1 |
|
“...f.e Ke d00,r ons met alle naauwkeurigheid is gexamineerr, en voor
00 verre net ons is voorgekomen bevonden te zyn allefints vol-
oende, en wel foodanig, dat wy daar by niets weeten te voegen,
• n alleenlykü Hoog Mog. onder het oog te brengen, dat uit de
louLn°,emde Dedudie en bygevoegde Bewyfen , eerder klagten
fchp p”unncn ptorlueeren tegens het gehoude gedrag der Engel-
j Pperhootden omtrent U Hoog Mog. Befittingen en Onder-
in de W eltindien, dan dat defelve fig met eenig regt over
dl£u/Van °nle Natie *oude kunnen beklaagen.
w aaromme Wy dan ook geen fwaarigheid maaken defelve De-
aie en Bylaagen in Origmalï ter Tafel van U Hoog Mogende
A over
Mi five van
Êewindhebbe-
ren der iVeft*
ïndifeke Com-
pagnie, met
een ‘Deduffie
door den Com•
mandeur van
St. Euftatius s
J. de Graaf,
aan hun over-
gegeeven j foo
ten opfigte van
de klagten door
het Hof van
Engeland te-
gens hem in-
gebragt als
het geen ge-
duurende fijn
Commando op
voorfz Eyland
is verrigt.
Dat. 23
Kec. 31
Maart
177»*
l...”
|
|
2 |
|
“...neemen en het Contra-Salut laaten geeven aan
He Vlag van eenen Rebel; met vordering (onder anderen)
•uit den naam van fijne Groot-Brittannilche Majefteit, dat
de Ondergeteekende door hun Hoog Mog. foude worden
gedimitteert en immediate te rug geroepen.
Dan, hoe feer deefe aanklagten, offchoon ongegrond en
van alle waarheid ontbloot, niet konden nalaaten op het
gemoed van den Ondergeteekenden eenen diepen indruk
en aandoening te veroorlaaken, infonderheid daar defelven
wierden ingebragt door den Repraefentant van eenen Ko-
ninglyken Meefter; i00 wierd nogtans deefe aandoening
niet weinig gematigt, foo ras de Ondergeteekende fig te
binnen bragt, dat hy het geluk hadde Onderdaan te zyn
van eene Regeering, die niet gewoon is Uitfpraak te doen
dan na behoorlyk onderfoek, veel min nog eenen Befchul-
digden te veroordeelen op lofle vertellingen, fonder dat
van de waarheid der befchuldiging den Regter voldoende
coniteert. En hier van wierd de Ondergetekende ook ten
deefen geconvinfeert, nadien hem...”
|
|
3 |
|
“...dilay herwaarts over te komen, om behoorlyke infor-
matie te geeven van al het geen geduurende lijn Gomman*
mandement op het Eyland St. Euttadus, met relatie tot de
Americaanfche Colonien en der fel ver Scheepen 1'oude mo-
gen zyn gepaffeert en ter fijner kenniife gekomen, en fijn
gehouden gedrag voor hun Hoog Mog. open te leggen.
Ter voldoeninge aan die Aanfchryvinge van hun Hoog
Mog., welke aan den Ondergeteekenden per U Wel-Edele
Groot Agtb. Miffive, in dato 2? Maart 1777 is meedege-
deeld, is dan ook den Ondergeteekende, na dat hy de no-
dige ordres hadde getteld op fijn Commandement , her-
waards overgekomen; en hem zyn vervolgens, met en be-
neevens Copien der Bylaagen* welken aan de Memorie
van klagten van den Heer Ridder York zyn gevoegt ge-
weelt en in fig fouden moeten bevatten die foogenaamde
autentuqde berigten , waar op lig de hier voorengemelden
PJ3elident van St. Chriftophers by fijne Miffive, in dato 17
December 1776, beroept, en waar door de befchuldigin-
gen ten latten van...”
|
|
4 |
|
“...geworden.
A. Betreffende de pointen van beklag door den Heer
Ridder York tegen den Ondergeceekenden ingebragt, en
wel
1. ^Dat de Ondergeteekende oogluikende foude héblen toe-
gelaaten dat de Americaanen op St. Euflatius Schee-
pen /ouden hebben uit geruft.
Men neeme den Ondergeteekenden (die opgronden van
eene gefonde redeneerkunde, overeenkomllig met de eerfte
principe van het regt en de billykheid, vermeent te moo-
gen beweeren, dat iemand, die iets fteld, fijn gepofeerde
bewylen moet, vooral dan, wanneer daar by een ander be-
ïchuldigel tyord van ongeoorloofde en ftrafbaare handelin-
gen, handelingen van dien aart, dat fe, met de waarheid
conform bevonden wordende, des-Befchuldigdens totale of
gedeeltelyk ruïne dikwerf fouden kunnen na fig ïleepen,
en dat niemand, wie hy ook zy, of in welken rang ge-
plaattt, van die verpligting tot bewys gedispenfeert behoord
a Zv2’ r°° men n*et W^’ ^at a^e feekerheid van elk lid
der Menfchelyke Maatfchappye op loffe fchroeven gefteld
worde, en een ieder...”
|
|
5 |
|
“...Agtbaare flegts gelieven in aanfchouw te neemen,
oat (gelyk onder anderen te fien is uit fijne Mifiive ten
fieefen annex fub Nurn. i. en in dato 17 December 1776)
fi>e Pragfident felve fig daar by beroept op publique gerug-
ten (dan aan welke hy te gelyk fchryft ongeneegen te iyn
geloof te Üaan) mitsgaders op herigten 3 die hy gelieft te
Roemen de authenticqile; trouwens die fijne provocatie Op
fie publique gerugten 3 en dat renvoy tot die Joogenaamdë
aMhenticqfle berigten toonen ten klaarden aan, dat de Prae-
r erl ^ve oxprellelyk advoueert, dat niet fijne Brieven, op
fig filven befchouwt, de preuves van de waarheid fijner
Aagten in fig felven behelfchen, maar dat defelve van el-
Srs ■> en wel uit de publique gerugten uit de berigten j
' °°ra^s ^ authenticqjle opgegeeven (dan van welker
invaliditeit llraks nader blyken lal) gehaalt fullen moeten
Wot den. Dog dat ook in die authenticqjle berivten geene
probatie gevonden word van die den Ondergeteekenden
aangewreeven conniventie in het equipeeren...”
|
|
6 |
|
“...uitrujien van Scheepen3 doof
de Americaanen op St. Euftatius foo wel, als het ttuk van
de quafi dagelyksche onbepaalde Commercie tuilchen
de Noord-Americaanen en St. Euftatius een louter figment,
gedettitueert van alle liquide en voldoende bewys, en al-
leenlyk beruftende op het voorgeeven van den eenen of
anderen ten reguarde van den Ondergeteekenden qualyk
Geintentioneerden; en de Ondergeteekende vermeent te
mogen vaftftellen, dat al was ’er niet anders ter fijner ver-
deediging te allegeeren dan deefe fchriftelyke erkentenis
van den Praefident Greathead, even daar door de illiquidi-
teit der befchuldiging van den Heer Ridder York op dit
fubjeft voldongen foude zyn. Ja, Edele Groot Agtbaare
Heeren, Wat kan ’er tterker preuve worden geluppediteert
ten betooge, dat de befchuldiging, (als of de Ondergetee-
kende het uitruilen der Scheepen door de Americaanen op
St. Euftatius foude hebben toegelaatenj en omtrent het equi-
peeren der felven op dat Eiland conniventie foude hebben
gepleegt) immers...”
|
|
7 |
|
“...minfte reede van weet enfchap j fteunende op de giffing
of op het geloof van den Depofant, een geloof, dat gee-
nen anderen grond heeft dan het hooren feggen van der-
dens, en het welke getrokken is uit het geen de Depo-
fant (fonder te leggen van wien) quali aan Boord van het
Brigantyn foude hebben kunnen verf aan.
Waar by nog komt, dat* al ware het dat dit finguliere
getuigenis genoegfaame gronden van feekerheid hadde en
Itrekken konde tot volkomen probatie van het daar by ge-
temoigneerde, het felve dan egter niets ter faake doert
foude, foo, om dat daar by geenfints verklaard word, dat
de door de Americanen voorgenoomen inkoop waarlyk en
in de daad op St. Euftatius gefchied is , als om dat, al
ware defelve gefchied, felfs dan nog daar uit geenfints fou-
de proflueeren, dat de ondergeteekende daar van eenige
de minfte kennifje foude hebben gehad; dan welke kenniffe
van den ondergeteekenden egter, niet flegts veronderfteïd,
maar beweefen foude moeten zyn, indien men hem wil ac-
cufeeren...”
|
|
8 |
|
“...tet
contrarie gepraetexeert is fonder eenig het minde bewys,
cn dat het derhalven eene aller ingratieulte en honende lae-
*je is» wanneer die Praelident licentieus genoeg is» om by
de Midive te fchryven, dat bet tot fehendtfig van alle pu-
bltcque trouw en nationaal1: eer 3 voor eene Hollandfche Co-
lonie foude zyn over gebit even j om de geadvoueerde Meede-
Jtanders te zyn van verraderye en Bevorderaars van de Zee-
rover ye der Americanen.
net daat dan, foo de ondergeteekende vertrouwt valt*
dit Poinét van bd'chuldiging is onbeweefen; dan het
y hem daarenboven nog, hoe feer ongehouden, egter ten
overvloede gepermitteert U Wel-Edele Gr. Agtbaare te
demondreeren, dat deefe accufatie is voidrekt onwaar en
vallch.
Ten dien einde gelieven U Wel Edele Gr. Agtbaare te
remarqueeren, dat, offchoon de klagten van den Heer
Ambaiiadeur York, nopens het oogluikend toelaaten van
et uitruilen van Scheepen der Americanen op St. Eulta-
ïlus» is ingeleevert by hun Hoog Mogende, fonder daar
oy cenig Schip...”
|
|
9 |
|
“...( 12. )
felfs het genoegen heeft gehad daar omtrent door de En-
gelfche Bevelhebbers geloueert te zyn, naar waarheid op
'de plegtigfte wyfe aan U Wel-Edele Gr. Agthaare verfee-
keren, dat hy nimmer heeft toegelaaten of gcconniveert,
dat het Schip de Andrew 'Noria foodanige Laading heeft
ingenoomen, en dat, foo aan het felve iets, het zy van
Buskruit, Oorlogsbehoeftens of andere Provitién voor de
de Americaanfche Armee mogte zyn geleevert of door het
felve ingenoomen (dan waar van niets het mifille confleert
of beweden is) fulks is gefchied fonder des ondergetee-
kendens kennis en medeweeten, en fonder dat de csnder-
geteekende daar in eenig het minfte aandeel of irUereft
heeft gehad; moetende de ondergeteekende buiten twyffel
in dat lijn Declaratoir en Adfirmatie gelooft worden, daar
’er van het contrarie niets ter probatie onder de Bylaagen
van den Heer York is overgelegt.
En voor foo verre concerneert het Schip the Baltimore
Heroj en het voorgeeven, dat het felve te Sr. Euftatius
foude...”
|
|
10 |
|
“...meermaalen aan foodanige temerariteit en abu-
live verhaalen lchuldig gemaakt te hebben, gelyk te fien
is op Art. 4. dier felfde Interrogatorien , daar hy agnos-
ceert, dat het een abuis van hem Scott geweelt was, wan-
neer hy voorgegeeven hadde hem wel bewuit te zyn, dac
Abram van Bibber aan hem of iemand anders gefegt foude
hebben eenige Commiffien in blanco van het Congres van
Noord-America * geteekent John Hancock Praelident, te
hebben; en dat hy (Scott) niets diergelyks gelien hadde
Weshalven dan ook daar uit proflueert, dat hy in iïjrt
voorgeeven, als of William Aull hem gefegt foude heb^
ben, dat de meergemelde van Bibber hem eene portie ge-
offereert hadde in de Sloep, die de Jerfche Brigantyn ge-
nomen hadde, geen het minite geloof meriteert; infonder-.
heid, daar defelve William Aull by Art. 1. van Bylaagé
Mum. 8. ij; /. met eede verklaart* dat hem door Abram
van Bibber nimmer foodanige offerte is gedaan3 en het alloO
niet waar zyn kan , dat hy Aull fulks aan Scott gelegt lou-
de hebben...”
|
|
11 |
|
“...geeven, dan dat deefe neeming
gele hied was byna onder het bereik van het Gefchut van
Jen Eilandj en dus niet onder het daadelyk bereik felve.
En dan wil de Ondergeteekende wel eens geVraagc heb-
ben, hoe en op welke wyfe hy met mogelykheid, daar
men door de klagte en der felver Voorltel felve advoueerr,
dat fijn Gefchut den Americaanfchen Zeerover niet foude
nebben kunnen bereiken, het Engelfch Schip tegen dien
Zeerover foude hebben kunnen verdeedigen of beveiligen,
en met wat mogelykheid hy het neemen van dat Self p fou-
de hebben kunnen beletten? Immers Was hy volgens de aan.
klagte felve daar toe .buiten Haat, en is düs de Onderge-
teekende daar over even foo min te reprehendeeren, als de
Engelfcbe Praefident Greathead van St. ChriÜophers, die
by fijne Miflive aan Lord George Germain, in dato 31
December 1776, pofeert, dat de neeming van de Brigan-
[yn van dat Eiland was gefien, en dien men alfoo foude
kunnen vraagen, waarom hy felve dan ook niet die nee-
J^mg belet hadde; dan wiens antwoord...”
|
|
12 |
|
“...benevens hem bevonden als
T ajfagiers twee andere Blanken beiden hem onbekenden
vreemd. Een van die vreemde Paflagiers foude zyn geweelt
een Americaanfche Konfiapel, en foude op de Rheede van
St. Eullatius gekomen zynde fulks overluid hebben toege-
roepen aan den Depofant en fijne twee Meede-Tajfagiers.
Dit is, als men conlidereert, dat de Depofant buiten fig
felven van geene andere Paflagiers fpreekt dan van de
voornoemde twee Blanken en onbekende Vreemdelingen (fan
van welken de één die praetenfe Americaanfche Konfiapel
felve foude zyn geweelt; eene notoire contradi&ie, ten zy
men veronderlteüe (dan het geen ongerymd is) dat die
prffitenfe Americaanfche Konfiapel fulks foo wel foude heb-
ben toegeroepen aan fig felven, als aan den Depofanten den
anderen foo gefegden Vreemden Meede-PalTagier. En dus
ichyt deefe multiplicatie der Meede-Paflagiers ’er byge-
voegt te zyn, om het verdigte ver teltfeit jen van dit over-
luid toeroepen eenige meerdere waarichynlykheid en cou-
leur...”
|
|
13 |
|
“...C 17 )
l^ur lettert. Of moet men door de iaafftgenoemcié
wieH V e6c*e~i£‘a.(ïa&ers> aan welken die toeroeping gedaan
j r?’ verttaan Perfoonen, onderfcheidert van die onbeken-
fart\eemd*Jin&e71' dan is het feeker, dat, daar de Dépo-
• 1 egt dat die Twee gedïftingueerde ‘Perfoonen hem onbe-
Aj ,wjLen en hunne naamen met wiflj de andere TwEfe
vv ftuT Pftfa&iers al*dan aan hem bekend moeten zyn ge-
ee : dan vraagt de Ondergeteekende met reede*
aar°m men je naamen van die bekende Perfoonen, die
vvee Meede-PatTagiers, niet heeft opgegeéven, en wat de
reecte Vs, waarom men by defelvén meede geene verklaa-
ïng van déefe hiftoriette heeft ingewonnen? Immers daar
toe tou dan geleegenheid zyn geweeft En derhalven moét
t, loo de Ondergeteekende vertrouwt-, U Wël Edele
'oot Agtbaare van felve in het oog lóopen, dat de in-
d!ïu v,an deeie depofitie is bezyden de waarheid, en dat
I 1 eeae Van deefe geheimhouding der naamen Van die
om T be^en^e Meede-Paflagiers geene andere kan zyn-, daft
dera 01i Seh...”
|
|
14 |
|
“...op dat fubjeft tegen den Ondergeteekenden
aangevoert, van allen fchyn, laat üaan dan grond, van
waarheid is ontbloot.
Ja hier van fullen U Wel-Edele Groot Agtb. ten vollen
foo de Ondergeteekende vertrouwt, overtuigt moeten zyn,
wanneer delelven fullen hebben nagegaan, de Inrerrogato-
rien aan en beëedigde Antwoorden van George Scott, Wil-
liam Aull, Thomas M. Earrel, Robert Ruyd, Wallis, Do-
nahion, en William Patterfon, ten deefen annex jub
Num. 8, 1. ij. iv, v. vj. vij. en vlij.
Immers, daar uit fullen U Wel Ed. Groot Agtb. ontwaar
worden, dat de vier eer[le van die feeven Getuigen op d é
vraage, of fy het ook gefien hebben, toen de Ierfche Bri-
gantyn genoomen is, en of fulks ook onder het Gejchut
van St, Euflatius gefchied is? volmondig antwoorden, neen,
in geenen deele, en dat fy daar van niet hebben gefien; ter-
wyl de andere drie Getuigen temoigneeren, dat fy de nee-
ming meede niet hebben gefien, dan dat fy des nademid-
dags ten vyf a fes uur en > of veel een halfuur voor des Sons...”
|
|
15 |
|
“...St. Euliatius gefchied foude
xyn; maar dat het daarenboven, loo al niet feeker, im-
mers aHerwaarfehynelykft is, dat, by aldien die neeming
geichied waare byna onder het bereik van het Gefchut van
dat Eiland, en dus in die nabyhcid en op foodanigen tyd en
plaats, dat men defelve van dat Eiland foude hebben kun-
nen beichouwen (het geen onderfteld moet worden mo-
gelyk geweeft te zyn, indien men den Ondergeteekenden
met eenigen fchyn befchuldigen wil) dan ook de een of
ander dier getuigen wel iets van deefe neeming gefien fou-
de hebben; dan het welk ter deefen geen plaats heeft ge-
had en door hen allen onder eede word ontkend, felfs
ook door die geenen, welken erkennen eenige Scheepen
van de Wal gefien te hebben.
En de waarheid en goede trouw van deefe onkentenis,
foo wel als de volftrelue onwaarheid en quaade trouw van
het voorgeeven, dat de Ondergeteekende fouden hebben
toege!aaten, dat de Americaanfche Zeerover het Engelfch
Schip foude hebben genomen byna onder het bereik van het
Gcfihut...”
|
|
16 |
|
“...( io )
Hoög Mog. en het Hof Van Groot-Brittar.nien fubfi(leer-
de, te dremmen, en, foo mogelyk, te verbreeken.
En hier tegen fal niets kunnen doen het i'chryven va®
den Prafident Greathead aan Lord George Germain, in
dato St. Chriftophers 31 December 1776, waar by hy të
kennen geeft aan dien Lord, dat de neerning van de Bri-
gantyn ‘dan het Eyland St. Chriftophers 'aas gefien ; want ( om
niet flegts te remaaqueeren, dat dit fchryven alleenlyk be-
ïuft op het voorgeeven van dien Heer Prsefident , fondet
dat het felve door eenig het minde bewys is gecorrobeerr»
en fonder dat men felfs de naamen, laat (laan dan de getui-
genden der geenen, die foo fcherp frende geweed waaren,
durft opgeven, foo dat om alle die reedenen op dat fchry-
ven Van dien Praefident geen het minite reguard behoord
te worden genomen) foo behoeft men geen Argus te zyn»
om feer duidelyk te kunnen fien en ovenuigt te worden,
dat al was de neerning van de Brigantyn van het Eyland
St. Chriltophers gefien, het nogtans voor...”
|
|
17 |
|
“...dertien Schooten.
Wel is waar, dat men hier op milïchien fal willen re-
marqueeren, dat ja hier omtrent in die Verklaringen wel
eenige differentie gevonden word, dan dat daar uit noo--
tans geene Contrariteit te haaien foude zyn, foo om dat
de Getuigen lulks verklaaren na hunne befte weetenftchap ,
als om dat James Frafen en Conforten niet pofitive verklaa-
ren, dat het Schip elf Schooten deedj maar ’er byvoegen,
dat fy fulks verklaaren na hun befte geheugen; dan het is
niet minder feeker, dat egter uit dit renvoy tot der Getui-
gen befte wetenfchap en geheugen blykt, dat men fig ten dee-
len aan de zyde der Fngelfchen beroept op gantfch on-
zekere getuigeniflen, en dat de Depofanten, waar van men
lig in deefen , of feer onoplettende zyn geweell, of feer
weinig fiducie in hunne eigene bewultheeden geheugen
ftellen, en dat wel dan , wanneer hun getuigenis verfeerc
omtrent die Pointen, waar op het aankomt, en die den
grondflag uitleeveren fouden van befchuldigingen weegens
eenen door den O...”
|
|
18 |
|
“...Contra-Salut is gedaan met twee
ocbooten minder, dan waar meede het Schip de Andrew T)o-
la F°rt hadde ge falueert; nademaal daar by word ge*
eruticeerr, dat op den 16 November 1776 het Bfigantyn-
, CJJ!P» genaamt de Andrew ‘Dorïa , gevoert door Schipper
J o Ui an Robin 1’on van Philadelphia op de Rheede var, St.
ü-uitatius ten Anker gekomen zynde, het Fortrefte Orange
met elf Schooten heeft gefaiueert \ dat daar op aan den On*
. erget teken den door den Depofant is ge vraagt, of het Con-
ra balut, ioo als aldaar gebruikelyk was, foude worden
gerctourneert, en dat de Ondergeteekende als toen wel
fo d g"geeven heeft, dat het Contra Salut uit het Fort
uae vvurden gedaan, dan egter wel expreflelyk heeft be-
5 c'at iulks alleen in cene particuliere betrekking, foo als
„!n te St. Euftatius. aan Koopvaardyvaarders fonder onder-
Jchsid gewoon was te doen, dat is met twee Schooten min-
/ /R 1 Joude geichieden; met verdere by voeging, dat het
F Ve dan ook poinhlneehk is geobferveert geworden , en de-...”
|
|
19 |
|
“...ordre te ftellen , dat omtrent de Vlag
van de Noord- Americaanfche Colonien geene daaden of eerbe-
wyfingen pleegt of gedaan worden , waar uit wettig gein-
jerreert foude kunnen worden eemge de minde erkentenis van
de independent ie en Souveraiuiteit der felver Colonien) fal,
foo de Ondergeteekende vertrouwt, buiten eenige beden-
kinge zyn moeten, wanneer defelve gelieven in aanfchouw
te neemen, dat in het geeven van dit Contra-Salut precife
en pointueelyk is waargenomen en niet anders verrigt dan
dat geene, het welk men in eene particuliere betrekking op
St. Euttatius gewoon is aan alle Koopvaardyfcheepen (onder
onderfcheidj, te doen.' Immers fien U Ed. Groot Agtbaare
in de Verklaaringen, foo van Abraham Ravené, Comman-
deur der Fortrelle en Militie van het Eyland St. Eullatius,
als van Johannes Godet, fungeerende als Opper-Conltapel op
het gemelde Eyland, beiden door hun op den eed by den
aanvang hunner refpeftive bedieningen gepafleert, jn datis
2.3 December 1776, en ten deefen annex...”
|
|
20 |
|
“...ylmmunitie van
Oorlog na de Noord- Amertcaanfche Colonien van f jne Maje-
fiCit exaftelyk te obferveeren en op de regoureulte executie
van defelven met alle mogelyke forge te vigileeren. Immers
daar uit moet ten klaarden manifeiteeren,dat, daar het ver-
bod van uitvoer naar die Colonien van fijne Groot-Brittan-
nilche Majedeit lig alleen bepaald , tot de Ammunitie van
Oorloge en daar het feeker is, quod exceptio finnet regulatn m
exceptis en dat het geen niet verboodeh is bui»
moet geoorlooft z,yn , dan ook allerleye andere
buiten den uitvoer van Ammunitie van Oorlog >
aan die van St. Eultatius met de Noord-Ameficaanfche Co-
Jonien is open en vrygelaaten door hun Hoog Mogende;
terwyl het teftens niet nodig fal zyn U YVel-Edele Groot:
Agtbaare breedvoerig te doen lien, darde Oridergeteeken-
de lig naar die ordres van hun Hoog Mog.,ten reguarde
yan dien uitvocr van Oor logs- Ammunitie ,exa
|
|