1 |
 |
“...538-2
Zweden en Noorwegen 47,756-6$ 16,309-6 64,066-4$
Italië , 69,022-4$ 651,275-4 720,298- $
253,688 253,688
Oostenrijk • 138,036-1 138)036-1
’457,010-7$ 457,010-7$
27,789,800-5 31,210,405-1 59,000,205-6.
Behalve tot andere geeft deze staat aanleiding tot de
opmerking, dat onder een gedeelte der naticvlaggen, voor
meer waarde in- dan uitgevoerd werd, en met andere het
omgekeerde plaats had. Dat ook Nederland behoort onder
die natiën , welke de producten , die zij uit Havanna trek-
ken , groolendeels onder vreemde vlag aanvoeren (zoo als
duidelijk blijkt uit het klein aantal Nederlandsche schepen,
te Havanna ingeklaard), is bij de groote handelsvloot van
Nederland wel bevreemdend.
Buiten cene groote Gouvernements-Marinewerf voor bouw
of herstelling en uitrusting, zijn er verder' vele particuliere
inrigtingen vïln dien aard, alsmede een zeer groot en goed
drijvend droog dok, waarin het grootste oorlogs-fregat ge-
staan heeft, en dat, zoo als Uwe Excellentie bekend is,
als éenig...”
|
|
2 |
 |
“...schepen van 500 pr. kr. Francisco de Azis, Isabella Gatolica,
Velasco, Blasco de Garey, Herman Cortes, Alvaro de
Bazan cn Joan d’Austria, terwijl nog 4 brikken , 5 kanon-
neerboolcn met stoomvermogen, 4 schooner-brikken en
2 schooners aan de werf lagen en tot bet station behoor-
den , behalve zes schroef-kanonneerbooten, die op de kust
waren; men verwachtte eerlang, bij eene zending naar
St. Domingo, waarover ik hierna zal spreken, tot ver-
sterking van het eskader, één tweedekssebip van 86 stuk-
ken, de zeil-fregatlen Prinses van Aslurië en Cortes, de
korvetten Mawaredo en Colon en de schooner Cruz. Dit
alles volgens authentieke opgaven.
Het fregat Blanca, dat ik door bereidvaardigheid van den
Kommandant, zoo als ik vroeger zeide, tot in de geringste
bijzonderheden met Z. H. Ed. G. zag, en dat, zelfs de
machine, geheel gebouwd en uitgerust is te Fenol, vol-
komen in den Engelschen trant, waarvan de Spaansche
Marine, door het zenden van Officieren en Ingenieurs, zeer
veel, zoo niet alles ,...”
|
|
3 |
 |
“...geholpen worden.
Eindelijk beginnen de nu aan boord dienende stookers
beter gewend te raken aan hun werk ; aanvankelijk was dit
moeijelijk, omdat zij met een zeer lang stookijzer moeten
werken tot achter in, waar de vuren anders dood liggen.
De veiligheidskleppen op de ketels zijn goed digt, en
worden enkel nu en dan met olie gezuiverd. Het gewigt
waarmede zij bezwaard zijn, is, den staat der ketels in
aanmerking genomen, nog niet verminderd.
De buiten boords injectie ./Tiw^row-klep-stang is gebro-
ken op een gietgat, in Juoij 1860, stoomende van Aruba
naar Curacao; wel is dit hersteld, maar toch blijft het
raadzaam die stang geheel te vernieuwen.
OISTILI.BSR-SIACHINB. Ofschoon dit werktuig op de...”
|
|