1 |
 |
“...9
13,6
11,36
1,74
0,98
Nikkel .... 8,9
Osmium . , . 22,5
Phosphorus .... . 1,832,19
Platina .... 21,4
Seleen .... 4,35
Silicium .... 2,4
Stikstof (vl) . . .... 0,4
Thorium .... 11,0
Tin .... 7,3
Uraan . . . . . .... 18,6
Waterstof (vl) . . .... 0,26
Ijzer
Zilver .... 10,53
Zink .... 7,2
Zuurstof (vl) . . . 0,9
Zwavel .... 2,0
Verschillende vaste stoffen.
Caoutchouc
Graphiet .
Kalkspaat .
Keukenzout
Kwarts . .
Paraffine .
. 0,950
1,9002,300
. . 2,720
2,1502,170
. . 2,650
. 0,890
Salpeter . .
Soda (gekrist.)
Steenzout . .
Vloeispaat . .
Zwavel . . .
1,9402,000
. . 1,450
. 2,280
. 3,150
1,962.07...”
|
|
2 |
 |
“...388
NATUURKUNDIGE GEGEVENS.
Smeltwarmte van verschillende stollen.
De smeltwarmte is het aantal W. E. dat wordt verbruikt om 1 KG van het li-
chaam uit den vasten in den vloeibaren toestand zonder temperatuursverandering
om te zetten. In omgekeerden zin komt deze hoeveelheid vrij.
glycerine
kwikzilver
koper
lood
nikkel
paraffine
phosphor
platina
ijzer
ruw ijzer (grauw)
,. (wit)
salpeter
tin
ij5 (zuiver water)
zilver
zwavel
42,5 W.E.
2,8
42 ,,
6 ,,
4,6
35.1 ,,
5.0
27.2
30
23
33 "
63
13
80,4
21
0.4
Soortelijke warmte (specifieke warmte)
is de hoeveelheid warmte noodig om de gewichtseenheid van een lichaam 1 in
temperatuur te doen toenemen. Zij is voor verschillende temperaturen niet gelijk.
Voor water neemt men als soortelijke warmte aan de gemiddelde calorie of het
100ste deel van de warmtehoeveelheid om 1 KG of 1 gram water van' 0 tot 100' te
verwarmen.
Uit onderzoekingen is gebleken, dat de soortelijke warmte van water van 0
tot 40 afneemt en daarna weder toeneemt, hetgeen niet...”
|
|
3 |
 |
“...BEPLANTINGEN.
1005
Kunstmeststoffen.
BENAMING GEHALTE IN % Prijs in gld.
stikstof phosphor- zuur kali kalk 100 KG
Zwavelzure ammo- niak Chilisalpeter . . . Ammoniak-super- . 1920,2 1516 15,5016,50 11,9012,20
phosphaat . . . Superphosphaat . Thomas-slakken- of phosphaatmeel (gehalte aan fijn- meel 75-80%) . . Kaniet Patent kali . . . Stikstofkalk en kalk- stikstof .... Kalksalpeter (Norge- salpeter) .... 61/,7 1821 12 910 1315 1617 *1315 2527 1518 2030 47 8,158,25 2,602,70 2,202,40 2,102,30 6,306,70
Ruwe Peruguano Beenderenmeel . . Kalkmeststoffen . . 7 0,74-4,5 10 1932 2 12,6 3146 5080
Schuimaarde . . Chloorkalium (zout) Zwavelzure kali . 0,20,5 0,5-1,5 0,20,3 2050 50 1530 10,-11,...”
|
|
4 |
 |
“...1
c. het water moet een frisschen aangenamen smaak bezitten en een laee
temperBtuur, welke voor de verschillende jaargetijden niet te uiteenloopend mag
bevatten* Water mag geen chemisch g>ft>ge of de gezondheid schadende stoffen
nam 5ner,, a' b ^.vallende eischen beoordeelt men direct na de monster-
d^r Zich Habn a"!? ,lle,st m?er. dan eens- en van grootere waterhoeveelheden,
aaar zich dan eerst bijmengsels laten waarnemen.
7nnpn irniltal chemische analysen zooals op ammoniak, salpeterig- en salpeter-
zuur, koolzuur en zwavelwaterstof moeten liefst zoo spoedig mogelijk worden
gewijzigd*1 daar d6Z6 stotfen bj lang staan der monsters kunnen worden
he7 omvat achohlgensn:d '' 6 ^ ngeVeer 2 Uter Water benoodiSd aa
a }' a D1 bePabng van de verdampings- of droogrest uit 250500 cM water
van hetwateerlheid ,anorganlsche en organische niet vluchtige bestanddeelen
2. de oxydeerbare hoeveelheid organische stof, welke het water bevat
het gehalte aan salpeterigzuur.
het gehalte aan salpeterzuur,
het gehalte...”
|
|