Your search within this document for 'fan' resulted in two matching pages.
1

“...Boord van die Twee-Mattboot fig benevens hem bevonden als T ajfagiers twee andere Blanken beiden hem onbekenden vreemd. Een van die vreemde Paflagiers foude zyn geweelt een Americaanfche Konfiapel, en foude op de Rheede van St. Eullatius gekomen zynde fulks overluid hebben toege- roepen aan den Depofant en fijne twee Meede-Tajfagiers. Dit is, als men conlidereert, dat de Depofant buiten fig felven van geene andere Paflagiers fpreekt dan van de voornoemde twee Blanken en onbekende Vreemdelingen (fan van welken de één die praetenfe Americaanfche Konfiapel felve foude zyn geweelt; eene notoire contradi&ie, ten zy men veronderlteüe (dan het geen ongerymd is) dat die prffitenfe Americaanfche Konfiapel fulks foo wel foude heb- ben toegeroepen aan fig felven, als aan den Depofanten den anderen foo gefegden Vreemden Meede-PalTagier. En dus ichyt deefe multiplicatie der Meede-Paflagiers ’er byge- voegt te zyn, om het verdigte ver teltfeit jen van dit over- luid toeroepen eenige meerdere waarichynlykheid...”
2

“...daar op gevolgde particulariteiten, tot bewys van de on- waarheid van des gemeldens Brownings Proteft, voor foo verre net felve eenig fundament van klagtè tegen den On- der get eekeriden foude kunnen behëlfen, te doen beleg- gen.^ .... ......... ............................ Dit gedaan hebbende, foo fchreef den Ondergeteeke ten antwoord aan gemelde Heer Generaal, in dato den 13 April 1778 , een Milfive, waar in de öndergeteekende meld, dat lijn Excellenties Brief met bovengemelde Pro- tect on t fan gen hebbende, het materieele van het ampel Re- laas in gemelde Proteit bevat (naamelyk die omftandighee-. den en plaats van de Captuure van gemelde Vaartuigje door het Amerieaanfch Schip Rattler Snake) gecontradiiceert was door de Confonante Getuigéniflën van agt differente Perfoonen, wraar van feeven direft bewyfen, dat het Schoe- nertje Laazel door het gemelde Schip Rattle Snake niet onder het bereik van het Ge [chut van voornoemde Batterye, maar aan een gantlch andere kant van het Eyiand, en...”