1 |
|
“...gehouden, althans die
niet voorhanden waren en de staat van wat te
ontvangen en te betalen was met veel moeite
door rendante moest worden opgemaakt.
Ho waagt men het toch,, zulke beweringen,
op zulk eene bepaalde wijze ter neer te stellen, ter-
wijl men reeds het bewijs van het tegendeel ter
Griffie neergelegd, dus aan de tegenpartij bezorgd
heeft ?
Op bladz,, i van het eerste boek luidt de eerste
post : La casa N? 2 7 Willemstad, evaluadapor ,
el Gobiernoypor fl 7000.porJ. J. Naar mismo se-
giin cons tan sus libvos porfl 12000.
Vertaling : Het huis N? 27 Willemstad, door
het Gouvernement geschat op f 7000. door J. ,./.
Naar zelven, gelijk zijne boe ken [let wel, M. H.
zijne boeKEN] aanwijzen f 12000. Er zijn dus
boeKEN van den overledene J. J. Naar, althans zij
zijn er geweest, en de bewering dat de overle-...”
|
|
2 |
|
“...47
daan niet minder dan, 205.293.03. En wat zegt
gij daar nu van ?
Waaraan dat enorm verschil toe te schrijven ?
Wij zullen ons best doen, die vraag te beantwoor-
den. In de boeken, door den heer Administrateur
gehouden, is slechts opgenomen de opbrengst van
den verkoop op ne plaats, terwijl de verkoop van
snuif van Shon Cobus, reeds lang vr den dood van
den erflater, op twee plaatsen geschiedt, namelijk
in eene dwarsstraat in de Willemstad en in een af-
dak van het tot den boedel behoorende heerenhuis
op Pietermaai. De opbrengst van den verkoop
ter dezer laatste plaatse is in den regel niet in de
rekening opgenomen. Van dezen verkoop werd
door eene der dochters van rendante in een boekje
aanteekening gehouden, en in den beginne wer-
den de daar ontvangen gelden in de boeken van
den Administrateur verantwoord. In den beginne,
slechts voor zeer korten tijd.
Op bladz. 38 boek A vindgn wij aangeteekend:
Opbrengst snuif volgens boekje van Esther;
verkoop van Aug. tot December 1877 f 2872...”
|
|
3 |
|
“...zij geen
invloed hebbe op hetgeen door ons betoogd wordt.
In het verkoplokaal op Pietermaai werd
veel meer verkocht dan door Martina in Punda
aan den man werd gebracht-zoo die uitdrukking
op Curasao mag gebezigd worden, waar vooral,
zoo nit enkel en alleen vrouwen van snuif ge-
bruik maken. Nu is het toch niet aan te nemen
dat men het mindere met naam zal noemen en
het meerderede hoofdzaak-met een enkel etc.
zal aanduiden.
Wij hebben dus slechts de opgaven van den
verkoop door Martina in de Willemstad, die van
Pietermaai is niet in de boeken vermeld, komt
dus ook niet op de rekening voor.
Opent ons de boeken,wellicht gelukt het
ons dan aan te toonen welk het juist bedrag van
dien verkoop op Pietermaai is ; maar wellicht ook
niet, want dat wij de wijze van boekhouden van
den heer Henriquez ten volle Verstaan, in alle
geheimenissen daarvan zijn doorgedrongen, dur-
ven wij waarlijk niet beweren.
Maar zoo wij al niet achter het juist bedrag
van het op Pietermaai verkochte komen, wellicht
gelukt...”
|
|