Your search within this document for 'wil' resulted in nine matching pages.
1

“...zwager aan de liefde en assistentie van de Curagaosche broeders zeer gemoedelijk werden aanbevolen.” De acht leden der gemeente, die zich op Curagao ge- constitueerd hadden, om die gemeente in te rigten, had- den, toen zij onderrigt waren dat Ds. muller het be- roep had aangenomen, een huis aan de Spaansche zijde tot pastoriehuis gehuurd, hetwelk voorloopig tevens als kerkgebouw zou worden gebruikt1)- In de kerkeraadsver- gadering van Julij 1759 wordt besloten, dat huis, het- welk de eigenaar wil afstaan, te koopen, // om niet bij onverhoopte gevallen verdreven te worden.” De koop wordt gesloten voor 7,500 p., mits de koopers den 508,
2

“...aan de armenkas vermaakt werden, met de kerkekas te deelen, omdat de kerkekas toen zoo goed als niets bezat; en in 1821 werd het be- sluit genomen, zooals reeds in 1819 bij de Hervormde gemeente genomen was, om de kerk- en armenkassen on- der éene administratie te brengen, dat is; te vereenigen, vooral, zooals wordt opgegeven, // om daardoor alle wijd- loopigheid te vermijden in het houden van dubbele boe- ken, en omdat toch telkens de eene kas den onderstand der andere kas noodig heeft ”, dat wil wederom zeggen, zooals bij de Hervormden; de kerkekas die van de ar- menkas. *) Eerst was er geen armenkas, om de goede reden, dat er geen ar- men waren. 2...”
3

“...al onnut. De predikant doet dit, hen tevens aanradende, om zich met hunne onderlinge bur- gerlijke veete tot de bevoegde regtbank te wenden. De een neemt daarop zijn ontslag; de andere begint zijne werkzaamheden als kerkeraadslid wederom waar te nemen. Hij, die zijn ontslag genomen had, schijnt daarover la- ter berouw gevoeld te hebben, maar ook wrevelig te zijn geworden; ten minste hij schrijft aan den kerkeraad een’ zeer onheuschen brief, waarin hij dat collegie verwijt: /'dat het hem tegen wil en dank er had uitgeschopt”, doch waarin hij tevens een schriftelijk ontslag verzoekt. De predikant antwoordt hem, in naam van den kerke- raad, op eene waardige wijze, brengt hem zijne onheu- sche handelwijze onder het oog, welke hij hoopt, dat al-...”
4

“...21 ren in uwe paleizen Om mijner broederen en mijner vrienden wil, zal ik nu spreken: vrede zij in u! Om des huizes des Heeren onzes Gods wil, zal ik het goede voor u zoeken” ‘). Bij die gelegenheid, meldt hering, dat er gecollecteerd werd 115 p. Nadat de gemeente gevestigd was, wordt dé kerkeraad reeds op het einde van 1757 te rade, om eene kerk te bouwen en aan den Gouverneur te verzoekeu, dat te dien einde eene algemeene collecte mogt gehouden worden. Dit is, ofschoon er geen melding van wordt gemaakt, door den Gouverneur toegestaan; want in de kerkeraads- vergadering van 27 December 1758, doen de twee hee- ren, die met de collecte belast waren, daarvan //rapport en rekening”, //bij welke gelegenheid tevens rekening gedaan werd van de collecte in de kerk en hetgeen dat op de teekening van de leden was ingezameld” *). De onderscheiden giften en gaven waren, met de namen der gevers, afzonderlijk in een //memorieboek” opgeteekend; doch ook dit, zooals meest al de andere boeken is daar-...”
5

“...gezang- boek, gez. 335. Na het uitspreken van den zegen werd van de schepen en barken in de haven het salut gescho- Gij wordt geloofd als Regter te zullen komen. Wij smeeken u derhalve: kom Uwen dienstknechten te hulp, die Gij vrijgekocht hebt met Uw dierbaar bloed. Geef dat wij met Uwe heiligen in Uwe eeuwige glorie deelen. Behoed Uw volk, Heer, en zegen Uwe erfenis! Bn regeer hen en verhoog hen tot in eeuwigheid! Wij zegenen U eiken dag, En prijzen Uwen naam van eeuwigheid tot in eeuwigheid. Wil ons, o Heer, tot op dien dag zonder zonden bewaren. Ontferm U onzer, Heer, ontferm U onzer! Dat Uwe barmhartigheid, Heer, over ons zij, zooals wij op U heb- ben gehoopt. On U o Heer, heb ik gehoopt, ik zal in eeuwigheid niet beschaamd F worden. i) Deze leerrede is ook te Leeuwarden uitgegeven in 1764....”
6

“...30 bewogen worden, en wij wederom dusdanig in staat ge- steld worden, om het vernielde kerkgebouw weder op te halen. Ja! deze genade schenke ons de goedertierene God en Vader der menschen, tot eer en verheerlijking van Zijne aanbiddelijke grootheid; tot uitbreiding der 0 kennis van Zijnen wil, tot bevordering van ware chris- telijke deugd en tot onzer en veler zielen heil en zalig- heid 1 Het zij, — het geschiede alzoo!” Evenwel, die wensch is niet verwezentlijkt geworden, en die wensch behoefde ook niet meer geslaakt, na de vereeniging der beide gemeenten op ons eiland. Na het afbranden der kerk stonden echter de Godsdienstoefenin- gen niet stil, dewijl door de provisionele commissarissen van ons Gouvernement, aan den kerkeraad, bij monde van den predikant werd aangeboden, om van het nu .toch ledig staande kerkgebouw der Hervormde gemeente ge- bruik te maken <); zullende, wanneer wederom een Her- vormd predikant overkwam, de noodige schikkingen ge- maakt worden, omtrent den tijd der g...”
7

“...tijd der godsdienstoefeningen der beide gemeenten geregeld; doch toen de kerkeraad der Hervormde gemeente daarin verandering wilde heb- ben en de Lutherschen werden aangeschreven, door den opvolgenden Engelschen Gouverneur, om eene nadere re- geling daarin te brengen, — begreep de Luthersche ker- keraad , dat daarmede niets anders bedoeld werd, dan // het ons moede en tegen te maken en ons te noodzaken van het medegebruik der fortkerk ten laatste geheel af te zien, daar men ons niet dictatorisch wil wegjagen en men nam het besluit, om voor de kerk der Gerefor- meerden te bedanken en wederom in de pastorie gods- dienstoefening te houden, terwijl Ds. mullek, als ver- *) Volgens de Nederduitsche vertaling uit het Hoogduitsch der Over- zetting van luther. In de Staten-overzetting luiden die verzen: «Ge- loofd zij de Heer! Dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze za- ligheid! Die God is ons een God van volkomen zaligheid, en bij den Heer, den Heer zijn uitkomsten tegen den dood.”...”
8

“...51 meente gedurende 12 jaren met zeer groot genoegen en vraagt toen eensklaps aan den kerkeraad zijn eervol ont- slag. Er moet iets voorgevallen zijn, dat hem van zeer nabij betrof en hem zoo plotseling tot dien stap deed besluiten. Men wil hier nog weten dat de aanleidende oorzaak deze was, namelijk dat hij, herhaaldelijk aan den kerkeraad verklaard hebbende, dat de bezoldiging van 1000 p. in dien tijd te gering was, en hij er, bij de noodzake- lijke verteringen, die hij maken moest, om zijn’ stand op te houden, niet van leven kon, — op vermeerdering van tractement had aangedrongen. Dewijl men daartoe ongenegen was, zou Ds. quitman naar eene andere be- trekking op het vaste land van N. Amerika hebben uit- gezien en zekerheid bekomen hebbende, dat hij die zou er- langen , zijn ontslag hebben gevraagd. De kerkeraad zou nu wel, met aanbiedingen tot verhooging van tractement bij Ds. quitman gekomen zijn; doch dit had hem niet van plan doen veranderen >)• In het officieel berigt, dat daarvan...”
9

“...wenschen!” Ds. hul.lek heeft, wat den toestand der gemeente aan- gaat, hier zooals wij reeds gezien hebben, moeijelijke en droevige dagen beleefd; want, de gemeente ging zoowel wat het welgegoed personeel aanging, als ten aanzien van hare geldmiddelen al meer en meer achteruit, en de grootste en aanhoudendste inspanning moest worden aan- gewend , om haar staande te houden. Doch hij heeft er zich met ijver en volstandigheid in gekweten; zoodat wij ons dan ook verheugen om zijner en der gemeente wil, dat de vereeniging blijder, onbezorgder dagen heeft doen geboren worden. Over die vereeniging in 1825 behoef ik hier.niet uit te wijden, ik deed het reeds in 1860, in: de Hervormde, thans vereenigde Protestantsche gemeente van Curaqao; uitgegeven in het Archief voor herhelijTce geschiedenis, bijzonder betreffende Nederland, bladz. 101 verv. In de Archiven van de Luthersche gemeente staat omtrent die vereeniging en wat haar is voorafgegaan, niets opgeteekend. Die Archiven,' ’t is vreemd, loopen...”