het Eyland St. Euftatius , met e ane tot de Aroericaanfche Colonien , en der felver Scheepen oude nu)gen zyn gepafleert, en ter fijner kennifle gekomen, fijne omtrent: U ^draS v°or U Hoog Mog. open te leggen , en waar den «on D HooS Mog. hebben goedgevonden, dat fulks in han- j * Keprafentant en Bewindhebbefen loude gefchieden, om o vjan. aan H Hoog Mog. berigt te doen toekomen. 0 nebben wy gemelde Commandeur voorgelegt de Pointen, waar by de voorfz befchuldigingen van den Heer Ridder Yorke z.yn vervat. Flier inne beftaande, te weeten: 1 Dat gemelde Commandeur oogluikende foude hebben toegelaaten, dat de Americaanen op St. EuÜatius Scheepen hebben uitgeruft. z Dat defelve foude hebben toegelaaten het neemen van een Engellch Schip door een Americaanfche Zeerover, by- ^aln °l\der ^et Gefchut van het Eyland St. Euftatius. Dat defelve het falut foude weederom gegeeven hebben aan de Americaanfche...”
2

“...hel 0DS *yn ttog» Terwyl wy teftens de vryheid gebruiken den felve Comman- deur in de hooge proteélie van Ü Hoog Mog. favorable vooï ^ draagen, met twyfïelende of ü Hoog Mogende fullen rneede, leéjuie en examinatie van voorfz Deduftie en Bylaagen, van het onichuldig en behoorlyk gedrag van den felven Commandeur vol! komen geconvingeert zyn, en dienvolgens fijn gehoüdene condm'tf» met hoogrt der felver approbatie vereeren , en voorts loo als bdh^rln MOg‘ “ der WVe h°°ge WyShdd MenTrmeln» ïe Boot Mognde Ban», wy deefe befluitende, God AlmaLiTwd- den, U Hoog Mog. Illufire Perfoonen en loffelyke Regeerin<*e meer en meer te willen zeegenen en voorfpoedig ^akenT^ inmiddels met hehoorlyk refpetf. 6 * yven Onder Itond* U Hoog Mogende feer dienftwillige en onderdanige Dienaaren, De Repraefentant van fijn Door- lugtige Hoogheid en Bewind- hebberen van de geoflroyeerde % n j W eltindifche Compagnie ter den“"t Pr®ddia!e^Kamer ^Amücrdam. *779- J- Bicker. T. Warm. m ¥)E~...”
3

“...Mogende He eren Staat en Generaal der vereenigde Neder- landen ^ 'overgeleevert in dato 21 Fe- bruary 1777 j tegen hem zyn ingebraot; als in genere van het gunt j geduurende zyn Commandement op het voonoemde Eyland St. Eftatius, met relatie tot de Slmericaanfchc Colonien en der [elver Scheepen is gepajjeert en ter fijner ken- niffe gekomen. Edele en Groot Agtbarè Heer en! QElyk de Ondergetekende, die in den Poft, met wel» ken hy bekleed is, altoos met allen emit getragr heeft “8 te bevlytigen, om de goede verftandhouding, welke tuftchen hun Hoog Mog. de Heeren Staaten Generaal en net Hof van Groot-Brittannien plaats hadde * te doen bé» ltendig blyveti en daarentegen te voorkomen alles, wat de- lelve rnaar eenigfints foude kunnen ftremmen, ten hoogften gelurpreneert was, wanneer hy uit feekere IVliffivej herti door den rrdïftdent van het Eyland Sr. Chriftop’ners, mee naame Craifter Greathead, in dato 17 December 1776 toe- gefonden, en ten deefen annex onder Num. 4, Vernam, dat defelve daar...”
4

“...fijne MLjeiteits vreedfaame en getrouwe Onderdanen; maar ook dat hy kan goedvinden, om by de gemelde Miffive pretenfelyk op de autenticqfte berigten, die hy voorgaf in handen te hebben, foo met relatie tot het laaten neemen van een Engelfch Vaartuig by na onder het bereik van het Gefchnt van St. Euftatïus> als met be- trekking tot het falueeren der Americaanfche Vlaggen, en het laaten inneemen van eene Laading' Buskruit en andere Oorlogsbehoeftens ten gebruike van de Americaanfche Ar- mée, te avanceeren foodanige befchuldigingen, welken den Ondergeteekenden meer van naby en in fijn Perfoon en Charafter concerneerden en beleedigden; Soo is de Ondergeteekende althans met geene mindere bevreemding aangedaan geweeft, wanneer hem uit het Ex- traét der Refolutien van hun Hoog Mogende, het welk U Wel-Edele Groot Agtb. hem hebben gelieven te doen toe- komen, mitsgaders uit de Copie der Memorie van den Heer Ridder York, in dato u February 1777, te vooren quam, dat gemelde Heer Ambaftadeur York fig...”
5

“...opligte van den Ondergetee- kende heeft beklaagt, en welken hier op uitkomen, te weer en: I» Dat de Ondergeteekende oogluikende Jonde hebben toegelaaten } dat de Amencaanen op St. Euftatiut Schoe- pen hebben uitgeruft. 11. 'Dat de Ondergeteekende foude hebben toegelaaten het neemen van een Engelfch Schip door eenen Ame- ricaanfchen Zeeroover, byna onder het Gejcbut van ftjn Eyland. UI. Dat de Ondergeteekende het Saint foude weedcrom gegeeven hebben aan de Americaanfche Vlag3 door de Fortres van ftjn Gouvernement. Hebbende U Wel-Edele Groot Agtb. daar by voorts nog te kennen gegeeven, dat hun Hoog Mog. requireer- den, IV. Dat de Ondergeteekende foude geeven behoorlyke informatien van al het geen geduurende fijn Commande- ment op het Eyland St. Eufttatius, met relatie tot de Americaanfche Colonien en der felver Scheepen foude mogen zyn gepajfeert en ter fijner kenniffe gekomens , en zvn gehouden gedrag voor hun Hoog Mog. open te leggen. Ten einde nu de Ondergeteekende aan de altoos geëer- biedigde...”
6

“...n- den berulten en door hem aan U Edele Groot Agtbaare fullen worden gefuppediteert. Sullende de Ondergeteekende wyders in de tweede plaats aan U Edele Groot Agtbaare geeven die informatien wel- ken door nun Hoog Mog. ten opjigte van fijn gehouden ge- drag geduurende fijn Qommandement op het Eiland St. Eu- ftatius, zyn gevordert geworden. A. Betreffende de pointen van beklag door den Heer Ridder York tegen den Ondergeceekenden ingebragt, en wel 1. ^Dat de Ondergeteekende oogluikende foude héblen toe- gelaaten dat de Americaanen op St. Euflatius Schee- pen /ouden hebben uit geruft. Men neeme den Ondergeteekenden (die opgronden van eene gefonde redeneerkunde, overeenkomllig met de eerfte principe van het regt en de billykheid, vermeent te moo- gen beweeren, dat iemand, die iets fteld, fijn gepofeerde bewylen moet, vooral dan, wanneer daar by een ander be- ïchuldigel tyord van ongeoorloofde en ftrafbaare handelin- gen, handelingen van dien aart, dat fe, met de waarheid conform bevonden wordende...”
7

“...qualyk, dat hy'in deefèfi* daar 1Y van /ijne onl'chuld overtuigt en fig felven geenes quaats new uit is, op dit hem competeerend voorregt infteere, en range: waar is het bewys van foodanige comiventie3 als mfen hem te lalde legt? waar is de probatie, dat hy immer °r ooit oogluikends het equipeeren of uitruilen van Schee- pt11 op St, Eultatius door de Americaanen foude hebben toe- gelasten} En hy vertrouwt met alle fiducie, dat U Edele ^root Agtbaare by de infpeciie en het examen foo van de jjrieven van den Prselident Greathead, als van de verdere «ylaagen, die de Heer Ridder York, ten betoge quaji\an fijn beklag, aan hun Hoog Mog. heeft ingeleevert* over- ru'gd ful’en zyn, dat nog in die Brieven 3 nog in de ver der è üylaagen eenige de mir.lte fchyn van bewys van dit eerlte point van beklag gevonden kan worden, en dat het felve enkel gegrond is op een voorgeeven van dien Praefident, vooitgefprooten of uit eene verregaande quaadwilligheid of uu. Verkeerde informatiem Immers de Brieven van...”
8

“...foo wel, als het ttuk van de quafi dagelyksche onbepaalde Commercie tuilchen de Noord-Americaanen en St. Euftatius een louter figment, gedettitueert van alle liquide en voldoende bewys, en al- leenlyk beruftende op het voorgeeven van den eenen of anderen ten reguarde van den Ondergeteekenden qualyk Geintentioneerden; en de Ondergeteekende vermeent te mogen vaftftellen, dat al was ’er niet anders ter fijner ver- deediging te allegeeren dan deefe fchriftelyke erkentenis van den Praefident Greathead, even daar door de illiquidi- teit der befchuldiging van den Heer Ridder York op dit fubjeft voldongen foude zyn. Ja, Edele Groot Agtbaare Heeren, Wat kan ’er tterker preuve worden geluppediteert ten betooge, dat de befchuldiging, (als of de Ondergetee- kende het uitruilen der Scheepen door de Americaanen op St. Euftatius foude hebben toegelaatenj en omtrent het equi- peeren der felven op dat Eiland conniventie foude hebben gepleegt) immers ten lafe van den Ondergeteekenden of het Gouvernementj...”
9

“...? en dus Q dC Dndergcteekende, foo hy vertrouwt, met regt vraa- ö ), en moet lig te gelyk verwonderen, hoe die Praefident , b «o ongelyk en tegenrtrydig zyn kan, om, daar adv°oeeft geene diergelyke befchuldiging teven het Got> 'trnemcnt te hebban, of by fijn Brief te hebben willen in- lueeren, egter naderhand desweegens bepaaldelyk klaetié Lord rn’ by A°rd George Germaine, gelyk meede hoe Germa,n?' en de Heer Ridder York, die dit ,teJV.k adveu van den voornoemden Praefident in han- Drateftf??’ Cn fdfs als een Bylaagc tot Soutien hunner Sr vn e k,agten van employ maaken, in het idéé gevallen vanA3nj de beschuldiging van dien Praefident ten lade lioofn Dndergeteekenden, die immers als Gouverneur het dij!r VaU het naar des het oor te leenen, en hem by hun Hoog de Prto?jhtt gf^ig^K van dien % lel ven tegenfprèeken- te HpH 'ij Greathéad met geadvoueerde onwaarheeden, foude hlu ’ cv[en aIs of hy ten dicn conniventie ook tlhebbfn gebruikt, Dog de...”
10

“...ook die de pofitie geenfints probeeren kan het eerjle ToinPt der klagten van den Heer York ten lalte van den ondergeteekenden, als of hy namelyk oogluikende het uitruften van Scheepen door Noord-Americanen op Sr. Euftatius foude hebben toegelaaten; om reede, dat het by die verklaaring gedepofeerde enkel beruft op het (inguliere getuigenis van eenen Getuige, een Jongeling van feevemien jaaren oj daar omtrent, een getuigenis gegeeven fonder eeni- ge de minfte reede van weet enfchap j fteunende op de giffing of op het geloof van den Depofant, een geloof, dat gee- nen anderen grond heeft dan het hooren feggen van der- dens, en het welke getrokken is uit het geen de Depo- fant (fonder te leggen van wien) quali aan Boord van het Brigantyn foude hebben kunnen verf aan. Waar by nog komt, dat* al ware het dat dit finguliere getuigenis genoegfaame gronden van feekerheid hadde en Itrekken konde tot volkomen probatie van het daar by ge- temoigneerde, het felve dan egter niets ter faake doert foude...”
11

“...van St* Eultatius by continuatie genoten hadden alle teekenen van ®oderüand en belchermingi en als of men het Schip, de ■Andrew ’Doria, gepermitteerc hadde een Laading Buskruit fn andere Oorlogsbehoeftens en Provifien te Sr* Sufiatius 111 te neemen tot gebruik van de Americaanfche Armee) Wel verre van te heruiten op de authenttcqfte berigten, tet contrarie gepraetexeert is fonder eenig het minde bewys, cn dat het derhalven eene aller ingratieulte en honende lae- *je is» wanneer die Praelident licentieus genoeg is» om by de Midive te fchryven, dat bet tot fehendtfig van alle pu- bltcque trouw en nationaal1: eer 3 voor eene Hollandfche Co- lonie foude zyn over gebit even j om de geadvoueerde Meede- Jtanders te zyn van verraderye en Bevorderaars van de Zee- rover ye der Americanen. net daat dan, foo de ondergeteekende vertrouwt valt* dit Poinét van bd'chuldiging is onbeweefen; dan het y hem daarenboven nog, hoe feer ongehouden, egter ten overvloede gepermitteert U Wel-Edele Gr. Agtbaare te...”
12

“...( 12. ) felfs het genoegen heeft gehad daar omtrent door de En- gelfche Bevelhebbers geloueert te zyn, naar waarheid op 'de plegtigfte wyfe aan U Wel-Edele Gr. Agthaare verfee- keren, dat hy nimmer heeft toegelaaten of gcconniveert, dat het Schip de Andrew 'Noria foodanige Laading heeft ingenoomen, en dat, foo aan het felve iets, het zy van Buskruit, Oorlogsbehoeftens of andere Provitién voor de de Americaanfche Armee mogte zyn geleevert of door het felve ingenoomen (dan waar van niets het mifille confleert of beweden is) fulks is gefchied fonder des ondergetee- kendens kennis en medeweeten, en fonder dat de csnder- geteekende daar in eenig het minfte aandeel of irUereft heeft gehad; moetende de ondergeteekende buiten twyffel in dat lijn Declaratoir en Adfirmatie gelooft worden, daar ’er van het contrarie niets ter probatie onder de Bylaagen van den Heer York is overgelegt. En voor foo verre concerneert het Schip the Baltimore Heroj en het voorgeeven, dat het felve te Sr. Euftatius foude...”
13

“...( is ) bekent, dat een eenig Inwooner van het Eiland St. Èujla* ttus ïn eenig Vaartuig, met Commiflie van Noord-Ameri- ca vaarende, eenige portie of aandeel had. hoe feer Robert Boyd by Num. 8. v. I. Art r. av°ueert,dat twee Matroofen verteld hadden, dat de Doc- f°r van de Sloep, die de Brigantyn genoomen hadde, fou- de geiegt hebben, dat de helft van de gemelde Sloep op ket Eiland St. Euftatius toebehoorde, ioo fal het geene adüruftie nodig hebben om U Wel-Edele Gr. Agtbaare Je doen fien, dat die vertelling der Matroofen geene pro* batie kan opleeveren; foo, om dat die Matroofen* als zyn* de van de Equipagie van de genoómen Brigantyn, geen- lints geconfidei eert kunnen worden neutraal te zyn, als ooi dat die vertelling beruft op het hooren /eggen van den Doo tor die daar van meege geéne de minfte reede van feeker• hetd alle geert j eene vertelling in vago en fonder eenige be- paalde defïonatiebuiten en behalven dat, al was het waar gewceft gat ^ hejfte dier Sloep aan Ingezeetenen van Sh...”
14

“...defelve William Aull by Art. 1. van Bylaagé Mum. 8. ij; /. met eede verklaart* dat hem door Abram van Bibber nimmer foodanige offerte is gedaan3 en het alloO niet waar zyn kan , dat hy Aull fulks aan Scott gelegt lou- de hebben. ................# Hier meede nu aangeroond hebbende de illiquiditeit eri direéie onwaarheid van het eerfte Toïnlt der klagten van den Heer Ridder York, als of de Ondergeteekende oog- luikende foude hebben toegelaaten het uitruilen van Schee- pen door de Americanen op St. Eullatius; fal de Onder- geteekende toetreeden tot een onderteek van het volgende tweede Tomtit. z. Dit tweede point van het beklag befiaat hier in, dat de Ondergeteekende foude hebben toegelaaten het neemett van een Engelfcb Schip door eeneit Amcricaanfchen Zeerover> byna onder het Gefchut van fijn Eiland. Alvoorens te betogen de ongenoegfaamheid der bewy- fen, die tot praetenfe probatie van deele beichuldiging in de Bylaagen, door voornoemde Heer York aan hun Hoog Mo- gende overgeleevert, te vinden...”
15

“...alfoo foude kunnen vraagen, waarom hy felve dan ook niet die nee- J^mg belet hadde; dan wiens antwoord daar omtrent fee- kerlyk leer gereed en voldoende foude zyn geweeft , te weeten, dat de neeming van het Ierlch Schip door den Americaan niet gefchied was Onder het dadelyk bereik van *set Geiehut van St. ChriÜophers (het Eiland, waar van *?en quafi de neeming had gefien) en dat hy defelve even aarom niet hadde kunnen‘beletten. Dan het zy den Ondergeteekenden gegünt; het bewys, het welk de Heer Ridder York by fijne Memorie in dato 11 February 1777 ter probaue van deefe prmtenfe neeming van het Engelfch Schip byna onder het bereik van het Ge- lchut van St. EuÜatius, aan hun Hoog Mog. heeft over- geleevert, wat meer van naby te befchouvven ên deüelfs opvoldoentheid by de Stikken aan te tponen. Het eenige ocument, daar tde dienende, is eene Verklaring van ee teren Matthews Murray 3 Gentleman van St. Chriüo- P * ,v°or Hen Schildknaap John Stanly aldaar gepafleert en beeedigr, in dato 9 December...”
16

“...( ïó ) biet ‘wéét; dat eéft van die tWèe voornoemde Vreemdelin- gen hem en het Gefelfchap aan Boofd informeerde, dat hy een Noord-Americaan was; &c. verklaafende die Mat- thews Murray verders, dat by hun aankomii op de Rhee» de van St. Eufiatius, en komende aan de zyde van een Sloep, aldaar ten Anker liggende, het Volk van gemelde Sloep quam toeloopen, en met den bovengemelde Vreem- deling fpraaken, welke daar op overluid aan den Depofant en fijne NB. twee Meede-Tajfagiers toeriep: Nu moogt gy allen weeten, wie ik ben. Ik ben Konfiapel van deefe Sloep > fy is een Amertcaanfche Kaper 3 genaamt de Baltimore He- ro> en is die geene, welke e enige daagen gelee den op deefe hoogte het lerfche Brigt genoomen heeft 3 (3c. Dog U Wel-Edele Gr. Agtbaare gelieven te remarquee-' ren dat deefe Bylaagen lub Num. n. al Weederom niets opereéren kan ter probatie van dit tweede Poind van be- fchuldiging ten lafie van den Ondergeteekenden, als men in aanfchouw neemt. a. Dat deefe depofitïe al weederom niets...”
17

“...van St. Euilatius {op welker hoogte de prseterifé eeming, en wel Nb. byna onder hei bereik Van het Ge- P rut yan St. Euftatius, gefchied foude zyn) in haare leg- , ^.*? aan de wefi'£yde van het Eiland St. Euftatius* en p, minften tien a elf Engeliche mylen van het Eiland St. vmnitophers; dan fpreekt het van felye, dat* foo de heé- ming gefchied ware op de hoogte der Rheedey en Wel byna onder het bereik van het Gefchut van St. Eufatius> men E dé-...”
18

“...( i8 ) defefve met geene mogelykheid van het Eiland St. Chr ijlo- pkers foude hebben kunnen fien; infonderheid daar de nee- ming van dat Schip volgens de Bylaagen lub Num. 8. ij. Dij. viij. ï. Art. 3. eerit fchynt gefchied te zyn tegen oj met het vallen van den avond. En dus moet uit dit alles weederom evident zyn, dat het voorgeeven van den Heer Ridder York ten deefen re- ipefle of wel de aan dien Heer gefuppediteerde informa- tien en het fchryven van den Praefident Greathead hg iel- ven e diametro contrarieeren, en dat het is abfutelyk bezy- den de waarheid, dat het Engelfch Schip door den Ame- ricaanfohen Zeerover genoomen foude zyn byna onder het bereik van het Gefchut van St. Eujïathis, en dat mitsdien de accufatie, op dat fubjeft tegen den Ondergeteekenden aangevoert, van allen fchyn, laat üaan dan grond, van waarheid is ontbloot. Ja hier van fullen U Wel-Edele Groot Agtb. ten vollen foo de Ondergeteekende vertrouwt, overtuigt moeten zyn, wanneer delelven fullen hebben nagegaan, de...”
19

“...dat die neeming by na onder het Gefchut van St. Euliatius gefchied foude xyn; maar dat het daarenboven, loo al niet feeker, im- mers aHerwaarfehynelykft is, dat, by aldien die neeming geichied waare byna onder het bereik van het Gefchut van dat Eiland, en dus in die nabyhcid en op foodanigen tyd en plaats, dat men defelve van dat Eiland foude hebben kun- nen beichouwen (het geen onderfteld moet worden mo- gelyk geweeft te zyn, indien men den Ondergeteekenden met eenigen fchyn befchuldigen wil) dan ook de een of ander dier getuigen wel iets van deefe neeming gefien fou- de hebben; dan het welk ter deefen geen plaats heeft ge- had en door hen allen onder eede word ontkend, felfs ook door die geenen, welken erkennen eenige Scheepen van de Wal gefien te hebben. En de waarheid en goede trouw van deefe onkentenis, foo wel als de volftrelue onwaarheid en quaade trouw van het voorgeeven, dat de Ondergeteekende fouden hebben toege!aaten, dat de Americaanfche Zeerover het Engelfch Schip foude hebben...”
20

“...io ) Hoög Mog. en het Hof Van Groot-Brittar.nien fubfi(leer- de, te dremmen, en, foo mogelyk, te verbreeken. En hier tegen fal niets kunnen doen het i'chryven va® den Prafident Greathead aan Lord George Germain, in dato St. Chriftophers 31 December 1776, waar by hy të kennen geeft aan dien Lord, dat de neerning van de Bri- gantyn ‘dan het Eyland St. Chriftophers 'aas gefien ; want ( om niet flegts te remaaqueeren, dat dit fchryven alleenlyk be- ïuft op het voorgeeven van dien Heer Prsefident , fondet dat het felve door eenig het minde bewys is gecorrobeerr» en fonder dat men felfs de naamen, laat (laan dan de getui- genden der geenen, die foo fcherp frende geweed waaren, durft opgeven, foo dat om alle die reedenen op dat fchry- ven Van dien Praefident geen het minite reguard behoord te worden genomen) foo behoeft men geen Argus te zyn» om feer duidelyk te kunnen fien en ovenuigt te worden, dat al was de neerning van de Brigantyn van het Eyland St. Chriltophers gefien, het nogtans voor die...”