Your search within this document for 'dies' resulted in two matching pages.
1

“...klaagende over Tertillier, Godet en Litter; dat defeltfe, nafflelykj een Bark, genaamt Chrittina, gevoert geweelt door Joféph Wyeth van Noord-Carolina; alhier foude heb- ben geëquipeerc en gearrneert: Ende het Antwoord van den Heere Gouverneur, in dato 31 July iy77i meede in den Raad geproduceerd is het i'elve Ant- woord na behooren bevondeh: Als mèede hier. op in de Vergaderinge gehoord John Letter, is hem geordonbeert geworden (vermits 1'ulks uit eigen be- vvinge offereerde) van het geen door hëm dies aan- gaande wierd gerelateerd een beëedigde Declaratie te geeven. Onder ftond, Accordeert met voorf> Regitter. Was geteekent, Anth. Beaujoit i Eertte Clercq. Tranflaat. Voor de Ed. Heeren Raa- Af den Johannes Heiliger Qapi- tein van de Burgery, en Oliver Oyen j Esq. TTEeden, zyride den 4 Augutty anno 1777, ter requifitie van de Eds. Johannes de Graaf, Esq., Gouverneur over de Eylanden St. Eultatius, Saba en St. Martins, R. O.* compareerde in perfoon Eli- phalet Letter, een Burger en Inwoonder...”
2

“...Vergaderinge ver- fcheenen voornoemde Jofeph Berry, en de Partyen over en weeder aangehoord, cnde gelet op al het gunt ter materie was dienende, en wel byfonder, dat de Eygenaars of Geinterrefleerdens van gemelde twee opgebragte en gecondemneerde Barken en Laa- dingen, hunne Reclame, indien fy daar eenig regt toe vermeende gehad te hebben, behoorlyk en op fijn tyd in Antigua hadde moeten doen; ende ge- confidereert fulks een faak is, die tot het Departe- ment van deefe Regeeringe niet en behoord; is dies- halven gerefolveert, den voornoemde Ëliphalet Les- ter en den voornoemde Thomas Wallace, hun ge- melde eifch tegen den voornoemde Jofeph Berry te ontfeggen en van de hand te wyfen, als tot deefe Jurisdidie niet behoorende. Aldus gearrefteert by Gouverneur en Raaden in het Fort Oranje op St. Euftatius den 17 November 1777. Pra2fent alle de Heeren. — Onder ftond, Accordeert met voorfz Regifter. Was geteekent, Anth. Beaujon3 Eerfte Clercq. Iiii Wy Num. 149....”