1 |
 |
“...dat ik in
den geest van het Gouvernement gehandeld heb, aangezien
toch op deze wijze de verkeerde handeling van het Domini-
kaansch Gouvernement, tegen de vlag, hersteld is.
Ik kan niet ontveinzen zeer veel bereidwilligheid van
den Heer de castbo te hebben ondervonden, die na zijn
verblijf in Nederland voor deze:,zelfde zaak, er veel
scheen aan te hechten , dat de verstandhouding tusseben de
beide Gouvernementen hersteld werd.
De Nederlandsche Consul, de Heer d. leon, bejaard
Israëliet, van Jamaica geboortig, heeft, tot onderhoud
van een groot gezin, een magazijn van allerlei goederen,
vooral katoenen. Hij kwam mij voor, bij het Gouvernement
zeer goed, en ook bij de overige Consuls zeer wel gezien
te zijn, vermits hij mij op een diner bij den Franschen
Consul den Baron de zeltker vergezelde, waar eenige
andere Consuls tegenwoordig waren. Ook bij de officiëele
bezoeken en onderhandelingen was hij tegenwoordig, en
zijne diensten waren mij dikwijls nuttig.
Hetgeen meermalen voorkomt, was ook...”
|
|
2 |
 |
“...castro,
eene andere belooning.
Aangezien het van en aan boord gaan zoo bemoeijelijkt
werd door de rolling, en ik toch herhaaldelijk mij aan
den wal moest bevinden, ben ik verpligt geweest ver-
scheidene keeren gebruik te maken van des Consuls aan-
bod , om . in zijn huis mij op te houden, en maakte ik
alzoo eenige verpligting aan Z. E. voor het Gouvernement.
Terwijl nu op den ln Maart alle zaken, die mij te
St. Domingo hielden, waren afgeloopen, maakte ik mij
gereed des anderen daags de reis naar Jamaica te ver-
volgen. Vooraf echter zij hier nog het weinige, dat ik
van den staat van zaken en van den handel kon te weten
komen, gemeld.
Van den zeer slechten naam, dien deze plaats wegens
ongezondheid heeft, merkte ik gelukkig onder de equipage
niets, doch zeer mogelijk is dit toe te schrijven aan ons
liggen op de reede en het niet gaan in de rivier.
De Generaal sant anna heeft, naar ik vermeen, zijn
hoogen rang meer te danken aan zijn betoonden personelen
moed als militair, dan wel aan andere ...”
|
|
3 |
 |
“...depêches mede voor
Ring,stoicn en Spanistown, en verliet des morgens ten
5 ure, Zaturdag 2 Maart , de reede van St. Domingo.
Punt Nigua gepasseerd zijnde, liet ik met een stijve
m/z. koelte van het O. N. O. p. m. 4 mijl beneden het
eiland Altevela sturen, en zette vervolgens met den koers
van W. t. N. regt op de Morantsky-klippen aan , en
daarna op den oosthoek van Jamaica.
Op den middag, van Maandag den 4", stond ik met het
gegist bestek nog 15 mijl van den vuurtoren van Morrant-
point, waarop ik regt liet aansturen met 9 è 10 mijls vaart.
Eerst ten 3“ zag ik, door dat de lucht niet helder was, het
zeer hooge land van Jamaica, de Blue-mountains, en ten
5U den vuurtoren van Morrant-point, die een zeer hooge,
witte toren is, welke, ofschoon op een laag moerassig land-
punt geplaatst, zeer ver (ik gis wel 2 mijl) te zien is. In de
hoop dat welligt van Port-Morrant een loods voor Port-
Royal aan boord zoude komen , hield ik een oogenblik daar
op en neder, doch dit niet het geval zijnde, hield...”
|
|
4 |
 |
“...wien practica verkregen werd. Een
saluut van 21 schoten met de Engelsche vlag aan den groo-
ten top gedaan, werd dadelijk beantwoord, hetgeen ik
deed volgen door een van 13 schoten, met de marszeilen
los, waarvoor het wachtschip bedankte. De Kapitein der
troepen en barracks (de Generaal bevelhebber woont te
Kingstown) kwam mij aan boord verwelkomen en
verder opgaven vragen van den naam van het schip, kom-
mandant, destiuatie, komst van waar en wat dies meer
zij , om dit aan den Gouverneur van Jamaica, welke
te Spanistown verblijf houdt, te seinen.
Met de depêches, van St. Domingo medegenomen,
ging ik dadelijk mijne opwachting maken bij den Commo-
dore DÜNLOP.
Z. H. Ed. G. woonde in een groot huis, op de naar het
mij voorkwam van uitrustingsgoederen welvoorziene werf,
en bood met veel voorkomendheid alles aan, wat ten
dienste van het schip zou noodig kunnen zijn, mij per-
2*...”
|
|
5 |
 |
“...17
Bij den Kapitein-Generaal, Gouverneur van Jamaica,
kon ik eerst Vrijdag den 7“ hetzelfde doen, vermits Z.Exc.,
Sir Charles henry barling, te Spanistown, op £ uur
stoomens van Kingstown gelegen, np dien dag zijne
gewone audiëntie gaf.
De ontvangst bij Z. Exc. was, als immer by alle Engelscbe
autoriteiten, bij uitstek voorkomend en beleefd. Alle noodige
adsistenlie voor het schip werd mij weder aangeboden
en de verontschuldiging gemaakt, van geen contra bezoek
aan boord te kunnen brengen, door den afstand en drukke
werkzaamheden. Zoo kwam des daags na mijn komst
de Aide de Camp van den Generaal fringle taylar mijn
officieel bezoek, uit naam van den Generaal beantwoorden,
en had ik de eer een diner bij te wonen bij Z. Ex., waarop,
vele Hoofd- en andere Officieren van de marine en het
leger tegenwoordig waren.
Vermits de prijzen van vleesch, brood en groenten hier
niet duur zijn, en tevens om victualie te besparen , gaf
ik order, om van Donderdag den 6n tol Maandag den
10° dagelijks verversching...”
|
|
6 |
 |
“...18
Engeland, vindt men al wat men behoeft, en meer dan
dat, wat voor weelde te wenschen is.
Om in den zomer de groote hitte te ontgaan, hebben
de meeste welgestelde bewoners, vooral wegens de onge-
zondheid en ernstige ziekten, die er dan heerschen, als :
gele koorts enz. , buitenplaatsen (zoogenoemde Penns)
buiten de stad in het gebergte, waar tevens langs de
helling der bergen, belangrijke koffij- en suikerplantaadjes
zijn, en ook de beroemde Jamaica rum gestookt wordt.
De Europesche troepen, die het Gouvernement hier
heeft, hebben evenzoo hunne barracks of kampement ver
boven de stad, op 4000 voet in het gebergte, te New-
castle, en dit wegens de groote menigte Engelsche
soldaten, die vroeger bezweken door de ongezondheid
van het klimaat, toen zij in de nabijheid der stad, in
eene overigens zeer luchtige en geschikte kazerne verbleven.
Dit heeft mede aanleiding gegeven, dat er een regement,
zamengesteld uit vrijwillige inboorlingen en Afrikanen,
werd opgerigt, die in den trant der Fransche...”
|
|
7 |
 |
“...brakell, in het jaar 1850, de Vesuvius de eerste, die
ter dezer plaats verscheen.
Al dadelijk achtte ik het belangrijk, om voor het Neder-
landsch Gouvernement partij te trekken van de kennis van
den Heer Consul pietersz , omtrent het land en de stad , die
hij zulk een geruim tijdsverloop (30 jaren) bewoonde, en
wel voornamelijk omtrent drie hoofdpunten; 1”. den han-
del , welke producten van in- en uitvoer gewild en voor-
handen zijn; 2e. welke omstandigheden de emancipatie
van de slavernij op Jamaica zijn voorafgegaan , en welke
>...”
|
|
8 |
 |
“...68
Bjlagc N°. 4, blz. 20.
JAMAICA.
Het eiland Jamaica, een naam, welke in de taal der
oorspronkelijke bewoners de beteekenis heeft van: » over-
vloeijende van bronnen," werd ontdekt door coldmbds,
op zijne tweede reis naar de Nieuwe Wereld, den 3n
Mei 1494, en zonder noemenswaardig bezwaar door hem
in bezit genomen.
Na den ongclukkigen aanval op St. Domingo, tijdens
het bestuur van cromwell, kwam de Engelsche vloot,
onder bevel van den Admiraal penn , den Vice-Admiraal
goodson en den Schout-bij-Nacht blagge , den 9" Mei 1655,
te Port-Coguaya (Port-Royal).
De troepen, op deze vloot ingescheept en aangevoerd door
Generaal venables, landden den volgenden avond bij het
fort Passage, verdedigd door negen stukken geschut en
eene bezetting van 500 man.
De tegenstand was echter zwak, zoodat de bezetting zich
reeds eene week later overgaf. De capitulatie werd van
de zijde der Engelschen geteêkend door den Generaal-
Majoor fortescue, den Vice-Admiraal goodson en de Kolo-
nels noLDip en doyle. Het...”
|
|
9 |
 |
“...gedaan, bestond de geheele
bevolking uit 377,433 zielen, of ongeveer 7,000 meer dan
tien jaren vroeger.
Het getal der vrijgekochte slaven was als volgt:
Veldarbeiders.................. 218,669.
Niet veldarbeiders .... 37,144.
Kinderen beneden de zes jaren 38,899.
Bejaarden . 15,656.
310,368.
De vrijen bestonden naar schatting uit:
Blanken.................... . 15,000.
Kleurlingen..................... 40,000,
Zwarten......................... 5,000. 60,000.
Totaal . 370,368.
In 1834 vond men op Jamaica 16,405 eigenaars van
slaven.
Afschaffing der Slavernij.
Sedert in het jaar 1808 de slavenhandel verboden werd,
hadden de voorstanders der emancipatie in Engeland on-
(t) De acre is gelijk aan 43,560 vierkante voeten....”
|
|
10 |
 |
“...deed. Maar dit neemt
niet weg, dat er, naar onze meening, ook andere zijde-
lingsche oorzaken waren, die krachtig tot de verachtering
van den landbouw medewerkten, oorzaken, die men óf
opzettelijk over het hoofd zag, óf van weinig beteekenis
achtte, maar die in elk geval, uit liefde voor de waarheid,
in het licht behooren te worden gesteld.
Ook in de beste dagen van Jamaica waren de planters
gewoon over achteruitgang te klagen, en gingen zelfs zoo
ver, van uit de afschaffing van den slavenhandel den onder-
gang der Eogelsche koloniën te voorspellen. Reeds in 1814
beliep de waarde der hypotheken, waarmede vaste goede-
ren op Jamaica, ten behoeve van Britsche kapitalisten,
belast waren, de verbazende som van £ 22,000,000.
Het gevolg hiervan was, dat toen de regering tot de
uitbetaling van de schadevergoeding overging, de hypotheek-
houders hunne regten deden gelden, en ten slotte het...”
|
|
11 |
 |
“...445,585 ®, en van Spaansche peper:
in 1833, 8,423,100 ff.
Deze getallen zullen, oppervlakkig althans, een denkbeeld
kunnen geven van hetgeen Jamaica was, zoowel in het
begin dezer eeuw als later toen de emancipatie tot stand
kwam. Wij moeten evenwel opmerken, dat er tegenwoordig
eene merkbare verandering ten goede plaats heeft , en dat
de uitzigten van het eiland dagelijks beter worden.
Zij die tien jaren geleden aan het eiland wanhoopten, zijn
nu vol hoop, en wel sedert 1854, toen er in de constitutie
van Jamaica eene geheele verandering kwam, bij welke
de wetgeving hervormd werd , en de Gouverneur, bijgestaan
door eene uitvoerende commissie van drie leden, belast werd
met het geheel onafhankelijk bestier der financiën van dit
eiland. Sedert dien tijd herstelde zich het vertrouwen hier
zoo wel als in Engeland, zoodat hel openbaar crediet van
Jamaica goed bevestigd heeten mag. De massa van het
volk heeft veel gewonnen bij de emancipatie; zeer velen
onder hen zijn zelven planters en landbouwers...”
|
|
12 |
 |
“...kruisers aan de slavenhaalders ontnomen, of wel anderen,
die geneigd mogten zijn naar Jamaica te gaan,
De Britsche Anti - Slavery-Society, zoo uiterst teér-
gcvoelig ten aanzien van Afrika, begon echter dadelijk
alarm te slaan, en noemde de poging, om vrije Afrikanen
van Sierra Leone naar Ja?naica over te brengen, eenen
bedekten slavenhandel. Het Britsche Gouvernement scheen
lot op zekere hoogte in dat gevoelen te deelen, althans het
toonde zich niet zeer geneigd het nieuwe stelsel van im-
migratie aan te moedigen.
De tweede poging mislukte alzoo eveneens. Intusschen
had de kolonie zich voor deze zaak groote uitgaven getroost,
en niets anders verkregen dan de vestiging van eenige
weinige Iersche en Duilsche gezinnen en van hoogstens 200
Afrikanen. De immigratie kwestie bleef nu eenige jaren
rusten, doch allen wien de ware vooruitgang van het land
ter harte ging, en die begrepen dat hel bestaan van Jamaica,
als eene beschaafde Britsche kolonie, van de suikercultuur
afhing, gingen onvermoeid...”
|
|
13 |
 |
“...77
(met renten-waarborg van het Britsche Gouvernement) bleef
tot in 1858 onaangeroerd, toen de tegenwoordige Gouver-
neur, een groot voorstander van de immigratie, en die in
dit opzigt de grootste belangstelling in de welvaart van het
eiland getoond heeft, zich ijverig aan het werk zette, ten
einde een gedeelte van de groote bevolking van het Oosten
naar Jamaica te lokken. Het Britsche Gouvernement ver-
eenigde zich met de maatregelen die hij nam, in weerwil
van de hevige tegenkantingen, welke de laatste wet op
de immigratie van de zijde der Anti • Slavery - Society
ontmoette. Men zond een Agent naar Calcutta (in navol-
ging van het plan, aangenomen door Dernerary en Trini-
dad), met den last om van daar uit in Azii immigranten
aan te werven. De vruchten van deze onderneming bleken
al spoedig, bij de aankomst van de Ravens Craigh en de
Good-Hope, welke ruim 500 koelies in dit jaar uit Cal-
cutta aanbragten, terwijl er nog andere schepen van daar
gewacht worden. Er is op dit oogenblik bij...”
|
|
14 |
 |
“...oogen-
blik dagteekent de achteruitgang van onzen buitenlaudscheu
handel.
Door die snelle gemeenschap met Europa, door de mail-
dienst in het leven geroepen, konden de kooplieden van
Zuid-Amerika, die vroeger opzagen tegen eene reis van
40 è 60 dagen over den Atlantischen Oceaan, hunne be-
noodigdheden nu regtstreeks op de Europesche markten
koopen en van daar terug keeren bijna in denzelfden tijd,
welken men in vroeger jaren noodig had voor eene reis
heen en terug naar Jamaica.
In eene landbouwende kolonie als Jamaica, zoude het
verlies van den Spaanschen en anderen vreemden handel
maar weinig gevoeld zijn geworden, indien dat niet, zon-
derling genoeg, gelijktijdig was voorgekomen met den
achteruitgang van onzen landbouw, zoodat beide belangen,
èn koophandel èn landbouw, nu ongelukkig te gelijker tijd
kwijnden. Intusschen bestaat er tegenwoordig een zeer
uitgebreide binnenlandsche handel, en de invoer van goe-
deren en levensmiddelen voor eigen gebruik, is nu ook
aanmerkelijk grooter...”
|
|
15 |
 |
“...tijd werden de zwarte troepen
gekleed naar de wijze van de Fransche Zouaven.
Het doet den Consul leed, dat de instructiën van kapitein
arntzeniüs hem beletten langer hier te blijven, waardoor
de gelegenheid ontbreekt een meer uitgebreid verslag dan
het tegenwoordige op te maken. Mogt Z.Exc. de Minister
van Buitenlandsche Zaken echter meerdere inlichtingen
verlangen, dan is de Consul bereid die te verstrekken,
zoodra hij verneemt welke opgaven verwacht worden.
{get.) s. E. PIETERSZ.
Kingstown, Jamaica, 11 Maart 1861....”
|
|
16 |
 |
“...STAAT A.
Overzigt van de Uitvoeren van Jamaica, in de eerste 20 jaren na de emancipatie.
Jaren.
1834.
1835.
1836.
1837.
1838.
1839.
1840.
1841.
1842.
1843.
1844.
1845.
1846.
1847.
1848.
1849.
1850.
1851.
1852.
1853.
1854.
Suiker.
Rum.
Okshoofden.
84,756
77,970
67,094
61,505
69,613
49,213
33,660
34,491
50,295
44,169
34,444
47,926
36,223
48,554
42,212
41,656
36,030
40,293
34,414
28,318
32,730
Vaten,
90-98 Gallon
32,111
27,530
20,536
21,976
25,380
16,072
11,472
11,769
16,566
15,046
11,613
16,997
14,395
18,077
20,194
16,367
15,591
18,492
15,660
10,502
18,596
Melasse- Stroop. Gember. Spaansche Peper»
Vaten. Ponden• Ponden»
486 2,976,420 3,605,400
300 2,050,840 7,284,660
182 2,020,280 5,654,340
173 2,759,840 5,744,220
149 2,567,640 2,708,640
18 1,669,200 3,812,760
18 1,400,800 3,063,280
51 1,834,120 3,595,380
109 2,008,300 3,755,960
177 1,456,725 3,546,720
92 1,993,600 1,462,440
15 1,888,480 7,181,220
76 1,462,000 2,997,060
22 1,324,480 2,800,140
. 2 1,320,340 5,231,908
0 1,089,720 7,042,020...”
|
|
17 |
 |
“...D
INVOEREN op Jamaica, met vermelding van het land van herkomst en dat van bestemming.
1857. 1858.
LANDEN. Invoeren van Vitvoeren naar
EUROPA: £ sh. d. £ sh. d.
Groot-Brittanië 448,150 15 1 964,731 19 4
BRITSCHE KOLONIËN :
N. Amerikaanse he Koloniën 94,979 14 8 13,099 11 4
ffritsch W est-Indië 12,831 18 - 13,130 11 5
Britsch Honduras 106 10 - 1,369 16 1
VREEMDE LANDEN !
Hanzesteden 3,799 - 9 52,250 4 9
496 - - _____
Vereenigde Staten 221,003 10 3 3,350 11 2 154,683 15 6
Nieuw Grenada 18,336 19 3
691 ft <) ____
Hollandsch W est-Indië..... 1,121 5 8 1,019 3 10
Docnsch West-Indië 5,963 1 3 - 1,273 16 9
Spaansch West- Indië 2,09.1 6 3 7,433 - 9
Sint Domingo 2,630 11 10 8,013 7 7
Guatemala 154 9 -
797,150 3 5 1,235,496 15 7
LANDEN. Invoeren van Uitvoeren naar
EUROPA: £ sh. d. £ sh. d.
Groot Brittanië 699,823 19 1 1,016,435 16 5
BRITSCHE KOLONIËN :
N. Amerikaanscho Koloniën 98,566 10 4 11,722 5 4 7,182 14 -
Britsch West-lndiën 11,184 6 8
102 4 -
VREEMDE LANDEN :
...”
|
|
18 |
 |
“...93
STAAT E.
Korte inhoud van de wet van 5 Februarij 1861,
ter verdere aanmoediging van de scheepvaart
op de havens van Jamaica.
Deze wet behelst de volgende bepalingen :
1°. De wet treedt in werking op den 1“ Maart 1861.
2°. De schepen tot nog toe geheel of gedeeltelijk van
sommige tonnengelden vrijgesteld, zullen die regten
betalen van elke ton bij den nitvoer met producten
beladen.
3°. Schepen met eene gedeeltelijke lading binnen vallende,
betalen slechts tonnengeld voor dat gedeelte van den
inhoud, hetwelk werkelijk beladen is, en bij uitvoer
enkel van hetgeen meer beladen is dan bij den invoer
het geval was; in dien zin nogtans, dat de schepen
bij in- en uitklaring te zamen nimmermeer zullen
moeten betalen dan het regt, eenmaal verschuldigd
voor den geheelen inhoud.
4°. De bevelvoerder van een in- of uitklarend schip, is
verpligt zich bij de Administratie van de inkomende
en uitgaande regten aan te melden, ten einde deze
onderzoek kunne doen naar den tonnen-inhoud.
5°. Aanduiding van...”
|
|