Your search within this document for 'da' resulted in 13 matching pages.
1

“...< t^ndertafïcheft wierd ’er informatie gegeeven , en da af ontfioRd tterke fulpitie, als of de gemelde Thomas Cheney Capitein van de meergemelde Americaanfche gearmeerde Bark, genaamt Eeggv (hoe feer hy dien nagt, wanneet een gedeefe van fijn Equipagie het gemelde fait geperpe- treert hadden, aan de Wal was gebleeven) egter fig aan fiet felve foude fchuldig gemaakt hebben, met ordres ten dien einde aan fijn Stuurman of Lieutenant te geeven, waarom de Ondergeteekende den gemelden Thomas Che- ney insgelyks in detentie had lasten nee men. Hier op ontfing de Ondergeteekende een nadere Brief van de gemelde Heer Generaal, in dato den 6 Augufiy 1777, foo als blykt uit Bylaage Num. 58. waar in fijn Ex- cellentie meld, dat de Examinatien van de Equipagien van gemelden Brigantyn van Tortola, alwaar de Brigantyn (foo als reeds gemeld is) d< or een Engellche Kaper hernomen, opgebragt was, ontfangen hebbende ; fijn Excellentie dén Ondergetekenden overfond Copie van de Copie-Authenticq van feekere diredie...”
2

“...myn Meeiter in Noord-America, en de üerktte ver- feekeringen gegeeven hebben van aan defelve geen hulp of byftand te geeven , in het uitvoeren van hunne veraderlyke aanflagen regens de Opperheer- fchappy en wettige authoriteit van Groot-Brittannien over defelve5 is het, met het groot fte leedweefen* dat ik my genoodl'aakt vinde ü Ed. klagtig te moe- ten vallen over de herhaalde en erkende encoura- gementen en befcherming vyelke deefe gerebelleerde Colonilten opentlyk ontfangen hebben, en iteeds da- gelyks ontfangen, in het Eyland over het welk Gy preiideert. Het volbrengen van dit onaangenaam dog indis- penfabel gedeelte van myn pligt, heb ik tot hier toe verfchooven door myn onwilligheid om credit te geeven aan enkelde pubjieque gerugten, of om te gelooven, dat de oude en natuurlyke Geallieerde van Groot-Brittannien, foo verre uit betoog foude kun- nen verliefen, niet alleen de gemeene grondbeginfe- len van het regt der Volkeren, maar felfs de gehei- ligde verbintenis der Tradaaten, om...”
3

“...() de hem converfeeren met een ander hier over den Capitein van gemelde Brigantyn by de Americaan- fche Kaper genomen, en i'eyde dat her een fchande was, dat de Burgers van dit Eyland foude getole- reerc worden, om Vaartuigen te eigenen en Kapers uit te ruiten, veel meer woorden uitdrukkende over deefe laak, dat den Comparant dagte, volgens de wyfe hy fijne Converiatie inrigte , dat hy fijn dis- cours regens hem hadde, en volgens, het geene iy ieide, verfiond hy Comparant, da' Capitein Abram van Bibber van dit Eyland, die Heer was, dewelke hy meende dat Eygenaar was, en de bovengemelde Bark of Kaper hadde uitgeruil, en dat hy Compa- rant overtuigt zynde, dat Capitein van Bibber on- nofel in die laak was, en hy Comparant ’er groore- lyks by geintereiïeert was, om te hooren , dat hy Heer Scott foo veel liberteit nam, met de ber en Caraéter van de Heer van Bibber; en dar hy Com- parant het fijn pligt oordeelde, om hem Scott daar op een antwoord te geeven, en ging daar op by de Heer Scott,...”
4

“...\ A / J J ' . t 4 te St, Eultatius, anders geweéfl iis dan een handel- dryvend Vaartuig. Sy is daar geequipeert met eeri en dertig Zeelieden en agt Hukken Kanon, eenquan- titeic van klein Geweer, Höüwers en andere Wape- nen, Buskruit, en meer Qorlogs-Ammümtien en Gë- reedfchappen, vereifcht om delelve compleet liit té ruften als een Lett re de marque of Kaperfchip, öni 'Zeeroverlyk te kruiden op de latitude van Bermu- da, tegens de Ohderdaanèn van den Koning myn Meefter. Was fy van St. Eüftatius vertrokken in de- felfde flaat waar in fy aldaar aangèkomen is, fou het ólleenlyk een Cnmmerciebedryf geweeft zyn; en de beschuldigde Heeren niets meer dan Agenten der Rebellen zyn: waarlyk èen Honorable Bediening! Maar, Myn Heer, nifcc te vreede met dat waardig Character, doen fy een eerbiedingswaardige flap ver- der, en worden equipeerettde Agenten, Zeerovers ter Kruistogt, wapCuënde om te plunderen de vryé en getrouwe Qnderdaaneri van den befte der Souve- reinen; door den Bloede gealheert met...”
5

“...Heer Abel Bly* den, fenior, alhier. En overfulks prótefteefe hy Comparant van alle kollen, fchaaden, nadeélen èn intreflen , daar door by het uitneemen van gemelde Bark en Laading reeds geleedèn en nog te hebben en te lyderi, en voor hem felfs, en dié het vérder fnogte aangaanf en verklaaren dat alle het geene voo'rfz Haat de fui- vere en opregte Waarheid is, en zyn bereid het fel- ve, des gerequireert werdende, met folemneele eede te beveiligen'. Aldus gedaan eri gepafTeéft óp' St. Eufiatius, da- tum utfupra, ter prefentié vah Jofeph Róda en Ni- èolaas Thomas Heyliger, als Getuigen, die de Mf» Ddd ffute...”
6

“...in te trekken, en hem nooit een andere te vergunnen. re dk moet meede verhoeken dat in geval de voorfz Schoener Liddy voor het Vice-Admiraliteits Hof ge- b,a»t mogt worden, waar in Gy prsfideert, dat, de omltandigheeden aldus bevonden wordende, Gv niet alleen forg voor haar draagt, maar de Edele Heer de Graaf Gouverneur van Sr. Eufiatius, daar van kenn s geeft, en dat fy gereed legt om onfijn bevel overgegeeven te worden. Ik ben, &c. Antigua iy Dec. Geteekent, 1777- William Matthew Burt. Myn Aan da Ed. Gouverneur Nuni. 3 de Graaf a &c. Heer ? ^Apitein Philips, heeft heede hier geweeft, en aan Het doed my leed, dat hun gedrag foo hooglyk reprehenfibel is geweeft. Voor de indigniteit, een Neutrale Haven aangedaan, zyn fy feekerlyk ffraf- waardig; dog uit het Carafler welk Capitein Philips my van hun geeft, ben ik te gelykertyd overtuigt* dat onweetenheid, en niet intentie om affront aan te doen, daar toe aanleiding gegeeven heefr Capitein Philips heeft my de Inflruftien vertoont die hy aan...”
7

“...heede*n heeft geantwoord, fulks niet tt C5 °P Art' ri' hceft geantwoord, dat ff feev n flerk waartn, en dat hy de naam van de Brl tZ?emiTLrTr ^ Welke rl de Bm hadden' In Elf , Yan Gouverneur en Raaden. Dempto de Heeien Johannes Heyhger en Jacobus Seys, Raaden» Onder liond; In kennifle van my. Was geteekent, Antb. Beaujon. eerüe Clercq. wrenreèvoor 1?? !t+ ^ecem.ber '777, is Frederik urence voor de derdemaal verhoord, en heeft b1 fijne voorenftaande Responfiven peperfffieert met deefe veranderingen , da? heeden ^Ar geantwoord, foo als hy de eerftemaal den ,/’de%t hadde geantwoord: En dat heeden op Art 8 V l?lgZT°°r^ op Art- *,*• het Wils ^ Art 6 h ?8! dfn ï9 deefei‘ geantwoord had, op heeft rV heeden geantwoord, dat hy gefa* nel van hunlkï^^A* geJ°g\ Wlerd > en ™el dit’er een van hun Volk onder was. In praefentie van Gou- ver-...”
8

“...f /r 145’ ) reiiie, in judtcio > als in gevolge de beëediede Ver klaaringen van de Equipagie van het Schip de Vrouw johanna Jacoba , Schipper Abraham Griepman, en per rn heVBn>nty° Schip Lucy’ Schip- tr“T'u en Pl,,oolen> aan Boord te gaan Ahrah1mbf’T, de Vrouw Johanna Jacoba, Schipper ïaham Griepman, en de Brigantyn Schipper Da- niël de Groot, beide in deefe Rheede ten Anker nr °"der een ,friv°°1 van aldaar na ‘«tee üeferteurs van hun tquipagie te foeken. mi? c ? y GedelIneerdens aan Boord van evenge- mdde Scheepen waaren gekomen, fy hunne Houwers en PiÜoolen hebben ontbloot, en lbo de Officieren als de verdere Lqu.pagie van het Schip de Vrouw Johanna Jacoba, uit huune Hangmatten joegen, en fy Gede- tineerdens de voornoemde Scheeps Equipagie heb- ben gedwongen om een Lantaarn te geeven om het Schip door te foeken, na de voornoernde Iwee Deferteurs,vervolgens deLuyken hebben geopend en met de Lantaarn in het Ruim tufl'chen Deks en Cabe.gat fogten, en dat fy Gedetineerden ordon- neer de aan...”
9

“...matigen, de On* derdanen van den Koning myn Meefter, met be- hoorlyke Commillien voorden, Struikrovers te noe' men. Ik moet meede, in naam van den Koning myn Meefter, van U Edele requireeren, dat foo het j t i voorfz Zeeroverlyk Franfch Brigantyn de Revenge» onder het bereik van het Gefchut van U Governe- ment mogt komen, U Edele het felve terftond aan- houd en detineert. Monlieur Pregent avoueert,dat fy fonder Commiffie van de Rebelle-Vergadering» die fig felven het Congres noemen, ageert; en da£ fy een Franfch Vaartuig is, plunderende en b'ero' vende de Onderdanen van den Koning myn Meefter»' gevolgelyk een Zeerover, en een Vyand van alle Natiën. Het fal my een byfonder genoegen zyn, het io myn magt te hebben, met het volgende Pacquet» den Koning myn Meefter te kunnen inlormeereo» dat ik ample fatisfaétie bekoomen heb, voor de io- digniteit hem aangedaan, en voor de beleediging fijne Onderdanen ontfangen hebben, met connive0' tie van den Gouverneur en van den Secretaris va° St. Martin...”
10

“...alle haare ffe?nnknitl? ^ ^ ^ ®eP,ondert» toen verlaaren en ve CW Ra d°°c de. y°°.rfz Brjg in de voorfchrec- ve Great-Bay m St. Martin, terwyl de voorrz Brig de Pranfche Vlag ophad; en de voorfz Declaranten voorfz EdandS Wda \iy aan den Secretaris van het n d S ’ Mar,in geaddrefTeert hebben, om te pr otefteeren regens de voornoemde la Roche en tegens alle anderen in de prenmlTen geconcerneerr Sr heV uemuW mcpd& ^creufs hem vroeg wat fy met het gemelde ProteH wilden uitrenten. dat hv ^waren f en da? hy wenfchte dat hun getal eens foo groot was, want ren ? ? e Strtukr°verj waren; en deefe Declaran- Srrh'W" Wyders’ dat fy in het voorfz Eiland ot.Chnifopher aangekomen zyn inden nagtvanSon- PPP i dag...”
11

“...fijn Anker geligt had. TulTchen de uuren van tien en eif van den feu' den dag quam by my aan het Comptoir Capitei" Allovvay, met agt a tien andere Perfoonen. Ik ver- fogt hun binnen te komen, het geen Allovvay en nog een ander deed; Alloway my kennis geevende* dat hy een Proteit opgemaakt wilde hebben, tege"* het geen hy noemde de Franfche Brigantyn. antwoorde, dat het met plaifir loude doen; maar dat foo veel Perfoonen daar toe niet nodig waren* vermits hy Allovvay en twee van fijne Officieren da*1" toe genoegfaam foude zy.n; en terwyl de gefwooi^ Clercq beeiig was om het Inftrument van ProteU op te maaken, ten uitterfte getergt en verhitte*-1- door het extravagant en onbetamelyk gedrag va" den Capitein van de voorfz Brigantyn, heb *^ my uitgelaaten in woorden van deeie of gelyken i*1' houd; namentlyk: „dat ik wenfchte dat ’er gee11 „ Kaapers op Zee waaien, vermits eenige van de' ,, felve handelde als Struikrovers”; daar by voeg?11' de dat eenige Vaten Haver aan my toehoorende* en behoorlyk...”
12

“...de Heer Molineux betreft, ik dedaig- neer de gedagte van een Advocaat, te zyn van eenig Man wiens gedrag reprehenfibel is., Het cgeblik dat ik bewyfen had dat, het fijne dusdanig was, is hy gellraft voor fijn bedryf te St. Martins. Maar tüeti Uw lid. hem van een Zeero.ve,riche, daad befchul- digt heb, was hy op Sandy Point in dit Eyland: dit was een voldoende bewys van fijn onichuld. De becedigde Verklaaring, die gy my gefonden hebtj maakte geen mentie van fijn naam, of gaf de minde aanleiding da*ir toe* nog hebt gy, in myn opiniet op dit ogenblik, de. gerigtte fchadüw van bewys, dat hy fchüldig was aan het geallegéerde bedryf, Syn Equipage, van, fijn Vaartuig gedeferteert, bedreef die Zéeroveifche daad. Sy zyn de Juüitie ontvlugt. De Rheeders van de Kaper; ter vbldöening aan myne beveelen, hebben lig geëngageert het weg- gevoerde Vaaftuig tè reftitueeren, eri Fonder tlitllel te vergoeden (ion als de Heer Jennings Uw kar! informeeren) alle ichaade daar door toegebragt aatt de Onderdanen...”
13

“...my even fo° weinig aantrekken, als Uw modeile voorflag om toy de eer aan te doen van my in een foort van recru- teerend Officier te converteeren, wanneer gy by my intercedeerde om Misdadigers en Zeerovers *e pardonneeren, mits fy op nieuws den eed van ge' trouwigheid aan hunnen Koning en Souverain wilde afleggen en dienlt neemen op deflelfs Scheepen vao Oorlog, welke voorflag ik verworpen hebbe foo ais defelve verdiende, fchoon het my altoos aangenaam fal zyn te verneemen, en ik van herte wentch da* de genaadige en vergeevende dispofitie van den Dopr- lugtigen Monarch Uw Koning en Meefter in faveu van fijne misleide Americaanlche Onderdaanen doo daar aan beantwoordende goéde effeéfen mogen ge' volgt worden. In antwoord op Uw Excellencies Miffive van de 7 November en 3 December, de laatfie verfehend het Advis van den Heer Procureur Generaal in d faak van de Brigantyn de Mmerva, voormaals den eigendom van de Heeren Curfon en Gouverneur, behoef ik alleen te feggen dat op het ontfangen van...”