1 |
![](https://dcdp.uoc.cw/content/AA/00/00/06/41/00001/NL-0200050000_UBL10_00570_0056thm.jpg) |
“...schrijven, waartoe hij //wenscht, dat
God Zijnen zegen verleenen mogt.” Die wensch echter
werd nog zoo spoedig niet vervuld; maar in den loop
van 1782 werd de gemeente (of zij die er van opkwa-
men), toch verschoond van den voorlezer eene preek te
hooren oplezen, doordien zekere Ds. Johannes simons
ad interim tot predikant wordt aangesteld, tot tijd en
wijle een predikant uit Nederland was gekomen, of men
nader berigt uit Amsterdam had ontvangen.
Deze Ds. simons wordt gezegd eerst geweest te zijn
//Pastor vicarius te Guntersbloem en Dolgesheim 1), en
wel gedurende den tijd van 6 jaren; toen was hij van
daar naar St. Eustatius vertrokken, waar dus in het mid-
den der voorgaande eeuw, behalve eene bloeijende Her-
vormde, ook eene Luthersche gemeente moet geweest zijn.
Hij had daar 2 jaar de dienst waargenomen en hield zich
nu juist, misschien wel ter oorzake zijner gezondheid,
op Curasao op. De kerkeraad hiervan onderrigt, heeft hem
door twee gecommitteerden op den 12den Augustus laten
verzoeken...”
|
|