1 |
|
“...eerbiedig om vrijheid
van godsdienst en religie-oefening te verzoeken en dus te
mogen hebben kerk en predikant, gelijk in de Neder-
landen den Lutherschen werd toegestaan”; — welk ver-
zoek in het volgend rekwest wordt voorgedragen.
In dat rekwest leest men onder anderen: // Geven re-
verentelijk te kennen de ondergeteekenden, in kwaliteit
als gecommitteerden van de gemeente, belijdenis doende
van de Augsburgsche Confessie en inwoners van het
eiland Curasao;
// Hoe zij supplianten met de overige presente gemeente
in overweging hebben genomen den gedurigen aanwas
hunner geloofsgenooten, veroorzaakt eensdeels door de
sterke zeevaart, zoo van de Hollandsche schepen, als die
van de Deensche eilanden, en het aanzenden van mili-
tairen, mitsgaders door gestadige huwelijken en procre-
ëren van kinderen verwekt, van welke laatsten men reeds
tot in den derden of vierden graad telt, die zich alsnog
van hunne publieke godsdienst en de bediening der Sa-
cramenten, en dus verre van het zielverkwikkend erfdeel...”
|
|
2 |
|
“...6
lijke droefheid enz. — Om welke pregnante redenen en
motiven de presente leden van de Augsburgsche Confessie
eene inteekening hebben gedaan, strekkende tot mainte-
nue van een Luthersch predikant en godshuis enz. In
welke hoop, wij ons tot U zijn keerende, met een nede-
rig verzoek, het geallegeerde in consideratie te nemen en
een gunstig apostil, waarbij aan die van de Augsburg-
sche Confessie alhier octrooi van een Luthersch predi-
kant, kerk en godshuis, mitsgaders de vrije uitoefening
van hunne godsdienst, zooals in de geünieerde provintiën
gebruikelijk en tot onze redelijke koste mag worden
verleend.”
De personen, die dat rekwest onderteekenen, noemen
zich: >/ gecommitteerden der gemeente”, ten getale van
acht, //gekozen om het werk te dirigeren.” Het stuk
echter heeft, volgens de slordigheid dier tijden, geen
dagteekening, zoo min als de daarop volgende brief van
voorschrijving van den Gouverneur *); doch daar het ant-
woord van Bewindhebbers der W. I. Compagnie van 27
Mei 1755...”
|
|