1 |
|
“...waarvan twee
derde *) der intresten aan onze kerk alhier jaarlijks is
gemaakt, bedragende sedert anno 1802 tot ultimo De-
cember 1808, 2) f 351; en met gemelden th. jutting
in afrekening zijner rekening overeengekomen tegen 40
st. alhier de pesos te disconteren.” Doch hiermede is ook
alles uit. In 1859 is de kerkeraad der Ver. Prot. ge-
meente, die er onderzoek naar heeft ingesteld, te weten
gekomen, dat door de tiercering in 1810 die fondsen
met twee derden verminderd zijnde, men ook te Amster-
dam is opgehouden renten uit te keeren, maar die heeft
laten oploopen en dat in 1858 het oorspronkelijke kapi-
taal weder aanwezig was. De daarna ingestelde pogingen,
om ten minste van de administrateurs van het kapitaal,
de verschenen renten van 1810 tot 1825 te erlangen,
tijdstip waarop de vereeniging der beide gemeenten plaats
had, en het geleverd bewijs dat de Luthersche gemeente,
als zoodanig, hier niet opgehouden had te bestaan 3),
•) In het uittreksel van het testament staat, zooals ik heb opgegeven...”
|
|
2 |
|
“...berigt dus voort: //doch alzoo terzelfder tijd
alhier arriveerde de WEw. heer georg fredrich dentzei,,
veldprediker bij het Tweeburgsche regiment, hetwelk met
de Fransche vloot in deze haven lag, heeft dezelve in
vrijwilligen ijver en liefde de gemeente met eenige stich-
telijke predikatiën onderhouden. Hoe lang dit echter ge-
duurd heeft, wordt niet medegedeeld, maar wel: // tot
onze groote droefenis was deszelfs vertrek ook zeer
schielijk”*).
Ondertusschen hadden de gekwaliliceerden te Amster-
dam reeds een predikant beroepen, hetgeen den kerkeraad
kenbaar werd door een’ brief, onder dagteekening van
19 October 1782. De beroepene was frederik hendrik
qüitman. Wederom zwijgen de berigten of deze reeds
elders predikant was geweest of bij het beroep nog pro-
*) Waarschijnlijk dat deze Fransche vloot, na het eindigen van den
Amerikaanschen oorlog en de onafhankelijk*verklaring der Vereenigde
Staten naar Frankrijk terugkeerde.
4...”
|
|