1 |
|
“...nu van de beroepsbrieven, welke iets ei-
genaardigs hebben, af en keeren tot den eerst beroepen
predikant terug.
Het kerkelijk getuigschrift, aan Ds. j. G. muller,
den 19 Julij 1757 door den kerkeraad van de Evange-
lich-Luthersche gemeente te Leeuwarden afgegeven, is
regt hartelijk en voor hem zeer eervol. Uit dit getuig-
schrift blijkt: dat hij bijna drie en een halfjaar het her-
der- en leeraarambt te Leeuwarden had vervuld, //onder
de gunstige protexie van hunne Edele Mogenden, de Hee-
ren Staten van Eriesland.” De Heeren gevolmagtigden
der gemeente alhier, te Amsterdam, hadden bovendien
1) Deze zinsnede was er ingevoegd, omdat de vorige predikant, zooais
wij op zijne plaats zien zullen, eensklaps had bedankt en vertrokken
Was, en de gemeente daardoor eenige jaren zonder leeraar bleef....”
|
|
2 |
|
“...de an-
dere zijde een gedenkteeken van zwart marmer, ter ver-
eeuwiging van de stichting der kerk. — Van dit monu*
ment maken de notulen geen gewag, evenmin als van een
prachtig gestoelte voor den Gouverneur. De predikstoel
werd van het ruim door een hekje afgescheiden. Dit was
even als de predikstoel en de zitplaatsen van mahonyhout,
door twee leden der gemeente op St. Domingo ten geschenke
gegeven. Op den predikstoel lag een pracht-Bijbel met
‘) Bij het aanhalen van Bijbelteksten ben ik de Staten-overzetting
gevolgd....”
|
|
3 |
|
“...begreep de Luthersche ker-
keraad , dat daarmede niets anders bedoeld werd, dan
// het ons moede en tegen te maken en ons te noodzaken
van het medegebruik der fortkerk ten laatste geheel af
te zien, daar men ons niet dictatorisch wil wegjagen
en men nam het besluit, om voor de kerk der Gerefor-
meerden te bedanken en wederom in de pastorie gods-
dienstoefening te houden, terwijl Ds. mullek, als ver-
*) Volgens de Nederduitsche vertaling uit het Hoogduitsch der Over-
zetting van luther. In de Staten-overzetting luiden die verzen: «Ge-
loofd zij de Heer! Dag bij dag overlaadt Hij ons. Die God is onze za-
ligheid! Die God is ons een God van volkomen zaligheid, en bij den
Heer, den Heer zijn uitkomsten tegen den dood.”...”
|
|
4 |
|
“...was deszelfs vertrek ook zeer
schielijk”*).
Ondertusschen hadden de gekwaliliceerden te Amster-
dam reeds een predikant beroepen, hetgeen den kerkeraad
kenbaar werd door een’ brief, onder dagteekening van
19 October 1782. De beroepene was frederik hendrik
qüitman. Wederom zwijgen de berigten of deze reeds
elders predikant was geweest of bij het beroep nog pro-
*) Waarschijnlijk dat deze Fransche vloot, na het eindigen van den
Amerikaanschen oorlog en de onafhankelijk*verklaring der Vereenigde
Staten naar Frankrijk terugkeerde.
4...”
|
|
5 |
|
“...voorzanger gaat wederom in
de godsdienstoefening voor, door het lezen van eene preek
en de kerkeraad komt op de bepaalde tijden bijeen ter
regeling en afdoening van aanhangige zaken.
Eindelijk echter ontvangt men van Amsterdam berigt,
dat beroepen is Ds. jacob mui.leb jan anthonie’s zoon.
Deze, ofschoon denzelfden naam voerende als de eerste
predikant, was echter niet van dezelfde familie. Hij was
te Arnhem geboren in 1772; had zich aldaar onder
J) Zoo ver ik vernomen heb, is Ds. quitman in de Ver. Staten tot
predikant aangesteld van drie dorpen en is later Professor geworden,
doch onbekend bij welke inrigting. Eene reeks van jaren moet bij dk&r
nog werkzaam geweest zijn, doch het jaar van zijn overlijden is mede
niet bekend. Toen hij nit Cora9ao vertrok, had hij 3 zoons, na reeds
overleden; een van deze moet predikant te New-York geweest zijn, een
ander was lid van het Congres. Er zouden nog 4 dochters van hem in
leven zijn....”
|
|