1 |
 |
“...76
heid op Afrika, als de beste bron voor het verkrijgen
van die soort van mcnschcn, welke men noodig had. Een
persoon van grooten invloed, die zich in het vertrouwen
van het Gouvernement verheugen mogt, werd aangesteld
tot agent voor de immigratie. Hij vertrok in 1840 naar
Sierra Leone om de negers te werven, door Britsche
kruisers aan de slavenhaalders ontnomen, of wel anderen,
die geneigd mogten zijn naar Jamaica te gaan,
De Britsche Anti - Slavery-Society, zoo uiterst teér-
gcvoelig ten aanzien van Afrika, begon echter dadelijk
alarm te slaan, en noemde de poging, om vrije Afrikanen
van Sierra Leone naar Ja?naica over te brengen, eenen
bedekten slavenhandel. Het Britsche Gouvernement scheen
lot op zekere hoogte in dat gevoelen te deelen, althans het
toonde zich niet zeer geneigd het nieuwe stelsel van im-
migratie aan te moedigen.
De tweede poging mislukte alzoo eveneens. Intusschen
had de kolonie zich voor deze zaak groote uitgaven getroost,
en niets anders verkregen dan de vestiging...”
|
|