1 |
|
“...Mittler. M. 11.50.
Prof. J. de Gelder.
Dr. M. Groll.
J. van Hoon.
Dr. J. J. A. Muller.
Z. B. Hammer.
Ambronn-Domke.
P len bo*PPei7lak. zooals de aarde, kunnen slechts onvolkomen op een
P'*; I k wrden afgebeeld. Afbeeldingen van landen en werelddeelen zullen altijd
eenige vervorming vertoonen. Daarbij kunnen evenwel f de hoeken (richtingen)
Hp,rKr|ljkheld/beha-d*n (,conrrme projecties) f de lengteafmetingen in verhouding
dezelfde zijn (equidistante projecties) f de inhouden der figuren conform zim
biZIate Proi.ectle,s)- Voor afbeeldingen op kleine schaal of voor terreinen van
kleinen omvang kan de aarde als een zuivere bol worden beschouwd Voor kaarten
schaal of bij afbeelding van landen en werelddeelen zal men met den
ellipsoidal.en vorm van.de ?arde moeten rekening houden. Het aardlichaam of de
geoide wijkt nu weinig af van de omwentelings-ellipsode, die ontstaat door de
^nge^wgorTa?ngeenZenm h k'eine 38 (de aardaS) en alS *ronds,a* der bereke-
Alvorenstot de projecties over te gaan, zal...”
|
|