Your search within this document for 'dal' OR 'un' OR 'beter' resulted in 19 matching pages.

You can restrict your results by searching for dal AND un AND beter.
1

“...bepaalde uur, werd ik op het paleis van den President in een zeer klein en onaanzien- lijk vertrek geleid, in het gezelschap van den President, Generaal pedro sant-anna , den Vice-President, Gene- raal abou-alfou , en den Minister van Binnenlandsche Zaken, op dat oogenblik tevens belast met de portefeuille van het Ministerie van Builenlandsche Zaken, den heer filippe J. D. DE CASTRO. Eene plaats , tusschen de beide Presidenten mij aange- wezen , ingenomen hebbende , gaf ik met weinige woorden kennis, dal ik, van Curacao naar Nederland op reis, U...”
2

“...en andere Officieren van de marine en het leger tegenwoordig waren. Vermits de prijzen van vleesch, brood en groenten hier niet duur zijn, en tevens om victualie te besparen , gaf ik order, om van Donderdag den 6n tol Maandag den 10° dagelijks verversching te verstrekken. Het loodsgeld daarentegen is hier niet weinig; men betaalt volgens tarief naar de tonnenmaat van het schip, hetgeen voor de Vesuvius, gerekend tusschen de 400 en 700 ton, voor in- en uitbrengen 9 £ st. bedroeg. Vreemd is het, dal de plaats waar de loods aan boord komt niet gerekend wordt, aangezien men, dien bij Jalley-point of Plum-point nemende of krijgende, hetzelfde betaalt. De stad Kingstown naderende, getuigt het zeer groot aantal handels-, zeil- en stoomschepen, op stroom en tegen de kade aanliggende, al dadelijk van den uitgebreiden handel, die vooral met Engeland en Amerika, maar ook verder met alle landen onderhouden wordt, van de belangrijkheid der stad als bandclsplaats, en die van het geheele eiland. De stad...”
3

“...beleefdheid door den Kapitein- Generaal-Gouverneur en den Schout-bij-Nacht ontvangen. Ik bad gemeend, vóór of na de officiëele bezoeken, den Consuf-Geaeraal inlichting te geven omtrent het doel der komst van de Vesuvius, te Havanna, en Z. H.Ed. G. medewerking tot het inwinnen van handelsberigten te vragen, alsmede hoe en waar ik mij moest wenden tot het suppleren van den kolenvoorraad, het waterruim en het aankoopen der dagelijksche ververschingen, enz.; dit laatste vooral, toen ik vernomen had, dal de Nederlandsche Vice-Consul, de Heer w. lobé y., sinds geruimen lijd van hier afwezig was. Toen ik dit onderweg mededeelde, verzocht de Consul- Generaal mij des anderen daags op zijn kantoor in de stad, waar hij tegenwoordig aan het hoofd staat van eene zaak in droogerijen, om dit alles te komen bespreken, zoodat ik, zonder in zijne woning te komen, naar boord kon terug keeren. Des anderen daags met den Officier van Administratie, hier aan boord dienende, aan die uitnoodiging gevolg ge- vende...”
4

“...verblijf, zag ik zeer vele Chinezen, ook als huisbedienden en als handwerkslieden, die alléén des Zondags nog een gedeelte van hunne nationale kleederdragt vertoonden, doch allen den staart hadden afgesneden, waarvan zij anders zoo moeijelijk kunnen scheiden, en dat ook hier eene geheel vrijwillige daad is. In het register van den Consul-Generaal, bevattende de namen der Nederlandsche schepen, die hier nu en dan komen, zag ik, dat ook die overvoer van Chinesche kolo- nisten aanleiding had gegeven, dal in de laatste jaren 8 a 4,000 koppen onder onze vlag hier waren aangebragt. De Consul-Generaal veroorloofde mij niet dat register voor korten lijd mede aan boord te nemen, om te zien of ik S11...”
5

“...schepen, te Havanna ingeklaard), is bij de groote handelsvloot van Nederland wel bevreemdend. Buiten cene groote Gouvernements-Marinewerf voor bouw of herstelling en uitrusting, zijn er verder' vele particuliere inrigtingen vïln dien aard, alsmede een zeer groot en goed drijvend droog dok, waarin het grootste oorlogs-fregat ge- staan heeft, en dat, zoo als Uwe Excellentie bekend is, als éenig in de West-Indische Bezittingen, aan eene lang gevoelde behoefte voldoet. Het Engelsch stoomschip Landrill, dal in het oude Bahama-kanaal aan den grond gezeten had, kwam, tijdens ons verblijf, van Port Royal om te...”
6

“...Officieren en Dek- Officieren, zijn bij de indienslstclling van het schip kostbaar door het Gouvernement uilgerust, eene groote menigte mahonie- en andere kostbare houtsoorten zijn bij den bouw van het schip gebruikt tot luiken, hoofden, nagelbanken, enz. Dit is echter niet het belangrijkste, de geheele in- rigting als oorlogschip is uitmuntend. Met den Kommandant van het Engelsch oorlog-stoomscbip Gladiator die zaak besprekende, vroeg Z.Ed. mij: » Hebt gij ooit ergens, van eenige natie, de schepen beter in orde gehouden gezien dan deze Spaansche?” Wel een zeer groot bewijs van de juistheid mijner opmerking....”
7

“...bakboord liggende, met stuurboords halzen toe, behoeft het schip immer loefroer; over stuurboord met bakboords halzen daarentegen, vaart het middenscheeps of soms eene spaak aan lij. Dit toe te schrijven aan den stand van de schroef, zoo als men wel heeft willen doen, komt mij gewaagd voor, aangezien de bladen der schroef Magnen, slechts nu en dan 1 ii 2 palmen onder water komen; als die geligt is, bij zwaar stampen, natuurlijk iets meer. Dat ook het schip over den laatstgenoemden stuurboords boeg beter loopt onder dezelfde omstandigheden dan over de eerste (bakboord), is een ander nog niet verklaard verschijnsel. Ofschoon er met veel omzigtigheid gewerkt werd om geen ta’s of rondhouten te breken, hebben die dan toch de bewijzen geleverd van zeer deugdzaam te zijn. De gaffels die bij de belangrijk groote barkzeilen, vooral het voor- barkzeil, waarop het schip dan ook goed vaart loopt, vroeger herhaaldelijk gebroken zijn, hebben nu zeer goed voldaan. Ik had, bij het naar zee gaan, den haak van...”
8

“...ik na de uitreis aan Uwe Excellentie indiende, het groote nut in- zien , en die verandering dan ook niet aanprijzen. Onzeker ben ik toch, of het meerdere gewigt der ra’s, veroorzaakt door de vele , voor de yackstey noodige ijzeren banden , de sterkte van dat rondhout wel in dezelfde mate doel toenemen. Evenzoo geloof ik niet dat het gewigt der gewone rif- seizings veel meer is dan het net van lijn, dat nu over het zeil is. De galen in het zeil zullen tegen het snijden van de scherpe lijn veel beter voorzien moeten zijn, of anders veel spoediger uitscheuren. De lijn moet goed gerekt en toch nieuw en sterk zijn, of de geheele kracht komt hoofdzakelijk op de nokbind- sels aan. Dewijl bij het uit- of insteken van een volgend rif de knevels en seizings van alle voorgaande reven losgemaakl moeten worden, wint men, naar mijn gevoelen, in spoed niet veel of niets. Van het spoediger slijten van het loshangende zeil, achter de ra, tegen de ijzeren banden, zoo als ik aanvankelijk voorzag, heb ik niets...”
9

“...doch zeer weinig ; dit is hersteld door het scheurtje op nieuw digt te kooken. De stuurboords breinpijp is op den soldeernaad lek, waarom daar een stukje smarting is opgelegd. Onder stoom werd geregeld gebreind, en 1 of & malen gespuid, maar dit maakt het voor de stookers moeijelijk om de stoomspanning te onderhouden , en door iets minder toevoer van voedingwater, moeten zij, als het volstrekt noodig is den stoom te houden, geholpen worden. Eindelijk beginnen de nu aan boord dienende stookers beter gewend te raken aan hun werk ; aanvankelijk was dit moeijelijk, omdat zij met een zeer lang stookijzer moeten werken tot achter in, waar de vuren anders dood liggen. De veiligheidskleppen op de ketels zijn goed digt, en worden enkel nu en dan met olie gezuiverd. Het gewigt waarmede zij bezwaard zijn, is, den staat der ketels in aanmerking genomen, nog niet verminderd. De buiten boords injectie ./Tiw^row-klep-stang is gebro- ken op een gietgat, in Juoij 1860, stoomende van Aruba naar Curacao; wel...”
10

“...het leégscheppen van de reservoir met akertjes, en aanlei- ding geeft tot verlies en minder zindelijkheid. In dat geval zou het wenschelijk zijn levens eene verbetering te brengen in de plaats waar en de wijze waarop nu de bemanning het drinkwater gebruikt. Dit staat op onze Nederl. schepen in standaards, houten vaten, met een schildwacht er bij om het misbruik maken te beletten. Eene inrigting, als op de Engel- sche, Fransche en Spaansche schepen, die ik zag, maakt dit alles gemakkelijker en beter. Een vierkante ijzeren kist, waarin uit het ruim het water opgepompt wordt, is voorzien aan elk der vier zijden van vier koperen pijpjes. De man die komt drinken, zet hier den mond aan, en zonder toezigt van schildwacht of wie ook, kan hij slechts zooveel nemen als hij verlangt om den dorst te lesschen; geene ligt weg- rakende koperen mokken bij een open standaard, waarbij veel verloren gaat, heeft men dan noodig. Op den Vesuvius kan een dergelijke kleine ketel in het tusschendeks geplaatst worden...”
11

“..., is in goeden staat. voeding en kz.beding. Ik geloof niet dat men te veel zegt met vol te houden, dat hij geen natie de zee- varenden in ’s lands dienst, beter gevoed worden dau bij de Ned. Marine. Alle artikelen schijnen tegenwoordig van de eerste of beste kwaliteit te zijn, zoodat zelfs de boter in Holland niet beter te krijgen is; van het gezouten vleesch, al was een gedeelte langer dan 1 \ jaar aan boord, op de tehuisreis verstrekt, behoefde geen enkel vat wegens bederf afgekeurd te worden. Kon de verstrekking van koffij zoo ruim geschieden, dat bij nattig, koud, stormachtig weder, aan het wachtsvolk bij enkele gelegenheden, op order van den kommandant, eene hoeveelheid van den heeten drank verstrekt werd, zoo als hij nu, volgens de bepalingen, een extra rantsoen jenever kan doen geven, dan zou dat in sommige gevallen nog beter doel treffen , en naar ik meen door velen ver- kozen worden. Het kan niet ontkend worden, dat de aan de manschappen verstrekt wordende kleedingstukken, kooigoederen...”
12

“... Op den Vesuvius toch kwam het mij voor, dat een paar man, van geen buitengewone grootte, geen monteringbaatje van de 1' taille konden vinden, dat groot of ruim genoeg was. Wel zijn er onder de jongens, op de Nederlandsche schepen, dikwijls velen van zeer weinig lengte voor hunne jaren, maar weinigen die een broek van de 4” taille kunnen dragen; met de peijekkers, die belangrijk krimpen als zij eens nat geweest zijn, is dit even zoo. Het baai van het blaauwe montering-hemd, is zeker van veel beter kwaliteit dan vroeger de roode hemden. Maar toch is het nog lang niet de stof die men ziet dragen door het zeevolk op Engelsche en Amerikaansche schepen. Het allerminst deugdelijke en toch zoo belangrijke artikel voor den matroos, die met koud, nattig weder, bij het naar omlaag gaan van de eerste wacht, zijne schoenen uittrekt, om er bij het begin van de dagwacht weder in te stappen, en er dan mede in het overkomende zee- of neérvallende regenwater, verder den dag in rond te blijven gaan, is het...”
13

“...die artikelen, nieuw gegeven, bij uitnemendheid goed zijn. Wel is waar wordt ook niet voorzien in de betrekking van kleedermaker, doch onder het ingescheepte detachement mariniers, of zelfs onder de matrozen, zijn er altijd te vinden, die het passend maken of een weinig vermaken van een nieuw kleedingstuk of het repareren van een oud, beter verstaan dan het maken of herstellen van schoenen. De tegenwoordig verstrekt wordende linten om de hoeden zijn, ook in aanmerking genomen den prijs, ƒ 0.70, slecht. Een particulier werkman te Vliggingen, liet ik vroeger die linten leveren tegen ƒ0.40 het stuk, en het verguld- sel hield zich even als het lint oneindig beter en langer dan nu het geval is. Kon er van wege het Departement toe overgegaan worden, om deze linten immer op die wijze bij particulieren te doen aanbesteden, dan zou ook de naam van het schip, waarop de schepeling dient, in de plaats kunnen gesteld worden van de woorden »Koninklijke...”
14

“...schild- wachten. Maar dan nog is er geen nut van; want een man die nat aan het roer komt, heeft niets aan de oliejas, die hij een uur daarna aan zijn aflosser moét overgeven. Bovendien is het makelei niet geschikt. Enkele goede, voor hun ligchaam zorg dragende matrozen, gaan met een oliebroek en boezeroen, die zij zelf hebben gemaakt, op de nok van de marsera de steekbout van het vierde rif liggen, alsof ze in het wit gekleed waren. Die stukken kleven dan niet en zijn bestand legen de warmte, veel beter dan de weinige nu door het Gouvernement verstrekte regenpakken....”
15

“...62 miswijzing noodig zijn. Vooral zijn zij goed op schepen waar het kompas, waarnaar de anderen vergeleken worden, zoo hoog moet staan, dat de beweging grooter slingeringen ten gevolge heeft. De zelf registreerende logtoestel, tot proef medegegeven, was op de uitreis in de passaat beter dan nu te beoordeelen, en toen volgens vorig rapport reeds afgekeurd. Een ander artikel, wel niet juist tot de instrumenten, maar dan toch tot het detail van de stuurmansbehoeften behoorende, behoeft, naar mijn bescheiden gevoelen, op onze oorlogschepen eene grondige verandering. Ik bedoel de reddingtoestellen of boeijen. De kurken reddingboeijen met lijnen, nu in gebruik, hebben het na- deel , dat zij, als een man over boord valt, vooral bij nacht, maar zelfs bij klaar lichten dag, niet spoedig genoeg in het oog vallen, noch aan den drenkeling, noch aan hem die de redding bestuurt. Wel is en wordt daarin zooveel mogelijk voorzien door hoepels van bamboe met vlaggendoek van heldere kleuren er om , maar bij...”
16

“...du ler Aoöt 1859 sont restées sans réponse; et quoique il s’y trouve prouvé d’une manière incontestable, que la goëlette » Terror," était rin navire appartenant i la Republique Dominicaine; que comme tel, il ne pouvait être vendu 3ans son consen- timent; et qu’enfin, puisqu’il était & nous, nous avions été dans notre droit en le retenant chcz nous, dès qu’il vint se meltre enlre nos mains; néanmoins, mon Gou- vernement, en égard & 1’insistence de celui de S M. Neêr- landaise, et voulant mettre un terme k unc affaire qui trainc si longtemps en longueur au préjudice des bonnes rélations des deux pays, veut bien se désister de son droit et finir 1’affaire selon le désir de votre Gouvernement; mais pour cela il nous faudrait régler la manière d’y par- venir, dans une conférence immédiate. Si Monsieur le Commandant veut bien me désigner 1’heure k laquelle il voudra bien venir me voir, je 1’atten- drais chez moi, rue de » Santo Tomas, N°. 26.” Veuillez, Monsieur, agréer 1’assurance de ma haute...”
17

“...69 óp 4,080,000 acres (1), eene belrekkelijk zeer groote uitgestrektheid, het gevolg van de vele zeer hooge bergen op het eiland aanwezig. Het land is verdeeld in drie Graafschappen, Middlesex, Surrey en Cornwall, welke de volgende dorpen of kers- pelen bevatten. Middlesex negen, met name St. Cathe- rine, St. Johns, St. Dorothy, St. Thomas in het dal, Clarendon, Fere, Manchester, St. Mary en St. Ann. Surrey acht, te weten: Kingston, Port-Royal, St. David, St. Thomas in het oosten, Portland, St. George en Metcalfe. Cornwall eindelijk vijf, als: St. Elizabeth, est-Moreland, Hanover, St. James en Frelacony. Tijdens de telling, in 1844 gedaan, bestond de geheele bevolking uit 377,433 zielen, of ongeveer 7,000 meer dan tien jaren vroeger. Het getal der vrijgekochte slaven was als volgt: Veldarbeiders.................. 218,669. Niet veldarbeiders .... 37,144. Kinderen beneden de zes jaren 38,899. Bejaarden . 15,656. 310,368. De vrijen bestonden naar schatting uit: Blanken....................”
18

“...vroegere jaren reeds verre actyerstond. De grootste uilvoer was, van suiker: in 1805, 150,352 oxh., van koffij: in 1814, 34,445,585 ®, en van Spaansche peper: in 1833, 8,423,100 ff. Deze getallen zullen, oppervlakkig althans, een denkbeeld kunnen geven van hetgeen Jamaica was, zoowel in het begin dezer eeuw als later toen de emancipatie tot stand kwam. Wij moeten evenwel opmerken, dat er tegenwoordig eene merkbare verandering ten goede plaats heeft , en dat de uitzigten van het eiland dagelijks beter worden. Zij die tien jaren geleden aan het eiland wanhoopten, zijn nu vol hoop, en wel sedert 1854, toen er in de constitutie van Jamaica eene geheele verandering kwam, bij welke de wetgeving hervormd werd , en de Gouverneur, bijgestaan door eene uitvoerende commissie van drie leden, belast werd met het geheel onafhankelijk bestier der financiën van dit eiland. Sedert dien tijd herstelde zich het vertrouwen hier zoo wel als in Engeland, zoodat hel openbaar crediet van Jamaica goed bevestigd heeten...”
19

“...n, voor rekening van het publiek. In dit opzigt toch zijn de landbouwers nog geheel zorgeloos, daar zij liever kwakzalvers raadplegen dan hulp vragen aan geschikte geneeskundigen. In weerwil van den invloed welken de emancipatie op onze stoffelijke welvaart heeft uitgeoefend, zijn er velen die haar blijven beschouwen als eene daad van barmhar- tigheid , regtvaardigheid en menschclijkheid. Immigratie. Reeds spoedig na de afschaffing der slavernij, gevoelden de belanghebbenden bij den landbouw, dal het volstrekt noodig was de bevolking van het land door aanvoer van elders te vermeerderen, en het bestuur des lands deze meening deelende, haastte zich dan ook maatregelen te nemen, ter bevordering van de immigratie. Het bieden van voordeelige voorwaarden aan de overbevolking van Europa, achtte men aanvankelijk genoeg om eenen ge- regelden en voortdurenden aanvoer van immigranten te ver- zekeren , en zoodoende de bevolking niet alleen te ver- meerderen , maar die ook te verbeteren. De proef werd...”