Your search within this document for 'dui' resulted in one matching pages.
1

“...noch tot die van mijn geachten medepleiter, den heer van Daalen, be- hoort. Ik wist de eerste Gedaagden, die toen alleen nog mijne clinten waren, over te halen, zich met alle cijfers, die hun zouden worden voor- gelegd, tevreden te stellen, en aldus waar te ma- ken, hetgeen ij van den beginne af gezegd hadden, dat het hier geene geldquaestie, maar slechts een quaestie van beginselen gold. Ik haalde hen daar- toe over, niettegenstaande n bij hn n bij mij de zekerheid bestond, dat zij voor menige dui- zend Gulden benadeeld werden. Uit de ook aan andere,belanghebbenden, be- halve de eerste Gedaagden, oyergelegde verschil- lende staten van den boedel, was bij die an- dere belanghebbenden twijfel ontstaan over het richtig beheer. Een boedel, als die .van wijlen den heer Jacob J. Naar,-waartoe een aantal on- roerende goederen behooren, die zeer goeden huur doen, en gedurende dertien jaren niet meer dan fj55-875 opgebracht heeft, dat is/11.55 sjaars, ziet M. H. dat konden die andere belanghebben-...”