1 |
|
“...ge-
huwd, en is, den tijd dat hij hier was, ongehuwd gebleven.
Die tijd was kort en die //groote vreugde” van de
Luthersche gemeente door zijne overkomst veroorzaakt,
was ook van korten duur; want ofschoon bij zijn examen
te Amsterdam zijne akademische getuigschriften, ook om-
trent // de leer ” in orde waren, en hij overkomt met // re-
commandatie-brief” van de gekwalificeerden, zoo geraakt
hij echter spoedig in den reuk van onregtzinnigheid en
wekt bij den kerkeraad hevige vermoedens op van ket-
terij! Onder dagteekening toch van 7 Januarij 1782 wordt
aangeteekend: //Dewijl Ds. g. h. pfeiffer verscheidene
dwalingen op den predikstoel geleerd heeft en diverse ma-
len, zoo door den Eerw. kerkeraad als ook in het bij-
zonder door eenige leden van den kerkeraad daarover
aangesproken en vermaand is *), om zulks niet meer te
doen, en ZEw. naar geene vermaningen luisterde, maar
i) Die kerkeraad rekende rich zeker bekwaam genoeg om over diep-
zinnige theologische punten oordeel en uitspraak te...”
|
|