Your search within this document for 'los' resulted in four matching pages.
1

“...Imaum, Kapitein morrish. Op de reede lagen verder het stoomfregat Cadmus, Kapitein hellevar en de rader-stoomschepen Landrill en Hydra, Kommandanten MARTIN en HAMELTON. Bij het ten anker komen kwam dadelijk aan boord een Officier van het wachtschip om te complimenteren, en de quarantaine doctor, van wien practica verkregen werd. Een saluut van 21 schoten met de Engelsche vlag aan den groo- ten top gedaan, werd dadelijk beantwoord, hetgeen ik deed volgen door een van 13 schoten, met de marszeilen los, waarvoor het wachtschip bedankte. De Kapitein der troepen en barracks (de Generaal bevelhebber woont te Kingstown) kwam mij aan boord verwelkomen en verder opgaven vragen van den naam van het schip, kom- mandant, destiuatie, komst van waar en wat dies meer zij , om dit aan den Gouverneur van Jamaica, welke te Spanistown verblijf houdt, te seinen. Met de depêches, van St. Domingo medegenomen, ging ik dadelijk mijne opwachting maken bij den Commo- dore DÜNLOP. Z. H. Ed. G. woonde in een groot huis...”
2

“...op een der boeijen gemeerd, en begaf ik mij naar den Commodore, om Z. H. Ed. G. van mijn vertrek kennis te geven, voor de verleende adsistentie te bedanken, en mijne diensten aan te bieden voor Havanna of Cuba. Eene ongesteldheid belette dien Vlag-Officier om mij in persoon te ontvangen, zoodat zijn Adjudant mijn bezoek aannam. Aan boord terug gekeerd, ontving ik een oogen- blik later den Kapitein ter zee mobrisu , Kommandant van het vlaggeschip Imaum, en deze vertrokken zijnde, liet ik de boei los en stuurde door het zuidkanaal naar zee. Een loods heeft men ook in dit vaarwater, niet minder dan in het oostelijke, noodig, aangezien zelfs bij een open wind, de geleidemerken in de beschrijving opgegeven, onmogelijk voor iemand, die daar onbekend is, in hel zigt te krijgen zijn. Toen de loods bij hel laatste baken van het vaarwater van boord ging, liet ik Z. t. W. sturen tot den zuidhoek van het eiland Portland, bij zijn vertrek reeds te zien, W. t.N. gepeild werd. Vervolgens stuurde ikW.Z.W...”
3

“...te veel speling in kwam; de ouden moeten opgevuld worden. De ketels zijn ook, blijkens de daarvan opgemaakte processenverbaal, bij de driemaand-staten, in goeden toe- stand , geene aanzetting is te bespeuren. Na het eindigen met stoomen buiten straat Florida, is er evenwel een klein lek ontdekt boven het middelste vuur in stuurboords ketel. Dit bleek te ontstaan door dat de plaat uit twee stukken, die de tubbeplaat en vuurtappen vcreenigt, op het kooksel over eene lengte van Eng. duim lang, was los gegaan. Door er een lapje van bekwame afmeting, met eene kelellapschroef van | duim diameter op te zetten en een getapt geboord gat, is dit hersteld. Ook bij bakboords ketel werd daar ter plaatse een stukje zout ontwaard, doch zeer weinig ; dit is hersteld door het scheurtje op nieuw digt te kooken. De stuurboords breinpijp is op den soldeernaad lek, waarom daar een stukje smarting is opgelegd. Onder stoom werd geregeld gebreind, en 1 of & malen gespuid, maar dit maakt het voor de stookers moeijelijk...”
4

“...54 omgeklonken was, door hel werken van hel schip los was gescheurd. Wenschelijk is het die pijp goed stevig te maken en hoóger bij het potdeksel te laten uitkomen, dan nu het geval is onder de rust. De condensor werd te Curasao opengemaakt en vrij van w&lersteen bevonden; eene zeer geringe hoeveelheid zout aan de pijpjes liet dade- lijk los. In de tübeplaat van den ketel werd een klein lekje ontdekt, dat echter door een stukje zout zich zelf sloot. Het zoude eene nuttige verbetering zijn, wanneer het gemaakte water, door een aan te brengen handpomp in de ketels kon overgebragt worden, iets dat nu geschiedt door het leégscheppen van de reservoir met akertjes, en aanlei- ding geeft tot verlies en minder zindelijkheid. In dat geval zou het wenschelijk zijn levens eene verbetering te brengen in de plaats waar en de wijze waarop nu de bemanning het drinkwater gebruikt. Dit staat op onze Nederl. schepen in standaards, houten vaten, met een schildwacht er bij om het misbruik maken te beletten...”