Your search within this document for 'daa' resulted in three matching pages.
1

“...zyn, blyft voor my niets over,als van Üw Excellentie een- voudig te requireeren, in naam van hun Hoog Mog. myne Meefiers, dat fpoedig regt mag gedaan wor- den aan Samuël Carfon en Ifaac Gouverneur, twee van hunne Onderdaanen, ten opfigten van de faaken vervat in hunne Memorie aan my geprefenteert den 4 deefer, tot het doen van welke requifitie ik niet minder onweederftanelyk aangefet ben door een ge- voel van myn pligt, als door de vöorlchriften van het natuurlyk regt, en fyl een gevoegtyk getal daa- gen wagten na Uw Excellenties antwoord, na ver- loop van dewelke, indien fteeds redres en fatisfadie weederhouden wierd, ik my onder de abfolute nood- faakelykheid gebragt fal fien, over te gaan tot de alternativen door de Memoralilten geproponeert, en de finale discuffie van deefe flagrante inbreuk op de Nationaale goede trouw en vriendfchap aan de hoo- ger Magt fal moeten onderwerpen. Ik heb de eer te zyn, Myn Heer, U Excellenties gehoorfaamft en onderdanige Dienaar. R r Am...”
2

“...: -e- halve Snaphaans Schoot van Land zyhde; welke re- preien t at ie beveiligt word door een beë'edigde Ver- klaaring van de Stuurman en twee Matroofen vati de Equipagie van de voorfz Schoener Liddy, waaf van hier nevens Copie gaat. Het is myn pligt, ip naam van myne Meeüers expreffelyk van Uw Excel- lencie te requireeren , een order tot rellitutie van de gemelde Schoener Liddy en haar Laading,foo defel- ve binnen de paaien van Uw Excellenties Gouver- nement gevonden kunnen werden, en dat de Daa- ders van deefe attroce infulte en indigniteit de Vlag van hun Hoog Mog. aangedaan, fonder uitllel ter (IrafFe moogen gebragt werden als Veragters van fijn Majelleits Inllrudien, en Verhoorders van de Vroe- de en harmonie fubfiüeerende tuflchen de Koning van Groot-Brittannien, en hoogll deffelfs natuurlyke en aloude Geallieerden. De onaangenaame noodfaakelykheid waar in my; gebragt fie om Uw Excellentie te interrumpeeren met foo meenigvuldige herhaalde klagten van deefe, natuur, is ten uiterüe...”
3

“...( 341 } .. dat aan fijne beleedigde Onderdaanen een onraidde- lyke vergoeding beforgt mag worden. By bovengaande klagte moet ik nog voegen, dat ik niet kan afzyn Uw Excellencie te melden dat het met gelyke furprife en verwondering is, dat ik daa- gelyks hoor verleekeren op de pofitieffie manier dat de Have van St. EuHatius, feedert eenigen tyd fig openilyk gedeclareert heeft als Befchermer van alle Americaanen en hunne Scheepen, het zy op private Handel of ten Oorlog gewaapend, en dat felfs de Vlaggen en Forten van hun Hoog Mog. foo ver verlaagt zyn geweefi, van het S,alut te beantwoor- den van deefe Zeerovers en Rebellen; dar de On- derdaanen van de Staatcn» niet vergenoegt met alle moogelyke affiftentie te geeven aan de Americaan- fche Rebellen, van Wapenen en Ammunitie, en al het geen verder defefve, in Haat kan Hellen den Han- del van fijne Groot-Brittannifche Majefieits getrou- we Onderdaanen te overvallenen te verHooren ; maar dat lelfs het Go.uvernement van St. Rultiytius daage-...”