Your search within this document for 'hal' resulted in nine matching pages.
1

“...Fourny Gilbert (mon. Morane-Saulnier) Datum 21 Maart 1913 15 Juni 1912 1 Mei 1912 16 Juni 1912 5 Juli 1912 10 Juli 1912 9 Sept. 1912 12 Sept. 1912 28 Maart 1913 (ReimsTournayLuik 2u40m 60 KM 5u52m38s 240 KM (Doeberitz Hamburg) 2ul0m 110 Crombez 28 ,, 1913 Gilbert (mon. Morane-Saulnier) 30 Dec. 1912 Barend met een passagier (fabr. | Tavee) 1912 Schaatsenrij den. Afstand Tijd M/sec. KM/uur Winner Datum Gewone schaatsen. 32 KM 370 Rolschaatsen. 1 uur de Koning 1906 26 KM 430 Hardloopen. 1 uur Hal Beste 1902 18 KM 878 1 uur W atkins 1899 100 M 10,8 sec. Olymp. spelen 1912 200 Stockholm 21,6 Olymp. spelen 1904 400 St. Louis 4,82 ,, Olymp. spelen 1912 800 ,, Stockholm lm51,9s Olymp. spelen 1500 ,, Stockholm 3m56,8s Olymp. spelen j 42,, (Marathonloop) Stockholm 2u36m54,4s Olymp. spelen Stockholm...”
2

“...beweging van een volmaakte vloeistof, waarbij men geen rekening heeft te houden metWrijvingenVgeMende waarin X dx + Y dy + Z dz U dU . . (1) t de tijd en U de snelheid in het beschouwde punt. Permanente beweging. . beweging van een vloeistof heet permanent, wanneer de moleculen die elkaar een willekeurig punt opvolgen, zich bewegen met dezlfde snelheidin grootte zelfde^ blijft,611 0nderworPen zin aan dezelfde drukking, terwijl de dichthfid de- deSl der v^chm/ndrjunten61^ ** tijd hal*en slechts af van De algemeene formule (1) wordt in dit geval: dp (X dx + Y dy -f Z dz) + U d = 0 . . (2) of voor een elastische vloeistof: d p ^ + g dz + U dU of gentegreerd : 1 i , , U* k *g P + g z + -j- = constant. Voor een zware vloeistof wordt de formule : dp + g dz + U dU (5) of gentegreerd : of ook z + -|-------- n ^ 2g P , , U* T +gz + T u* constant.... (6) constant .... (7) (theorema van Bernouilli)....”
3

“...GEBOUWEN IN ONS LAND. Schaal 1 : 300. Begane grond. Ie Verdieping. Begane grond : a. vestibule. b. gang met ruimte onder de trap of keldertoegang. c. salon. d. huiskamer. e. serre. f. keuken. g. brandstoffenbergplaats. Ie Verdieping: h. portaal. i. slaapkamertje. . slaapkamer. k. en l idem. 2e Verdieping : als le verdieping met bijv. 3 vertrek- ken boven en k. Heeft men meerdere gevelbreedte, dan kan de plattegrond zijn volgens fig. 12. Schaal 1 : 300. Hierin zijn : a. entre. b. vestibule of hal. e. kamertje (spreek). d. toiletten e. kasten. f. keuken., g. salon. ii. huiskamer, i. lucht- en lichtkoker. i. serre. Fig. 12. Villas en Landhuizen. Onder de villas en landhuizen vindt men uit den aard der zaak groote ver- scheidenheid. De globale bouwkosten zijn het best te bepalen per M1 oppervlak binnen den omtrek van het fundament. Villas zooals te Bloemendaal en Hilversum kosten f 100 k f 120 per M aan bouw....”
4

“...861 VILLAS EN LANDHUIZEN. Eenige doelmatige plattegronden volgen hierbij: Begane grond. Schaal 1 : 300. Begane grond a. vestibule. b. gang met trapruimte. c. kasten. d. salon. e. eetkamer. /. serre. g. keuken. h. terras. Fig. 13. Begane grond. Schaal 1 : 300. Plan verdieping. Begane grond: a. tochtportaal. b. garderobe. e. hal. d. woonkamer (salon). e. salon (biljartkamer). /. eetkamer. g. dienkamer. h. keuken (waaronder kelder). i- privaat dienstpersoneel. ' privaat. k. terrassen. Fig. 14. Plan verdieping: l. bordes. m. hal. n. slaapkamers. o. gang. p. kantoor of boudoir. q. kleedkamer of boudoir. r. idem. s. garderobe. t. badkamer....”
5

“...862 PROJECTEEREN VAN GEBOUWEN IN ONS LAND. Kleine landhuisjes of zomeroptrekjes aan strandplaatsen kunnen een indeeling bekomen, zooals de plattegrond van figuur 15 aangeeft. Schaal 1 : 300. Begane grond : a. entre. b. hal met trap naar zolderverdieping. c. woon- en huiskamer. d. serre. e. terras. f. slaapkamer. g. keuken. h. kasten. Fig. 15. Scholen. Litteratuur. Het bouwen van scholen in Nederland met teekeningen van G. J. Morre, B. Schelling en P. J. H. Cuijpers, D. Bolle. 1892. f 2,90. Dorpsschool. Klei, blz. 115,, 1914. J. H. S. Rckert. Schoolbouw. v. Mantgem en de Does, 1911. f 0,90. Lagere scholen. Algemeene regelen omtrent den bouw. De bouw der scholen in ons land is wettelijk geregeld door het Kon. besl. van 4 Mei 1883. Algemeene Regelen omtrent den bouw en de inrichting van school- De school en de onderwijzerswoningen worden niet dan bij uitzondering onder n dak gebracht. De woning krijgt aparten toegang van het schoolterrein afge- sloten. Het geheel wordt zoo ingericht, dat latere...”
6

“...zitplaats een minste breedte hebben van 0,50 M bij een afstand van 0,90 M tusschen de rijen. Bij klap- stoelen kan de afstand tot 0,80 M worden verminderd. Tijdelijk bestemde zitplaatsen moeten in rijen aan elkaar verbonden worden, op- dat zij niet kunnen worden verplaatst. De aaneengeschakelde rijen te verdeelen in hoogstens 12 zitplaatsen door gangen. Openbare leeszalen en bibliotheken. In een gebouw voor openbare leeszaal bestemd, zullen de volgende vertrekken aanwezig moeten zijn : 1. ruimte of hal, toegang gevende tot de leeszalen (b.g.). 2. garderoberuimte (b.g.). 3. vertrek voor afgifte boeken, aan de leeszaal grenzend (b.g.). 4. diensttrappen en lift naar de magazijnen en bewaarplaatsen. 5. groote leeszaal (b.g.). 6. kleine- of kinderleeszaal (b.g.). 7. zaal voor het houden van lezingen of vergaderingen (b.g. of v.). 8. studiezaal (v.). 9. kamer voor de (n) bibliothecaris(esse) (v. of b.g.). 10. magazijnen of bewaarplaatsen der boeken (b.g., v. en z.). 11. concirgewoning, bevattende de...”
7

“...bewaren van het vleesch. 6. Een ketelhuis met machinekamer voor het maken van warm water, het verkrij- gen van de noodige beweegkracht en electrische verlichting. 7. De dienstwoningen voor de ambtenaren. Slaehthal voor groot vee. Volgens Duitsche onderzoekers is het aantal slachtingen per dag per 1000 inwoners ongeveer 0,4 voor groot vee, hetgeen men ook voor ons land kan rekenen of per jaar gemiddeld 140 stuks. Grootte der slaehthal zonder koelhuis : Heeft men geen koelhuis, dan moet het vee in de hal hangen om af te koelen, nl. ongeveer 12 uur voor groot vee; alzoo n takel per dag met een oppervlakte voor elke slachting van 5 M2 en 2,5 M2 voor afkoeling. Duur van het slachten is 2 uur. *) Gedeeltelijk ontleend aan de voordracht van den heer G. J. Veenstra opgenomen in de Bouwwereld 1908....”
8

“...een paar reservetakels op normale afstanden. Een rund neemt + 0 5 M* plaatsruimte in. Inrichting voor een slachthal met 2 rijen takels in een zijdeel (fig. 36): voor gioote hallen fig. 37. Slachthal met koelhuis. De hal krijgt trans- porttakels, die langs J_ of I-ijzers loopen, ook wel roltafels. Verder haken rondom de kolommen en langs den muur 1.80 M boven den vloer. Ramen ongeveer 1,70 M boven den vloer, de borstweringruimte dient voor bevestigen der trekinrichting der takels, of voor het plaatsen van kasten. Watervoorziening: Gemiddeld 0,3 M water per slachting: het water is goed, als het voor ketelwater geen schadelijke bestanddeelen bevat. Waterkranen worden aan den wand aangebracht en wel n kraan op drie takels en tevens kranen aan de kolommen voor reiniging van de hal zelf. Riolecring : Het afvalwater wordt in de slachthal over den vloer naar de wanden en de middengang geleid naar goten (helling 1 : 50)' welke in zinkputten uitmonden. Het verval van den vloer bedraagt bij effen materiaal...”
9

“...cellen zijn toegangelijk door schuifdeuren van ongeveer 0,80 M breedte. Stallen. De stallen krijgen voergang in het midden, zonder tusschenschotten. Dienstvertrekken. Deze liggen in den regel bij den ingang van het terrein van het slachthuis en op den beganen grond. Hierboven vindt men veelal de woning van den directeur en verdere ambtenaren. De dienstvertrekken zijn: 1. een kamer voor den directeur-keurmeester. 2. een laboratorium voor microscopisch en scheikundig onderzoek. 3. een kamer voor den hal-opzichter, veelal tevens ontvanger der slacht- en keuringsgelden. Bij grootere slachthuizen komen daar nog bij: 4. een kamer voor den directeur, 5. idem voor de assistenten, 6. idem voor den ontvanger, 7. wachtvertrek voor de slagers. Bijbedrijven: Bij een slachthuis vindt men somtijds een vetsmelterij, een albuminefabriek en eene darmenslijmerij en zouterij. Warmwaterbezorging in het slachtbedrijj : Voor het verwarmen van het water benut men zooveel mogelijk de stoomwarmte en gebruikt daartoe...”