Your search within this document for 'warm' resulted in 17 matching pages.
1

“...Noordelijk en NW- winden op het Zuidelijk halfrond, welke men antipassaten noemt. De passaten kunnen in richting door de nabijheid van uitgestrekte vaste landen worden gewijzigd en zijn het regelmatigst in die deelen van den Oceaan, die daarvan verwijderd zijn. Hetzelfde is met de antipassaten het geval. Tusschen NO- en ZO-passaat ligt een gebied op zee, hetwelk de stiltegordel van den evenaar genoemd wordt. Het gebied kenmerkt zich door zware regens en donder- buien met over het algemeen drukkend warm weer. Waar aan de grenzen der passa- ten de koude en warme luchtstroomen elkaar aan de oppervlakte naderen, zal men een gebied hebben met veranderlijk weer. De grenzen der passaten zijn afhankelijk van den zonnestand ; de N-grens van de NO-passaat is in den winter 24, in de lente 28, in den zomer 30 en in den herfst 28 van den evenaar verwijderd. Moessons. Doordat het land sneller en sterker verwarmd wordt dan de zee, vooral bij hoogen zonnestand, worden de passaten onder den invloed der landmassas...”
2

“.... Groszkunzendorf, Saubsdorf (Silezisch marmer). Grofkorrelig roodwit ook blauw- groen enz.j deels dolomiet. Druky. 5891012. Saalburg (Thringer marmer). In 9 soorten : grijsviolet (fontanello) rood (ruban- iiCa) enz. Nassau, Lahn (Hessisch marmer). In tal van grijze, roode en zwarte soorten. -uruKv. i z u z1 oz y. eruril0n MecklinShausen (Westfaalsch marmer). Roodgrijs met gele aderen (alma) Beiersche marmers. Marxgrn, Hof. In rood, blauwgrijs, enz. Drukv. 14551666 Tegernsee (Boven-Beiersch). Warm rood en ook blauwgrijs. Zuid-Beiersche marmers : Treuchtlingen, Jurakalk. Geel of blauw. Ruhpolding, rood en geel en tusschensoorten, wolkig met witte aderen Rohrdorf Neubeuern, kiezelkalksteen, ook granietmarmer genoemd, enz. In een grijze grondmassa liggen ovale ophoopingen. K iefersfelden marmer. Oostenrijksch marmer. Adnet. Bontkleurig (Salzburger). Portschach (Kartner marmer). Rose kleurig, ook wit en grijs de soorten en kl?urenriikdm,' die in den handel ,z0 talrijk, dat we van een opsomming...”
3

“...492 NATUURLIJKE STEEN ALS BOUWSTEEN. Noord-Italiaansch graniet (biotitgraniet). . Baveno. Twee soorten : ,,rosso zijnde lichtroserood en ,,bianco zijnde eriiswit. Drukv. 11881557. Biella, Sienito delle Balma. Roodachtig middelkorrelig. EIbagraniet. Granitello dElba: Witachtig, fijnkorrelig biotitgraniet, van de Monte Capanna aan de Noordkust. Dateert vanaf den Oud-Romeinschen tijd. Egyptisch graniet. Assuan (Syenites of granito rosso antico). Ten onrechte Syeniet genaamd. Zoowel rood (warm en lichtrood, baksteenkleurig) als grijs. Dateert van Oud-Egyptischen tijd. Finsch graniet (veelal biotitgraniet). Wyborg W-Ftapakivi. Roodbruin, grofkorrelig, bepaald porfierachtig. Tfsala, Vehmo, Balmoral Bed. Het Tfsala, in Engeland genaamd Balmoral I, lijkt op het Schotsche Peterhead en het Duitsche Meiszen, de overige zijn donkerder van kleur. Hango. Lichtbruinrood, middelkorrelig. Ingo. Bruinrood, middel- of grofkorrelig, deels porfierachtig. Zweedsch graniet (biotitgraniet, rood Zweedsch graniet)...”
4

“...)i'e,l tyL'' belasting be^'- i ,rende door- > j' vH*gjng mM Bijzondere proeven. Buigbelastingsproef met bewerkte staaf van cirkelvormige dwars- doorsnede van 30 mM middellijn. Afstand der steunpunten 600 mM. De staaf staande en van onderen op te gieten zonder naad, geheel afgescheiden van het voorwerp, doch van hetzelfde materiaal. Machinedeelen aan aanzienlijke spanningen bloot- gesteld. Staven ,tot breken toe buigen en de breuk beoordeelen. Proefstuk tot \\ maal de oor- spronkelijke breedte warm uit- smeden, met wigvormigen hamer, afgerond volgens straal van 15 mM, slagen in de vezelrichting aanbrengen, zonder dat zich sporen van afscheiding vertoonen. Aanwijzingen omtrent min ot meer gebruikelijke bestemming. Gewone machine- deelen. Algemeene doel- einden ; kolom- men, gas- en wa- terleidingsbuizen Als boven. Opmerkingen. Gegoten ijzer in het algemeen vol- doend aan hoogere eischen dan 2 A, wat betreft dicht- heid, e. d. m. Ie soort. Smeedstukken, welke aan plot- selinge schokken zijn...”
5

“...een zuigkorf hangt af van de te verwachten meegevoerde bestanddeelen; gezamenlijk 3 44 maal die van de zuigbuis irhindert het leegloopen 1 .............................. Een voetventiel ve (b.v. kogel of klep). ----* *** u uiguuia, van de buis bij stilstaande machine Handpompen. grooterPdanPll MetiT" het scheppen met emmers, waar de hefhoogte grooter dan U Meter is en groote hoeveelheden zijn te verplaatsen De zui^hoo^fp der pompen bedraagt gemiddeld 7 Meter, hoogstens 8 Meter voo'koVd water BH warm water is z,j aanzienlijk minder. Water van 70 C is met een gewone handpomp...”
6

“...een vloeibare riempasta, waarmede aan de velg naar willekeur den gewenschten vorm kan worden gegeven, terwijl de pasta tevens de trekkracht verhoogt; c. het te zwaar belast zijn van den riem, zoodat een breeders riem moet genomen worden ; d. de te geringe riemsnelheid; dan moeten de beide schijven evenredig worden vergroot. De riemen worden het best aan den binnenkant geregeld met gekookte lijnolie, traan of een mengsel van stearine en bijenwas ingesmeerd. Elk jaar moeten zij n of tweemaal met warm water worden afgewasschen en daarna met talk worden besmeerd, waardoor de levensduur wordt verhoogd. Zeer vette vuile riemen legge men een dag of langer in petroleum, waarna zij na droging worden afgeboend met slappe sodaoplossing. Worden de riemen of snaren voor langen tijd niet ge- bruikt, dan neemt men ze van de schijven af en hangt ze aan de daarvoor be- stemde haken op. Bij goede behandeling kan de levensduur van lederen riemen op 20 jaar worden gesteld en staan de zooveel zwaardere kunstriemen...”
7

“...mM ; bij grootere dikte wordt de wrijving te groot en vermeerdert de kans tot warmloopen. Om deze reden moeten de snelheden matig gehouden worden, en men "neemt deze bij hennepsnaren het doelmatigst van 15 tot 18 M en bij boomwolsnaren tot 18 M per sec. Deschijf- middellijn is minstens het 50-voudige van die der snaar. Bij horizontaal drijfwerk neme men den afstand der assen minstens 810 M, en niet beneden het 23-vou- dige der som van de beide schijfmiddellijnen. Na het opleggen is de kabel met warm vet (talk of minraalolie) te drenken, en daarmede alle 23 maanden in te smeren. Staaldraadkabels vereischen een korteren afstand der schijven wegens hun meerdere zwaarte. De schijfmiddellijn moet ook grooter en liefst 150-maal de kabeldikte zijn; de snelheid is in normale gevallen 1015 M per sec., maar kan tot 30 jM worden opgevoerd. De schijfafstand is niet kleiner dan 2025 M te nemen en zoo mogelijk 5060 M. Schijven. Grootte van de overbrenging. De overbrenging is de verhouding van het aantal...”
8

“...10. woning machinist en stoker (v.). 11. privaten (b. g. en v.). het hoofdgebouw, bevattende : E. Waschhuis met ketelhuis en machinekamer voor bevattende: of verbonden aan 1. snijkamer. 2. bijzetkamer. 3. bergruimte. Badinrichtingen en badhuizen. Douehebaden (fig. 23 en 24) : eenvoudig en goedkoop in aanleg en bedrf. Regendouches met 812 L water per minuut; bij druk bezoek 500 L per douche per uur; 22,4 M afstand van den grond en onder 2030 hellend met de vertikaal. Per bad is ongeveer 3040 L warm water benoodigd van 3040 L. Enkele cellen : 0,81,4 M breedte bij 22,5 M lengte, gedeeld in twee deelen, kleed- en badruimte ; de eerste in den regel wat grooter. Normale afmeting van een cel 1,40 M breedte bij 2,50 M lengte met badruimte 1,40 x 1,10 M. Wanden 2,20 M hoog en 10 cM boven den grond beginnend. Vloer van asphalt, ook terrazzo of cement met marmerdeeltjes en met lattenrooster. Kuipbaden: in aanleg en bedrijf duurder dan douehebaden. - Afmetingen der cellen 1,8 x 1,8 tot 3 x 4 Meter...”
9

“...jk vertrek voor broeiruimte. 2. Een veestal voor het onderbrengen der dieren, daarboven maakt men de voer- bergplaatsen. 3. Een afzonderlijk slachtruim met een stal voor ziek of verdacht vee, geheel afgezonderd van de andere gebouwen gelegen. 4. Een darmwasscherij met mestbergplaats, welke in verbinding staat met de slacht- hallen, doch zoodanig, dat de lucht niet in de hallen kan toetreden. 5. Een koelhuis voor het bewaren van het vleesch. 6. Een ketelhuis met machinekamer voor het maken van warm water, het verkrij- gen van de noodige beweegkracht en electrische verlichting. 7. De dienstwoningen voor de ambtenaren. Slaehthal voor groot vee. Volgens Duitsche onderzoekers is het aantal slachtingen per dag per 1000 inwoners ongeveer 0,4 voor groot vee, hetgeen men ook voor ons land kan rekenen of per jaar gemiddeld 140 stuks. Grootte der slaehthal zonder koelhuis : Heeft men geen koelhuis, dan moet het vee in de hal hangen om af te koelen, nl. ongeveer 12 uur voor groot vee; alzoo n takel...”
10

“...SLACHTHUIZEN. 881 den stoom. Het tot 4045 C verwarmde water wordt in een hoog reservoir gepompt en aldaar door middel van zich daarin bevindende buizen door den afvoerstom van andere machines of pompen op de noodige temperatuur gehouden. Wil men niet rS* verontreinigd warm water hebben, dan moet men klaarbassins oheafscheidmg aanleggen of in plaats van injectiecondensatoren, oppervlakte- bezi enSatren bezlgen' De laatste geven dan water, dat tevens voor kristalijs is te ^a^s^en wordt het voor kristalijs benoodigde water verkregen door te^verdampen*5"1 Van f*ecfrijfsinachine in een bijzonderen koker onder vacuum i f.lacthtbllasting- Gemiddeld rekent men voor een koe f3,, een os f4..een kalf of schaap f 0,40 en voor een varken f 1.. en^en^vsirkenTo 10^ Vr ^ S f 2 en koe f 20 ee kaIf of schaaP f 0.05 vaSen?0*40* gemiddeld voor een os of koe f >6Q. een kalf of schaap f 0,30 en een Aanlegkosten van slachthuizen. Globale kosten zijn per inwoner, zonder koelhuis f 4,20f 4,80. idem met - 6, f...”
11

“...last van te veel tocht door de wanden, dan kan men ze binnen bekleeden met matten (Bantam- mermatten, keppangmatten, e.d.). Veelal worden bamboewanden bepleisterd en gewit; daartoe moet de bamboe goed droog zijn en op voldoenden afstand door stij- len worden gesteund. Matten kunnen met Ghineesch papier worden beplakt en daarna wit geverfd. Dubbele bamboewanden geven minder aanleiding tot temperatuurs- verandering door weersinvloeden, maar geven verblijfplaats aan dieren. Ijzeren wanden blijven te warm, ook al zijn zij wit geverfd. De plafonds zijn veelal van goed aaneengesloten houten planken, welke goed droog ttZ ZIjn- Goedkooper zijn de plafonds van Bantammermatten bamboeplafondhangers aangebracht en goed gewit of beter met Chineesch papier beplakt en geverfd. Dakbedekking. Het dak moet liefst dubbel worden aangebracht en zoo licht mogelijk zijn. 'pen a? Zljn ee?- u?aal bedekking voor de tropen wat betreft ventilatie en ^iif enlichtmaarweinig duurzaam (4 i 5 jaar). Zij vereischen vrij sterke...”
12

“...BESCHERMINGS- EN BEWERKINGSWIJZEN VAN HOUT EN IJZER. 943 de uit 88 % fluornatrium, 7 % dinitrophenol en 5 % anilinolie. Het laatste belooft veel voor de toekomst en het dure creosoteeren of de andere gevaarlijke impregneer- middelen te vervangen. Verzinken van ijzer. De met verdund zoutzuur en salmiak gereinigde en met salmiak bestreken voor- werpen worden, nog warm zijnde, in een bad met gesmolten zink gedompeld. Per M1 oppervlak wordt ongeveer V* KG zink gebruikt. Voor grooter weerstandsvermogen tegen de inwerking van zuren wordt het verzinkt ijzer bovendien met een laagje lood bedekt ( 0,4 KG lood per M*). Volgens de Engelsche methode (Sherardise) worden de voorwerpen met zinkstof in een luchtdicht sluitende trommel gebracht, welke in een gasoven op 320 C wordt verhit en gewenteld, tot een min of meer dikke zinklaag gevormd is. De verzinking is zeer gelijkmatig en duurzaam. Het galvanisch verzinken geschiedt in het volgende bad : 80 gram zwavelzure zinkoxyde 50 zwavelzure ammoniak...”
13

“...verwarmingstoestellen moeten zoo weinig mogelijk stoomruimte bezitten om met den stoom zelf een goede verdrijving van de lucht in de toestellen te kunnen bewerken. Men heeft gladde smeedijzeren en geribde gegoten ijzeren ver- warmingsoppervlakken (buizen, radiatoren, enz.) De warmteafgave der toestellen is gemakkelijk proefondervindelijk te bepalen door weging van de gevormde hoeveelheid condensatiewater. Volgens de normen van het Verband Deutscher Zentralheizungs-1ndustrieller kan als maximum warm- teafgevend vermogen worden gesteld voor onbekleede lichamen en 20 C kamertemperatuur per M* verwar- mend oppervlak per uur: van radiatoren................ 700 WE ribbenverwarmers.............. 450 ,, gladde buizen................. 800 ,, .De warmteafgave wordt geregeld door gedeeltelijke vulling van het verwar- mingslichaam door middel van kranen, ventielen of schuiven. Bij kleineren aanleg heeft men centrale regeling door verandering van den stoomdruk. De ontluch- ting der toestellen moet ...”
14

“...medegevoerde cilinderolie, enz. zijn de buiswijdten grooter te nemen en moet de stoom van te voren worden gereinigd. Een nadeel van deze verwarmingswijze is, dat de stoom-afvoerstooten der machine door de stoomleiding op verren afstand hoorbaar worden overgebracht. Doelmatig is een van warmte- isolatie voorzienen stoomhouder achter de machine in de hoofdleiding te schakelen, om den tegendruk der machine zoo gering mogelijk te maken, de stoomspanning in -de ter warm ingsleidingen op gelijke hoogte te houden, en het geluid te ver- minderen. B. Warm wat erver warming. Het in 'een ketel verwarmde water stijgt door zijn geringer soortelijk gewicht in de buizen op, verdeelt zich in het net en de verwarmingslichamen opi na af- koeling door zijn meerdere zwaarte weder naar den ketel terug te vloeien. Een expansievat, op het hoogste punt der leiding geplaatst, geeft gelegenheid aan het...”
15

“...gladde verwarmingsbuizen . 500 in de practijk neemt men veelal een hooger warmteafgevend vermogen der toestellen in de hooger gelegen verdiepingen aan. h2IaITte'afgaTe worwarm water als maximum wordt toegevoerd in verband met de grootte van het verwarmingstoestel. Buizennet. De aanleg kan op twee wijzen geschieden H=nwe,StlJglei.d!n£ wordt zooveel mgelijk verticaal van het hoogste punt van wSdt v P1"t Va*n den aanleg gevoerd, waar het expansievat ag6plaatst :lg' l Van hlermt gaat de leiding langzaam en steeds vallend naar de verwarmingslichamen en daarna naar het onderste punt van den ketel De aansluiting op de lichamen geschiedt van boven, de ventilatie vanzelf bij...”
16

“...vlak, weinig horizontale vlakken en goede reiniging. b. Verwarming door stoom, waarbij de lucht langs door stoom verwarmde oppervlakken strijkt. c. Verwarming door warm water. Deze methode wordt wegens vorstgevaar zelden toegepast. De grootte der warmteaf gifte bedraagt bij ventilatieluchtver- warming per M* per uur: glad verwarm, opp calonfeerverwarming .... 2 000 W laagdrukstoom ............... 9001000 hoogdrukstoom ,, .... 11001200 warm water .... 750 870 waarbij de toevoerlucht op 20 C. gesteld wordt. Bij circulatieluchtverwarming is de warmteafgifte gelijk aan die der verwar- mingsoppervlakken voor de vertrekken te stellen. ribbenoppervlak. 12001500 WE 600 700 700 800 Verwarming op groote afstanden moet vaak worden toegepast bij uit elkaar liggende gebouwen als sanatoria, enz l)e verwarming kan geschieden met warm water of stoom. In het eerste geval moet het warme water met pompen naar de ketels terug- gevoerd worden, daar de hoofdleidingen anders te groot moeten worden en de...”
17

“...DESINFECTEEREN. 1021 gedaan. Dezen doek houde men boven den pot, giete vervolgens warm water over het ruwe kopersulfaat, zoodat de oplossing gefiltreerd wordt. 250 gram dezer oplossing ( 7, wijnfesch) is genoeg om 1 M* (55 petroleum- blikken) water te zuiveren, dat is een put van gemiddelde grootte. Het mengen geschiedt het best door een halven emmer water op te schep- pen, hierin de noodige hoeveelheid kopersulfaatoplossing te doen en ver- volgens den inhoud van den emmer spoedig in den put te storten. Daarna laat men den emmer in het water zakken en beweegt dezen snel op en neer, zoodat alles zich goed mengt. Binnen 24 uur is het water zuiver. Het water moet om den anderen dag op die wijze worden behandeld. Direct na de behandeling is het water troebel. Dit beduidt niets. Met een oplossing van geelbloedloogzout kan ter contrle worden nagegaan, of het water op deze wijze behandeld is....”