1 |
 |
“...56
den kerkeraad verzocht en ontving, werd hij in Maart
1841, volgens ’sKonings besluit, emeritus verklaard,
salvo honore et stipendio. Lang echter had hij van zijne
welverdiende rifst geen genot, daar hij reeds het volgende
jaar op den 27sten April overleed, hebbende nog 16 jaar
de dienst bij de vereenigde Protestantsche gemeente waar-
genomen. Hij had bij zijn overlijden den ouderdom van
ruim 70 jaar bereikt en was kort vóór zijn’ dood door
Z. M. nog benoemd geworden tot Bidder der orde van
den Nederlandschen Leeuw. Ds. conbadi hield den l8ten
Mei de lijkrede naar aanleiding van II Chron. XXIV:
15, 16. //En jojada werd oud en zat van dagen en
stierf; hij was honderd en dertig jaar oud, toen hij stierf.
En zij begroeven hem in de stad Davids, bij de konin-
genj want hij had goed gedaan in Israël, beide aan God
en aan zijn huis.”” — De lange diensttijd van meer dan
43 jaren van Ds. mui.leb is zeker wel bijna zonder
voorbeeld in de koloniën 1).
Bijna op het laatst van de Archiven vindt men...”
|
|