1 |
|
“... in dato 19 Junij 1860 (waarvan het afschrift mij
door Uwe Excellentie was toegezonden) aan het Domini-
kaansch Gouvernement, om den schooner Amalia, behoo-
rende aan den heer jesorun te Curasao, varende destijds
onder Nederlandsche vlag en in 1858 wederregtelijk te
St. Domingo aangehouden, mij uit te leveren, en eene
som, nader te bepalen, als schadevergoeding te betalen.
Ik vermeende in den geest van het Ministerie te handelen,
door er bij te voegen en er op te wijzen: dat de Vesuvius
reeds hel derde Nederlandsche oorlogschip was, waarvan de
Kommandant was afgezonden tot beëindiging van deze nu
reeds twee jaren hangende zaak ; dat, naar mijn gevoelen ,
van het antwoord, dat ik eerlang in Nederland aan mijn
Gouvernement hoopte te brengen, zoude afhangen, of niet
nog in den loop van dit jaar welligt andere Nederlandsche
oorlogschepen zouden komen, van grooter charter maar
zeker met minder vredelievend doel, om een einde te
maken aan het geschil, ’t welk eerst te Curasao en later
in Nederland...”
|
|
2 |
|
“...certificaat als
Master-Pilot vertoonde, en genoemd r. e. golson. Op
zijne aanwijzing werd langs de kust naar Coic-point en
Plum point aangestuurd, waar weder een zeer ver zigt-
bare witte vuurtoren staat. Tot daartoe kunnen de schepen,
vroeger geen loods gevonden hebbende, zonder gevaar
doorloopen, om dien aldaar te vinden of af te wachten.
Daar bewesten begint hel kanaal, gevormd door een laag
afloopende kust, waarover heen men reeds ver Kingstown
ziet en de verschillende lage klipachtige eilandjes en banken.
Hoe meer men Port Royal nadert, waarvan men de
batterij en daarbij liggende Engelsche oorlogschepen, op
grooten afstand over hel lage landpunt ziet liggen, hoe
meer dat kanaal een loodsmans vaarwater wordt, dat zon-
der aanwijzing van een daar goed bekend persoon niet te
bevaren is. Vooral tusschen Gunkey en Rochamskei/-
klippen doorgaande en dan tusschen de Lakens oploevende,
waar de Engelsche oorlogschepen liggen, moet men een be-
zeilden wind hebben en goed Lekend zijn.
De beschrijving...”
|
|
3 |
|
“...door het zuidkanaal naar zee. Een
loods heeft men ook in dit vaarwater, niet minder dan in
het oostelijke, noodig, aangezien zelfs bij een open wind,
de geleidemerken in de beschrijving opgegeven, onmogelijk
voor iemand, die daar onbekend is, in hel zigt te krijgen
zijn.
Toen de loods bij hel laatste baken van het vaarwater
van boord ging, liet ik Z. t. W. sturen tot den zuidhoek
van het eiland Portland, bij zijn vertrek reeds te zien,
W. t.N. gepeild werd. Vervolgens stuurde ikW.Z.W.,
zette met den Z. O. zeewind alle zeilen bij en liet de
machine stoppen, enz. Spoedig werden de gelegenheden
flaauwer en de wind minder vast uit den oosthoek, zoodat
wij bezuiden kaap Nigril den passaat soms geheel verloren.
Mijn voornemen was aanvankelijk om hel eiland Groot
Cayman in het zigt te loopen, doch onregelmatige stroo-
men, eerst om de W. N. W., later echter dagelijks om de
Z.O., verijdelden dit plan. Dit verschijnsel vanZ.O. stroom
wordt in de beschrijving » Columbian Navigator," vooral
bij wassende...”
|
|
4 |
|
“...Reeds bij het verhandelde omtrent het verblijf van den
Vesuvius, ter reede St. Domingo, zeide ik, dat, volgens
loopende geruchten, het bestuur der Republiek zich lot het
Spaansehe Gouvernement had gewend, om zich onder zijne
bescherming te stellen. Hoewel de proclamatie van den
President, waarin van de verkregen onafhankelijkheid
hoog werd opgehaald, zoo iets destijds in het geheel niet
denken liet en de Ncderlaudsche Consul, dien ik er naar
vroeg, het ook meende te kunnen ontkennen, zoo bleek
hel, na aankomst van een mailschip te Havanna, uil
Spanje, dat dit alles wel degelijk waar was. Het eskader
kreeg last zich voor drie maanden te victualiéeren en tot
vertrek binnen 3 maal 24 uren gereed te zijn.
Zaturdag morgen den 30” Maart, werd op een gedeelte
van het eskader zeer vroeg stoom opgemaakt, en zag men
daar embarqueren eene groote hoeveelheid soldaten en
legerbehoeften. Ten 10u verliet het stoomfregat Beringuela,
voorafgegaan door het rader-stoomschip Velasco en gevolgd
door de Herman...”
|
|
5 |
|
“...Vermits ik moet veronderstellen, dat het bestuur, tijdens
het verblijf van den Vesuvius te St. Domingo, wel kon ver-
moeden , dat het verzoek om de bescherming van de Spaan-
sche vlag eerlang zou aangenomen worden, bevreemdt het
mij des te meer, dat niet meer mocijelijkheden gemaakt
zijn, belrekkelijk den eisch tot teruggaaf der schoener Amalia
en tol het betalen van schadeloosstelling. Bestond die voor-
kennis niet, dan valt het niet te loochenen, dat de komst
van mijn onderhebbenden bodem in hel laatst van February,
al zeer ter goeder ure plaats had....”
|
|
6 |
|
“...staat, voor de Engelsche Marine zelfs tot
de voorschriften behoort voor kommanderende Officieren.
Op den 7“ April werd er niet meer dan om de N. O.
koers behouden ; toen in den nacht de wind zuidelijker
liep, de barometer in den A. M. van den 8" van 767, de
stand van den vorigen dag, tot 762 daalde, en daarbij drei-
gende luchten opkwamen, liet ik tegen den P. V. bijsteken,
liggende voor het digt gereefde groot marszeil, dnbbcl gereefd
achter-bramzeil en stormfok. Op het einde van den P. V.
waaide hel reeds cenc digi gereefde marszeils koelte met zware...”
|
|
7 |
|
“...mogelijk geheschen) vol; het achter-
ste takel en de sjorringen braken, zoo dat ik, om verder
avarij van het boord te voorkomen, verpligt was ook het
voorste te doen kappen en de sloep verloren te doen gaan.
In de D. W. nam het weder met buijen af, de wind liep
naar hel W. en op den V.M. met eene harde bui naar het
N. W. geschoten, liet ik afhouden, zeil maken, O., later
O. Z. O. en Z. O. sturen om uit den golfstroom te komen,
en bezuiden de -Ber/Mwefa-eilanden op omstreeks 30 N.br.
om te gaan. Pen volgenden dag met stijve bramzeils-koelte
uit het Z.W. bij den wind sturende, kreeg de lucht in
't westen zulk een wild en dreigend aanzien, dat ik in den
A. M. de bramzeilen liet bergen, 2 reven in de marszeilen
liet steken, hel grootzeil en kruiszeil liet beslaan, en nok-
lakels en contrabrassen op de onder- en marsera’as liet
brengen. Juist was dit alles gereed, toen de wind met
zulk eene vervaarlijke bui naar het westen schoot met slag-
regen en hagel, dat het mij bevreemdde, zonder avarij...”
|
|
8 |
|
“...zonder in
een bijzonder onderzoek overal bij de inhouten te kunnen
komen, weinig aan den romp te herstellen. Dit onderzoek
zal echter in een droog dok naauwkeuriger moeten plaats
hebben, en vooral zal alsdan kunnen nagegaan worden, of
hel distilleeren geen nadeel heeft gedaan aan de inhouten,
ter hoogte waar de condensor staat. Op de uitreis reeds
naar de West-Indivn, was de looden pijp die de warme
lucht naar buiten boord moest voeren, herhaaldelijk ge-
broken , met dat gevolg dat er een warme damp uit de ver-
schansing sloeg. Eerst later is dit gebrek door het aanbrengen
van eene stevige koperen pijp goed kunnen hersteld worden.
De geheele ruimte waar de condensor staat, beneden het
tusschendeks, liet ik met zink beklceden, omdat op ver-
scheidene plaatsen hel hout door de voortdurende warme
lucht of stoom, die niet geheel in de reservoir af te sluiten
is. zoo zacht en poreus was geworden, dat men daar op
sommige plaatsen gemakkelijk een mes kon doorsteken.
Verder zal er een onderzoek ingesteld...”
|
|
9 |
|
“...waar de distilleer-toeslel staat,
werd in het vóór-kolenruim een houten bekieeding gemaakt
en de tnsschenruimten met klei aangevuld, om bij het
distilleeren minder warmte in het ruim te laten doorstralen.
Rondom de koperen pompen in het oploopen van het
schip in dat kolenruim, zouden, mijns inziens, kokers
moeten getimmerd worden, om die pompen niet te be-
schadigen bij het kolen storten of verwerken, en wel zoo
ruim dat, om die pompen te klaren, een man zich daarin
kan laten afzakken, vermits hel kolengruis, waarin nu het
onderste gedeelte staat, ze spoedig onklaar zou doen zijn; —
ook al gaat dit alles met verlies van eenige ruimte voor
brandstof gepaard.
Verlengstukken, aangebragt tot tegen het zaadhout met
eene flaauwe bogt, zouden, naar ik vermeen, even zoo
wenschelijk zijn, daar er nu reeds eene belangrijke hoeveel-
heid water in het ruim moet staan, alvorens de pompen
kunnen werken , althans zooveel, dat de onderste laag kolen
reeds lang nat is. Zij werden, daar het schip beneden...”
|
|
10 |
|
“...voor het komen op de gronden,
ook de vaart zoo traag was; verscheidene schepen, van
onder de lei in het zigt komende, werkten in drie wachten
een zigt vóór ons te loefwaart vooruit.
Verscheidene proeven werden genomen lot wegneming
van het aangewezen bezwaar, als: het plaatsen der geheele
bemanning op den bak , en daarna op het halfdek, en ein-
delijk het op peil pompen der ketels, en deze laatste
maatregel verbeterde de fout dan ook grootelijks. Bij het
eskader in 1859 zeilde de Vesuvius, na hel stoomschip
Vice-Admiraal Koopman , somtijds bij den wind , bijna met
het fregat Evertsen gelijk.
Maar al is het wenden, enz. bij den wind over — nu
zooveel ondoenlijker dan vroeger, in 1859, toen het tuig
pas veranderd was — enkel toe te schrijven aan ongunstigen
diepgang, en daardoor of door andere oorzaken veranderden
stuurlast, zoo is het toch reeds een zeer groot nadeel, aan-
gezien de stuurlast op eene reis van eenigen duur, in den
Oceaan dikwijls niet op te nemen is en men dus steeds in
het...”
|
|
11 |
|
“...over te
nemen, hoe hooger het aan den wind blijft, terwijl het
groot-marszeil dan al zeer spoedig leeft, en men dient te
zorgen dat het niet tegenkomt.
SLoapBH en KLEINE VAARTUIGEN. Alleen wal dit
gedeelte aangaat, zijn de stoomschepen der 4° klasse, naar
mijn gevoelen, slecht uitgerust. De bepalingen toch geven
daarvoor aan :
Een barkassloep, & 10 riemen, AA N°. 2.
Twee Jollen, » 6 dito, E » 1.
Een Jol, . . » 2 dubb. dito, E » 2.
Van die vaartuigen is enkel de barkassloep, a 10 riemen-,
voor hel daarmede beüogde doel geschikt, als ook de jol,
è 2 dubbele riemen , in die enkele gevallen, dat men buiten
’s lands in eene haven ligt waar zee noch tij staat, dus
op de reeden van Nederland nimmer.
De ondervinding heeft bewezen, dat men met de beide
jollen, & 6 riemen, bij een weinig wind of kabbeling van
het water niets kan uilrigten. Voor het charter van het
schip en eene bemanning van 100 koppen, zijn die jollen
dan ook al zeer nietige vaartuigen, waarvan men ook in Oosl-
lndi'è, bij eene...”
|
|
12 |
|
“...somtijds
de hoeveelheid die gedistilleerd werd in 24 uur, aangezien
dat afhing, deels natuurlijk van wind en regen, maar wat
minder begrijpelijk is, deels van den boeg waarover het
schip lag. Over stuurboord liggende, was de hoeveelheid
meer dan over bakboord, door dat men dan de spanning
van den stoom tot f a 1 ® kon opvoeren , hetgeen, over
bakboord liggende, niet meer dan tot | tr kon geschieden.
Geene andere reden kan ik hiervoor vinden, dan dat bij
helling over bakboord de afvloeipijp van hel warme water,
dat gediend heeft om te condenseren , dieper onder de
oppervlakte der zee, en dus door een grooler kolom water
gedrukt, niet zoo spoedig wegvloeide, en er dus geene
gelegenheid was, voor het toevloeijende koude water, om
den aangevocrden stoom even snel in den condensor te
bekoelen, als wanneer het schip over stuurboord lag.
Het bewijs dat deze veronderstelling juist is, ligt daarin,
dat in het eene geval de kraan der afvloeibuis heet en in
het andere geval handwarm is. Of dit de eenige...”
|
|
13 |
|
“...54
omgeklonken was, door hel werken van hel schip los
was gescheurd. Wenschelijk is het die pijp goed stevig te
maken en hoóger bij het potdeksel te laten uitkomen, dan
nu het geval is onder de rust. De condensor werd te
Curasao opengemaakt en vrij van w&lersteen bevonden;
eene zeer geringe hoeveelheid zout aan de pijpjes liet dade-
lijk los. In de tübeplaat van den ketel werd een klein lekje
ontdekt, dat echter door een stukje zout zich zelf sloot.
Het zoude eene nuttige verbetering zijn, wanneer het
gemaakte water, door een aan te brengen handpomp in de
ketels kon overgebragt worden, iets dat nu geschiedt door
het leégscheppen van de reservoir met akertjes, en aanlei-
ding geeft tot verlies en minder zindelijkheid. In dat geval
zou het wenschelijk zijn levens eene verbetering te brengen
in de plaats waar en de wijze waarop nu de bemanning het
drinkwater gebruikt. Dit staat op onze Nederl. schepen in
standaards, houten vaten, met een schildwacht er bij om het
misbruik maken te beletten...”
|
|
14 |
|
“...mariniers
konde het onderhoud dan opgedragen worden.
Konden er in de verstrekking der revolver - pistolen,
zoo ais die nu plaats heeft bij officieren, nog een paar wij-
zigingen gemaakt worden, zoo zou dit, naar ik bescheiden
vermeen, wenschelijk zijn. Zij worden aan boord ont-
vangen in kistjes, en de ammunitie afzonderlijk. Koppels,
waarin ze hangen , met tasjes om daarin de benoodigdheden
te bergen, bij eene landing, zijn voor officieren die ze
gebruiken, een noodzakelijk vereischte. Kon bovendien
hel wapen, aan een’ officier eens uitgereikt bij zijn' komst
op een schip, in zijn bezit blijven, tot hij de dienst verlaat,
of tot het wapen om andere redenen weder aan het Gouver-
nement moet terugkeeren , dan zou dit het nuttige gevolg...”
|
|
15 |
|
“...en dat
de uitzigten van het eiland dagelijks beter worden.
Zij die tien jaren geleden aan het eiland wanhoopten, zijn
nu vol hoop, en wel sedert 1854, toen er in de constitutie
van Jamaica eene geheele verandering kwam, bij welke
de wetgeving hervormd werd , en de Gouverneur, bijgestaan
door eene uitvoerende commissie van drie leden, belast werd
met het geheel onafhankelijk bestier der financiën van dit
eiland. Sedert dien tijd herstelde zich het vertrouwen hier
zoo wel als in Engeland, zoodat hel openbaar crediet van
Jamaica goed bevestigd heeten mag. De massa van het
volk heeft veel gewonnen bij de emancipatie; zeer velen
onder hen zijn zelven planters en landbouwers geworden,
die onder den invloed van godsdienst en beschaving hunne
kinderen betamelijk opvoeden. Wel kan het bestuur, of-
schoon over een inkomen van £ 200,000 beschikkende,
jaarlijks slechts £ 3,000 voor het onderwijs afstaan, daar
het algemeen bestuur en de interessen van publieke schuld
zware uitgaven vorderen, maar de...”
|
|
16 |
|
“...hoogte in dat gevoelen te deelen, althans het
toonde zich niet zeer geneigd het nieuwe stelsel van im-
migratie aan te moedigen.
De tweede poging mislukte alzoo eveneens. Intusschen
had de kolonie zich voor deze zaak groote uitgaven getroost,
en niets anders verkregen dan de vestiging van eenige
weinige Iersche en Duilsche gezinnen en van hoogstens 200
Afrikanen. De immigratie kwestie bleef nu eenige jaren
rusten, doch allen wien de ware vooruitgang van het land
ter harte ging, en die begrepen dat hel bestaan van Jamaica,
als eene beschaafde Britsche kolonie, van de suikercultuur
afhing, gingen onvermoeid voort met hun ijveren voor de
immigratie, en dit zoowel in openbare geschriften als in
memoriën aan het Britsche Gouvernement.
De belangstelling door deze personen betoond, leidde
dan ook voor ettelijke jaren lot het wagen van eene derde
poging, maar ditmaal op de kusten van Azië en China.
Ongeveer 3,000 bergkoelies en 2 h 300 Chinezen werden
van daar naar Jamaica overgevoerd, maar aanvankelijk...”
|
|
17 |
|
“...verdere bevordering van de
landverhuizing, leeningen aan te gaan, welke leeningen
men zich voorstelt af te lossen uit de opbrengst eener
voorgenomen verhooging van de uitvoerregten.
Hel wetsontwerp is intusschen nog in behandeling, en
wij weten niet, welk besluit de wetgevende vergadering
daaromtrent nemen zal.
Het is zeer te bejammeren, dat een groot aantal mannen
van naam in het land, in de eerste plaats de Zendelingen
en andere vrienden der Negers, zich een geruimen tijd ten
sterkste tegen de immigratie hebben aangekant. Zij beweren ,
dat deze schadelijk is voor de Negers, omdat bij vermeer-
dering van bevolking de aanbiedingen van werk noodzake-
lijk zullen toenemen, en dus ook de loonen lager dalen dan
zij tegenwoordig zijn, te weten 60 a 90 cents per dag.
Deze menschen verliezen echter geheel uit hel oog, dat bij
6...”
|
|