Your search within this document for 'ace-test-43' resulted in four matching pages.
1

“...we^eroDm ,cen Kapergaft) als Stuurman aan Booid van gemelde Bark Chriftiana genavipeert heb- bende, gedaan; waar uit, en principaalyk uit desfelfs Re- fponfiven op de feevende, twaalfde en twindgfte Interro- gatorien j welke Interrogatorien of Vraagpointen egter (om we ke reedenen weet den Ondergeteekende niet) in ge- melde (Jopie met te vinden zyn, het confteere foude, dat gemelde Peifoonen betigt waaren, dat fy fig daar aan fou- den hebben fchuldig gemaakt, f0o als verder blykt uit Bylaage Num. 43. * Offchoon nu deefe beëedigde Verklaaringe op Interro- gatorien van gemelden Rofs al weederom niet alleen dooi* een Kapergaft gegeeven was, maar door een Rebel, ge- vangen genomen zynde, felfs met de Wapenen in de hand tegen fijn wettigen Souverain en Koning , of ten minften RHpfS hoogttrdelIelfs V1;S regtende (foo als uit gemelde Brief en Refponfiven blykt) en offchoon hv gevolgelvk volgens de Engelfche Wetten felfs als een Crimineele, dat is een teprochabelDeponent (fonder dat er verder bewvs...”
2

“...komt de fehyn te hebben van my in myri Gouver- nement reekenfchap) af te vorderen, waar toe nie- mand op aarde, buiten myne Heeren en Meèflers, legt heeft. ik heb de eer met alle perfoneel regard te zyri; Myn Heer, V Wel-Édelens onderdanigile en gehoorfaamite Dienaar^ Copie van een Brief van de Hum. J; Heer 'Prajideni Greadhead aan den Gouverneur van St. Euflatitis, de dato x6 \December tyy6. NB. Den Brief is _________ V JJf' Myn Heer i jhjE Brief welke de tér had van Ü Ed. te ontfati- gen van den 43, in antwoord op de myne van ”00i.c gnomen. ftf den 17 deefer, verpligt my ü Èd. nóg ééns óver ;.adeeb3?enHeei het felve iubjeft te onderhouden. Na myne Voorgaande Brief nogmaals doorleeferi tè hébben, heb ik géene uitdrukking in dèfelve kunnen gewaar worden, verheeven boven de pligt, welke ^an myne Konifiglyke Mee fier verfc’Kuldigt ben, of bfifbeftaanbaar niet de eerbied aan U Ed. Poft tóë- Gc fctf*...”
3

“...bevel geappointeert was door de Heeren Willis en Morris ,en dat de gemelde Jdfëph White te Philadelphia refideerde; dat hy gelooft dat de ge- melde Jofeph White te Briltol gehooren was, maar feedert fee ven jaaren te Philadelphia gerefideeft had, maar deeieDeponent weet niet öf hy getrouwt is. Dat de Deponent gelooft dat de voorfz Sloep om- rent tagtig a neegentig Ton groot was; dat ten ty- q toen fy in gevegt raakte met de voorfz Sloep Kanger, fy aan Boord had omtrent fes en veertig Tc Zee* Num, 43. Antwoord op de eerjle In- terr. Antwoord op de tweede In- terr. Antwoord op de derde In- terr. Antwoord op de vierde In- ter r. Antwoordop de vyfde In- terr....”
4

“...( *43 .) • . ; r - ■ ; • ? ■ \i.. ten Generaal der vereenigde Ne- derlanden * mitsgaders haar Ed. Gr. Agtb. den Heer Reprelentanjt van fijne Doorlugtigfte Hoogheid en Bevvindhebberen van de Ed. Gcneraale geoélroyeerde Weftin- dilche Compagnie der felve Lan- den, onle wettige en Souveraine Overigheid: dat den Gedetineer- de by Vonnifte van deefen Ed. Agtbaare Geregte fal werden gecondemneerr, omme met de Strop rond de Hals gebragt te worden, ter Plaatfe alwaar meri alhier Crimineele juftitie dóed* en aldaar aan een Paal valt ge- bonden* en itrengelyk met Roe- den gegedlelt, en met het ge- woone Wapen Gebrandmerkt te worden; en wyders voor den tyd van neegen en neegentig agter een volgende jaaren gebannen te worden, uit de jurisdidien van dit en onderhoorige Eylan- den, met de kollen en mile van dé Juitnic. SENTENTIE. ^ len Eyich en Conclude van den Wel- Ëdelen Geltrengen Heer Johannes de Graaf, Gouverneur over de Eylanden Sr. Euftatius, Saba en St. Martin, in lijn qualiteit als Offi- cier...”