1 |
 |
“...hém fulks voorleidê; goedwillig den Neeger opleever-
de; waar op M. Cullogh dien avond van St, Euftatius ver-
trok; öndertüflchen fprak gemelde Browning van geen an-
dere reclame van of eenig arreft regens gemelde M. Cul-
logh te doen, het zy weegens het neemen van fijn Vaar-
tuig of om vergoeding daar voör té hebben f dan alleen
feide hy aan den Ondergeteekenden, dat hy, terwyl dat hy
genoomen was geweeft, daar over (foo als gebrüikelyk is)
een Proteft moette beleggen; èn terwyl het tóen byna dui-
lter was, feide de Ondergeteekende, dat vermits de Se-
cretarye thans geflooten Was, hy ftilks des anderendaags,
als zynde tyds genoeg, konde doem
Des anderendaags, zynde den ? February 1778* verfchëert
hy aan het Huis van den Ondergeteekenden met de Hoof-
den van fijn Proteft in weinige reguls vervat, waar in ftond,
W d:at...”
|
|