Your search within this document for 'Antigua' resulted in 74 matching pages.
 
1

“...gefourheert heb- nen, en als óf hy gemelden Rails uit de Rheede gefonden loude hebben, oni een Bark, toebehoorende aan het Eiland Antiqua, welke uit gemelde Rheede gezeild was, in Zee te volgen en te neemen; met byvoeging, dat fulks foude °pentlyk en fonder eenige verhinderinge van het Gouver- nement van St. Euftatius gefchied Zyn, en dat de gemelde Rails na het neemen van gemelde Bark (welke egter toen l?y is geraakt óf ten minilen hernoomen is) felfs door een Engelfch Oorlogfèhip genoomen en te Antigua opgebragt ?ynde, op defteifs examinatie fulks verklaard hadde, focj ®'s lulks nader loUden blyken uit de laatftgemelde Bylaage Num. 18. Dan hier op merkt dë Ondefgeteekende in het voorby gaan aan, dit deefe klagte van gemelde Admiraal in fig behelfchende eene odieufe infimulatie, als of het hier vo- rengemelde gefchied foude zyn opentiyk en met oogluikinge ^an het Gouvernement van St. Euftatius, op geen ander bewys beruft dan op de apöryphe Verklaaring van den vorengenoemden Rails, zynde (volgens...”
2

“...( 32- ) reekenden daar van eenig taal of teeken toe te fen- den. Wyders ftaat hier ook aan te merken, dat de captuure van meergemelde Bark van Antigua (waar op hy Rails voorgaf dat hy op ordres van gemelde van Bibber, foude uk de Rheede van St. Euftatius gefonden zyn) niet eerder dan byna omtrent drie uuren sseylens van gemelde Rheede is gefchied volgens het opgeeven van gemelde Rails felfs; gevolgelyk, foo als ligtelyk na te gaan is, is fulks weeder- om buiten het bereik van het Gejjehut van des Ondergetee- kendens Commandement gefchied, en by gevolg onmoge- lyk geweeft door den Ondergeteekende te verhinderen of voor te komen. Niettegenftaande deefe bedenkingen , als meede dat de Verklaaringe van gemelde Rails ten beften genoomen, maar ftngulier is; foo vond egter de Ondergeteekende goed, om het geallegeerde, voor foo verre het tegen gemelde van Bibber ingerigt was, naar behooren te onderfoeken. De Ondergeteekende meld hier vooraf, ter beetere op- helderinge niet allen van fijn gedrag...”
3

“.... v j j * ' \ t • : .. n j hand, Too als te voeren gebleeken is, de Admiraal Young ln fijn laatflgemelde Brief, Bylaage No. 18., opgaf, dat de- ielve te Antigua, waar na toe defelve gedefiineert was, jiiuis hoorde, Waar van de Ondergeteekende ignoreert hoe laatüe foude kunnen plaats hebben) met verfoek om de 'ecuiiteic of borg van gemelde Rails, zynde de gemelde Van Bibber, daar over te onderhouden tot goedmaakinge van foodanige fchaaden, als door gemelden capture of des- ielfs nadeelige confequentien mogten veroorfaakt worden. Vv aar op de Ondergeteekende en de Raaden, de gemel- de A. van Bibber in hunne Vergaderinge ten voorenge- tnelde einde verfcheenen zynde, goedvonden hem van Bib- ber, die van voorneemen was om een reife na de Deen- fche Eilanden te doen, te ordonneeren, niet te vertrekken, alvoorens hy van Bibber eene fufficante cautie in fijne plaats ten voorfz, einde gefield foude hebben, tot dat deefe faak finaal opgeheldert was, foo als blykt uit Bylaage No. 19, j^ynde Èxtraél...”
4

“...in ecne Nationaale Correspondentie gebruikelyk ; welke remar- que ook van dat effed is geweefi, dat gemelde fijne Ex- cellentie daar over eene apologie gemaakt heeft, foo als blykt uit Bylaage No. zz. Hier op ontfing de Ondergeteekende een Antwoord Vart den gemelden Admiraal, fonder datum, foo als blykt uit Bylaage fub No zz., met pofitive beloften van de noodige bewyfen* welke fijn Excellentie toen feide alleen te bedaart in gemelde Rails Verklaannge, voor het Britfche Admirali- teits Hor te Antigua gedaan, en waar tegen de Onderge- teekende alreeds, foo als hy (onder eorre&ie denkt) wel en te regt hier vooren genoegfaame obfervatien ter wée- derlegging gemaakt heeft; terwyl daar by nog komt dat gemelde Rails na Engeland met de Retourvloot als Prifon* nier was gefonden den 16 van de maand, en dus daags voor den datum van de Miffive van fijn Excellentie wed- t? 6 ,gemelde fwaarwigtige klagten behelsde. f kn het moet dus, foo de Ondergeteekende vertrouwt* e vreemt voorkomen j waarom het vertrek...”
5

“...r 3 7) het eerftgemelde Schip de Watergeusi Capteifl Adf. Chd» telain, foodanig geleegen? dat gemelde Admiraliteits Hof goedvond leekere Cornmiflariflen te benoemen, omj in ge- v°lge ordres van meergemelde Hof, op St. Euftatius Getui- gen op Interrogatorien onder eede te brengen: Hier op quamen de Heeren William Pitts , eert Procu- reur, en John Fergufon, Clercq van den Heer Warner* Procureur Generaal van Antigua, af* en vervoegden fig met hunne Commiffie by den Ondergeteekenden, welke Commiffie behelsde eene authorifatie aan gemelde Pitts en Fergujon en aan Thomas Halyburtön en Francis Dawes, twee Engelfche Kooplieden en Inwooners op St. Euftatius; omme, in gevolge een order van gemelde Admiraliteits Hof eenige Getuigen op St. Euftatius voorgenoemdé Com- miftariften of Gevolmagtigden te brengen, na dat alvoorens den eed voor opgemelde Commiflariflën door die Getuigen foude zyn afgelegt, en fulks relatief tot een Cafis, litispen- dent voor gemelde Admiraliteits Hof weegéns het meer- gemelde...”
6

“...en Curfon * Burgers en Kooplie* den te St. Euftatius) in de groote Baai van St. Martin ten Anker leggende, om aldaar fijne Laading, beftaande uii gepermitteerde Köopmanfchappen, te completeeren: wierd in den beginne van de maand Maart ï777, des nagts, ge' weldigerhand, door vier Matröofen van het felve Vaartuig* in abientie van den Schipper, uit gemelde Baai gevoert, te ^ortola (een Eyland onder de Souverainiteit vafl fijne Groot-Brittanmfche Majefteit en ónder het Generaal Gouvernement van Antigua) ingebragt. Hier op addres- feerden fig de Lygenaars aan den Heere Vice-Comman- deur van St. Martin, die eefft aan den Heere Prmfident van Tortola daar over klagtig viel en het gemelde Vaar- tuig reclameerde; maar geen redres krygende, fijne klaetert vernieuwde, door aan meergemelde Generaal op fijn Ex- cellentie komfte tof het gemelde Generalaat te ichryven. Gemelde Generaal te Tortola zynde in den tour, die hy deed door de Eylanden onder fijn Generalaat, fchreef dan in gemelden Brief aan den...”
7

“...r 4* 5 van rneeigemelde Heer Generaal Bit ft ont-fing, in dato den 3° July 1777, loo als blykt uit Bylaage Mum. 41. In deden Brief draagt gemelde Heer Generaal een klapte voor weegen feekere Americaanfche gearmeerde Bark, gö- naamt de Chrittiana, gevoert door feekeren Jofeph Whitd we Ge te St. Eullatius geweeft zynde, en aldaar Handel gedreeven en haar Laading ingenomen hebbende, van daar op haar te rugreile zynde, met een Engelfche Kaper in Zee Haags geweeft, genomen en te Antigua opgebragt was; behelfende de gemelde klagten, dat gemelde Bark te St. Euitauus geequipeett en gearmeert of van Oorlogsbehoef- ten*, loo als Kruid, klem Geweer, en Gefchut voorlien 1 'fe11Zyn ge™eeft’ en dat wel door toedoen van feekere e Tellier of Tertelher (een onbekenden naam, van wel- 'en er geen Inwooner op St. Euftadus exifteerde of ooit geexifteert heeft, immers nooit op de Burger-Lyft of Naam- rol is geweeft) en deHeeren Lifteren Godet, ten dien einde aan den Ondergeteekenden influitende Copie van feekere...”
8

“...( fO ) Rofs, die middel had vveeien te vinden om vart Antigua uit deilelfs Confinement te echappecren, op St. Eüflatius lig vertoonde: Hier op gemelde Letter fulks den Onder- geteekenden op den 3 Augulty 1777 aandienende, en hem in Perfoon aan het Huis van den Ondergeteekende, ter op- helderinge van gemelde befchuldiging, brengende; lbo on- dervroeg den Ondergeteekenden deh gemelden Rofs, in praefentie van de Heer Dirk Groenevefd Salomons , die lig ter felver tyd aan het Huis van den Ondergeteekende be- vond , betrekkelyk tot fijne meergemelde Responfiven op eede voor het Britfche Admiraliteits Hof te Aniigiia ge- geeven, wanneer hy dusdanige apocryphe en genoegfaame contradictoire elucidatie gaf van het geen hy gefwooren had, dat defelve den gemelden Heer Salomons en den On- dergeteekenden met verwonderinge deed aangedaan zyn; betuigende niet anders gefwooren te hebben dan van hoo- ren Jegqjen 3 en ’er by voegende; dat men hem met dreige- menten geconftringueert hadde; foo dat indien hy...”
9

“...Perfoon le Tellier of Tertellier genaamt: of diergehke benaamtnge hebbende, op Sr. Eultatius fig bevond; dat Godet niet op het Eiland zynde, Letter de eenigfte Perfoon was, omtrent wien de Ondergeteekende delTelfs informatien gevoeglyk hadde kun- nen neemen; egter niet met dat gevolg van delTelfs fchuld in deefen te kunnen ontdekken; niettegenltaande de On- dergeteekende daar omtrent geen moeite gefpaard hadde; dat niettegenltaande dit, wanneer meergemelde Ros, die op den een of ander wyfe van Antigua was geëchappeert* op St. Eultatius verfcheenen was, de Ondergeteekende fig van die geleegenheid bedienn had, om de frak verder ié onderfoeken en de gemelde Ros op examinatie voor den Raad ten dien einde te brengen; dat hy toen fijne gant- fche befchuldiging tot het hoor en /eggen reduceerde, en dat van een Perfoon, met welken hy wiite, dat hy niet kon- de gecohfronteërt worden, en dat hy inlteerde te beëedi- gen dingen, die gantfeh van delTelfs refponliven te Anti- gua verfchilden, het welke...”
10

“...aantnerkelyk is; fchoon fijn Excellentie leg , den gemelde Brief van den * o September met eer *1® 17 Otdober óntfangen te hebben, dat feer te verwonderen is vermits gemelde Brief van den io September terttond doof den Ondergeteekènden is gedepecheert geworden, en tufichen Antigua en St. Euftatius ’er. maar drie daagen ieylens is. Maar om hier niet op te blyven liaan, de Un- de, geteèkende rappelleerde fig dat eene S.!eP|en/pS’ Capuein van de Engelfche Kaper, welke de Bark Chris- tiana hadde genoomen ën te Antigua opgebragt, in de maand September 1777 op St. Euftatius zynd,e, fig na e- hooren aan het Gouvernement hadde aangediend, en toen ter tyd de Ondergetekende met den gemelde^PW- lips, 7.ynde insgelyks van Antigua,, eenig gefprek n gehad over de gemelde Bark Ghriftiana, en de befcbulf1- ging van de meergemelde Ros; en denkende, d^t mo e- Ivk die Galt de licentie foude gehad hebben, om den Un- dergeteekendert van deefe onwaarheid te betigten, altoo^...”
11

“...V J * / èé öndergëtèêkencle verfeeke'rt was mét géén ancler ÏVf* Soön van Antigua over dat fujet eenige WoordewifTelinge gehad te hebbent foo was de Ondergeteekende gedeter- tnineett, indien die Perfoon ooit op St. Eultatius verfcheeti en fig liét aandienen, om den fel ven over dusdanige ge- fegdens te onderhouden, fonder egter de reeden daar van te openbaaren % het welke gevallig voorquam óp den 13 December 17771 wanneer de gemelde Philips te Sr. Eufia- tius quarn en hg aan den Ondergeteekende aandiende ? waar op de Ondergeteekende hem in praefentie van één Getuige onderhield over het bovengemelde gefprek over de Bark Chriftiatia en de befchuldiging van de meergemelde Ros tegen Letter en Godet in de maand September met hem Philips calueel gehouden, en Teffens vroeg, óf hy fig kon- de rappelleeren, Wat de Ondergeteekende toen aan hem daar omtrent foude gelegt hebben fonder egter de reeden Van deefe vraag aan gemelde Philips te openbaaren: Waar op gemélde Philips rondborfiig zyde , dat de...”
12

“...tef- *ens met decente termen (foo als uit des Qndergeteeken- üens Brief blykt) iulks te communiceeren 5 en felfs foo als uit de Notulen te fien is* wilde de Ondergeteekende dert Llendeling geen vraag in judicïo laaten doen omtrent dé connainte, die hy praetendeerde (wanneer hy aan des On- dergeteekendens Huis aangedient wierd) dat men hem te Antigua aangedaan hadde, uit eene principe van delicatefle* om dat fulks als een disrefpeéi voor meergemelde Hof lou- oe kunnen geconfidereert worden. Kortom daar is geen twyfiel aan of hy heeft fijne Verklaaringe, foo als deielvë a j .^eeCentlyk afgegeeven en heeedigt voor het Britfche Admiraliteits Hol te Antigua; maar wanneer hy gevallij voor^ het Geregte van ót. Euflatiüs op examinatie gebragt wordende, dusdanig in fijne afgegeevene Verklaaringe qtlam O * te...”
13

“...OndertulTchen vvierd ’er weederom een atroce hofiiliteit in de Rheede van St. Euflatius gepleegt door eenige Ka- persgalten; waar van den Heer Generaal Burt gehoord hebbende, den Ondergeteekenden Aanfehryvens 1'ond, in dato den n Augufly 1777, daar in eenigfints al weeder- om pleitende voor de Perpetrantcn daar van, foo als te licn js in Bylaage Num. 88. Dit geval belfond hier in: Vyf Kapersgaflen van de Eqmpagie van den Engeifrhen Commiflievaarder, genaamd de Ranger, Capitein Stephen Philips van Antigua (den felve daar van hier vooren gefprooken is) op de Rheede van St. Euflatius leggende, verdomeden fig, om des nagts tuffchen den 14 en iy December 1777^ gewaapend met Houwers en Pilloolen, aan boord van twee Hollandfche Scheepén (de eene genaamd de Vrouw Johanna, Schipper Abraham Griepman: de andere zynde een Brigantyn ge«=' rsaamd de Lucy, Schipper Daniël de Groot) op de Rhee- de leggende, te gaan; alwaar fy het Volk van beiden met brutaliteiten , bedreigingen, fchelden en vloeken op de Hollandlche...”
14

“...moogelyk foodanig Vaartuig onder fijn Gou- vernement mogte ingebragt worden; wanneer hy fou too- nen, dat hy fonder lubierfuges redres wilde verleenen; en belluitende met een beklaaginge dat fijn Excellentie geen redres van den Ondergetekenden ontfangen had in diffe- rente gevallen van klagten;1 aanhaaiende die teegens den Commandeur en Secretaris van St. Martin (waar omtrent egter de Ondergetekende al lang de voornoemde Stukken aan lijn Excellentie hadde gedepecheerr, maar vermits dien Heer te Antigua geweefl was, foó Was het Pacquet met die Depeches daar na toe gefonden, en moet men daar fee- kerlyk het felve opgehouden hebben, foo dat fijn Excel- lentie het felve, wanneer dit fchreef, nog niet ontfangen J hadj)...”
15

“...Rheede, met oogmerk des anderen daags fig van . Water en Hout te voorfien; maar des morgens vroeg verfcheen 'er een En- gelfch Fregat op dè Rheede, het welke, benevens anderen, fig daar na omtrent het Eiland St. EuftatiuS kruiiTchende vertoonde; en dit deed de gemelde M. Cullog, uit vreefe waarfchynlyk, langêr blyven dan hy gedagt hadde, en, in plaats van één dag, vier daagen vertoeven. Op den dag toen hy in de avondftond van de Rheede vertrok, wierd de Ondergeteekende door eén vreemd Heer van Antigua kennis gegeeven, dat gemelde M. Cullogh de Voornoemde Capitein Richard Browning, als Prifonnier aan Boord had- de en hield, en die Heer veffogt den Ondergeteekenden fijh aiithoriteit te gebruiken om den felven Capitein fijn vryheid te beforgee, indien de gemelde M, Cullogti hem niet Wildé dp vrye voeten ftellen * waar op de Ondergetee- kende terftdnd de gehielde M. Cullogh voor hem ontbood, eri hem deed de gemelde Browning, met een order ttot ontflag ilïco aan Boord van fijn Schip te fenden,...”
16

“...als waarfchynlyk blykt te zyn, dat nooit door hem gefchïed was: ondertuftchen fig verleegen vindende, en waarfchyn- lyk om dat hy in fijn confcientie wille (foo als blyken fal uit verfcheidene Verklaaringen) dat hy nooit onder het Ei- land Sr. Euftatius, maar wel nader by het Eiland St. Chris- toffel was genoomen, ging hy een moment weg, praeten- deerpnde te willen gaan, daar over confulteeren; waar op hy te rug komende, feide, dat hy fig bedagt hadde en geen Proteft té St, Euflatius, maar te Antigua wilde beleggen, en vertrok daar op onverrigter faak. r Hier op ontfing de Ondergeteekende eeri Brief van den Heer Generaal Burt, in dato den zz Maart 1778, begelei- dende een omltahdig Proteft van gemelde Brouwning en een John Carril, in dato den 9 February 1778 , te Anti- gua belegt (niet alleen veel wydloopiger zynde, maar met veele omllandigheeden, waar van geen fyllabe in die wei- nige Regels, welke hy als het Hoofd van fijne eerft geïn- tendeerde Proteft, te St. Euftatius te beleggen, aan...”
17

“...ffoot; dat fijne Excellentie min- der geneegen was om geloof te geeven aan het geen voof bet Geregte van St. Euttatius ten opfigte van Ros gepas- feert was, dan.de Öndergeteekende geweeil was om ré defereeren aan de examinatien van de Britfché Admirali- teits Hoven; vermits de Öndergeteekende uit een teedere confiëntie belet hadde, dat Ros niet in judicia fwoer (het geen hy anderfints foude gedaan hebben) dat hy gecon- ttringeert was geweefi door dreigementen, om te.verklaa- . ren het geen hy te Antigua verklaard hadde: Het welk genoeg is om te toonen, welk een Vagebond hy moet ge- wee It zyn. Dat wat aangaat fijn Excellenties ahooyme Extract van een Depofitie (Bylaage Num. 145-.) ten opfigte van feeke- re prastenfe gefegdens, tendeerende om de getuigenilfe van Ros tegeri Letter te confirmeeren; dat (fonder in te tree- den, overfulk een onheufche manier van handelen, en na- tnelyk met een exparte en anonyme getuigenilfe den On- dergeteekenden te befchujdigen weegens feekere particulie- re gefprekken...”
18

“...ende met den Raad den Eed van twee Burgers en Kooplieden op St. Euftaiius, wanneer defelve een Capitein* die voorma.-Js een Engel- fche Kaper hadde gevoert, gearrefteert hadden ter faake van een Captuure, door den (elven , en nog eenen anderen gepleegt, omtrent twee Handcldryvende Barken van het Noorden komende, daar die Kooplieden in geinterefifeerc vvaaren, en welke te Antigua opgebragt en gecondemrieert Waarenv om daar vdor of Borgtogt of vergoedinge te heb- ben* van de hand geweelen , als kunnende die faak niet gebragt worden onder de Jurisdidie van St. Euftaiius, ver- mits 1'y hunne Praetcnficn in Appel te Antigua na de Con- demnatie moeiten vervolgt hebben, foo als blykt uit By- laage Num. 149, zynde Extrad der Sententiën en Reio- lutien, in dato den ij November 1777. , Behalven nu de voorenaangehaalde gevallen van de hos- tiliteiten der Engelfchen onder het bereik van het Gefchutj, en m de Havens van hun Hóóg Mogende gepleegt; foo bly~ ken vérfcheidene andere gevallen van hoftiliteiten*...”
19

“...kennifle van my. Was geteekent, Alexander le Jeune. Secretaris. Laager ftond, Accordeert met de Origi- neele ter Secretarye dee- fes Eilands beruftende. Ac- tum St. Euftatius den 10 December 177 6. §fuod Aftef or. Was geteekent, Alexander le Jeune. Secretaris. Num. 8. iij. l. Interrogatoriengedaan maa- ken by den fVel-Edele Gejlrenge Heer Johannes de Graaf, Gou- verneur over dit en onder hoor tge Eilanden Saba en St. Martin, op en jegens den Terfoon van Sa- muel Brown, Inwoonder van het Eiland Antigua, dog prefent al'* hier. Vraagen. Art. 1. Of hem ook bekent is dat Abram van Bibber eenig deel of portie heeft direft of indired in (het Vaartuig, genaamc de Bal- timore Hero. Öf hem ook bekent is dat iemand van de Inge- zeetenen deefes Eilands, dired of indired eenig deel Antwoorden. Art. 1. Segt neen. Segt neen....”
20

“...deel hebben in een Vaar- tuig vaarende met Com- miliie van het Congres van Noord-America. Of hem ooit eenige Com- Segt neen. miffiesvan het Congres van Noord-America,in blanco geteekent John Hancock in handen van de Heer Abram van Bibber geilen heeft, en aan hem ver- toont zyn. 4* 4. Of ook gefien heeft toen Segt van neen, alfoö fig de Ierfche Brigantyn ge- alsdoe op Antigua bevond, noomen is, en of iulks ook onder het Gefchut van dit Eiland is geweeft. 5- S- Of de voorenltaande Segt ja. antwoorden perfiiteert mee folemneele eede te beves- tigen. Deefe voorenftaande vraagert en antwoorden ten overüaan van Raaden gedaan zynde, foo heeft den Geinterrogeerde hier op en by geperfiiieert. Soo waarlyk moejt hem Tlepofant God Almagtig helpen. Des f’oirkonde deefes door ons Raaden en Secre- taris eigenhandig onderteekent. Atfum St Eultatius in het Fort Orange den 18 December 1776. Was geteekent, Johannes Heylïger. Tieter Runnels. Oliv. Oyen. *Dirk G. Salomons. Jacobus Seys. Onder Itond, In kenniffe...”