1 |
 |
“...23
den zevenentachtig en een halve cent, over 131
jaar, da,t is bijna / 11.55, Elf gulden vijf en vijftig
cent, s jaars. Waarlijk, wel mag men zeggen, die
administratie deugt niet.
; Ware het niet om de opbrengst van de snuif-
fabriek, die piet het eigenlijk kapitaal door den heer
Naar nagelaten niets te maken heeft, dan hadde
dat kapitaal niets meer dan f\ 1.55 s jaars opge-
bracht Laat ons veronderstellen dat er in den
boedel geene onroerende goederen aanwezig wa-
ren, dat de heer Naar niets dan kontanten, en niet
meer dan f i2$.ooo.-vrij heeft nagelaten, dan nog
.zouden wij dat bedrag, tegen een interest van
slechts zes percent s jaars, berekenendedie be-
rekening is niet te hoog, want door rendante wordt
over haar kapitaal die rente van zes percent
aan den boedel belast eene opbrengst krijgen
van f 101.250.- dat is f 7500.- s jaars en niet
f 11.55. Meer dan 649 maal dit bedrag. Wij zijn
dus 649 maal benadeeld. Waardoor? Door win ?
Iemand, die voor anderen administreert, kan
niet volstaan...”
|
|