1 |
|
“...19
Capucijners en groene erwten, ongedroogd en ge-
droogd.
^ Moeten zijn van inlandsche soort en van het jongste ge-
was, gelijk van grootte, puik kokende, droog, zuiver gelezen
en zonder wormsteken, vuil of stof.
Zij moeten zoo zorgvuldig gelezen zijn, dat bij een na-
lezing hoogstens 2 °/0 (tezamen) aan wormstekige, aangebetene,
roestige en andere minderwaardige erwten gevonden kun-
nen worden.
Zoogenaamde schoterwten mogen in het geheel niet voor-
komen.
Zij moeten verder aan de goedgekeurde monsters beant-
woorden.
De capucijners moeten licht van kleur zijn en moeten
ongeveer 75 K.G. per H.L. wegen.
De groene erwten moeten minstens 80 K.G. per H.L. wegen.
Leveringen na 1 October van eenig jaar moeten zijn van
den oogst van datzelfde jaar.
Het drogen van capucijners en groene erwten moet zoo-
danig geschieden dat na het drogingsproces het vochtge-
halte van de peulvruchten 10—11 °/0 bedraagt. De temperatuur
bij de droging mag niet hooger. zijn dan 75° C. Ook na de
droging moeten de ...”
|
|