1 |
|
“...METEOROLOGISCHE GEGEVENS.
41
Is de doorsnede van den regenmeter 1/20 M, dan zal 1 mM neerslag 0,05 L water
of 50 cM* geven en alzoo de inhoud tusschen de deelstrepen, welke het aantal mM
regen aangeven, 50 cM* groot moeten zijn.
De zelfregistreerende regenmeters (van Fuess) zijn van een hevelinrichting voor-
zien, welke na zekere vulling (10 mM regenhoogte) overhevelt en daarmede den
wijzer voor het diagram weder op nul stelt.
De neerslag geeft reeds op kleine gebieden groote verschillen. De plaatsing van
den meter is ook van grooten invloed. De plaats moet zoo gekozen worden, dat de
regen van alle zijden voldoenden vrijen toegang heeft, maar het toestel voor krach-
tige winden eenigszins beschut is. Van boomen, huizen, enz. moet de meter even
ver verwijderd zijn als deze voorwerpen hoog zijn. De bovenrand van den meter
plaatse men 1,50 M boven den grond en zuiver waterpas. De aftapping geschiedt
dagelijks veelal te 8 uur voormiddags.
Van invloed op de verdeeling van den regenval is de...”
|
|
2 |
|
“...iaiTidtLm*ische belastmg groote vastheid van het materiaal vordert, ver-
langt de dynamische belasting groote taaiheid
Is de vastheid = f
de contractie bij de breuk = c
de uitrekking = e,
s^hreve^vooTf bii spoorwegbouw) somtijds minimumwaarden voorge-
Vnwl n. f oti.f X % f* i + en. f + 2 (s-g. kwaliteitsei]fers).
heeft alleen het .**? Zeitung d? Verems d. Eisenbahnverwaltungen 1911)
neeft alleen het product f x £ theoretisch recht van bestaan. '
(fig iabldzd 286)rvone eeltauin|: ye"?ht kan uit een diagram worden bepaald
kromme He' voorgesteld door het oppervlak, begrensd door de spannings-
,de abscissenas en den eindordinaat in Z. Is de bij dezen ordinaat
dat van een^rMWlT Apdan kan het oppervlak ook worden uitgedrukt door
, ... rechthoek fPj x z, waarin e Pz de gemiddelde belasting, uitge-
de breukbelasting vermenigvuldigd met een zekeren factor u.
rkt de belasting op een staaf met de meetlengte 1 en een doorsnede F
alzoo van een volume Fl, dan is de arbeid gedeeld door dit staafvolume
v- Pz...”
|
|
3 |
|
“...voorgesteld door de beide in fig. 1 aangegeven diagrammen, welke
behooren bij een machine
met en zonder condensatie
van den afgewerkten stoom.
De ordinaten stellen de span-
G B
Fig. 1,
ningen van den stoom* (in
atmosferen) voor, de abscis-
sen den zuigerslag, welke in
10 gelijke deelen is verdeeld,
terwijl links een kleine af-
stand de schadelijke ruimte
van den cilinder voorstelt,
d.i. de ruimte, welke tusschen
zuiger en cilinderdeksel over-
blijft bij den uitersten stand
van den zuiger.
In het diagram A B C D E F,
dat geldt voor een machine
AB de toelating voor van den verschen stoom (in ons geval^atm^welteln dit
K'purende 25 % van den slag plaats hek In I wordt de toevoer afge
sloten en begint de expansie tot aan het einde van den slag in C, waarna de uit-
deastZm^lieZnnH
|
|
4 |
|
“...784
STOOMMACHINES.
dan de atmosferische en de temperatuur laag is, dan geldt het diagram AGH KLMA.
In dit geval kan( wanneer ongeveer gelijke arbeid moet worden verricht, de toelaat
(AG) van den stoom worden verminderd. In de plaats van besparing van stoom
( 40 %) moet evenwel arbeid worden verricht voor het onderhouden van het
vacuum in de condensatieruimte.
Systemen van stoomcilindermachines.
Encilinder-machines worden met en zonder condensatie gebouwd tot 250 PK.
Het stoomverbruik is wegens het warmteverlies in den cilinder vrij aanzienlijk
en kan worden verminderd door het aanbrengen van een stoommantel om den
cilinder of door het gebruik van meercilindermachines.
Meercilindermachincs, waarbij de temperatuurafname over meerdere cilinders
wordt verdeeld. De zoogenaamde compoundmachines bezitten een receiver, welke
den stoom op neemt gedurende den overgang van den eenen in den anderen
cilinder. De cilinders worden met verschen stoom verwarmd, ingeval de machine
niet met oververhitten...”
|
|
5 |
|
“...STOOMMACHINES.
787
De werkelijk geleverde of effektieve arbeid kan bij kleine vermogens direct
worden bepaald met behulp van den dynamometer. Bij groote machines is deze
bepaling vrij lastig en boven zekere grootte onmogelijk. Men kan dan met vol-
doende nauwkeurigheid den effektieven arbeid uit de indicateurdiagrammen be-
rekenen, waarbij, rekening moet gehouden worden met het diagram bij leegloop
Het gemakkelijkst is het vermogen te bepalen van machines, die dynamos drijven,
daar uit den electrischen stroom de arbeid te bepalen is, waarbij eventueel 3 tot
5 % verlies voor riemoverbrenging te rekenen valt.
Fig. 2.
_ . 60 X 75
De bepaling geschiedt het gemakkelijkst, wanneer men bii
B I van nnn arm rroliiL- oor ________ . . J
Dynamometers.
De rem van Prony is de eenvoudigste dynamometer en kan voor het onderzoek
van kleine machines worden ge-
bezigd (fig. 2). De remblokken a
worden door de. schroeven b zoover
aangedraaid, tot bij zekere belasting
G van den hefboomsarm, deze in
evenwicht...”
|
|
6 |
|
“...Bepaling van het arbeidsverbruik.
Het arbeidsverbruik van den compressor kan worden nagegaan uit het indicateur
diagram van den compressorcilinder, dat in fig. i schetsmatig Is aangegeven
en overeenkomt met het in orogekeerden
zin doorloopen diagram van een stoom-
machine.
Bij den heengaanden slag van a tot
b wordt gas ingezogen, dit bij terug-
gaanden slag volgens b c gecomprimeerd
en van c tot d in de persleiding geleid.
Bij den volgenden uitgaanden slag
wordt het in de schadelijke ruimte ge-
bleven gas gexpandeerd van d tot a,
zoodat eerst bij a weder het aan-
zuigen begint.
Wordt het gas adiabatisch samen-
geperst, waarbij de compressiearbeid
a's warmte jn jjgj gas opgenomen daarin
blijft, dan loopt de druklijn b c snel
op ; comprimeert men isotherm, waarbij
de ontstane warmte steeds onmiddellijk
wordt afgevoerd en het gas koud blijft,
Het door het oppervlak van het diagram
dus klflinpr pn Ao PAmniuee; __j.
0.1.^,^,.!^, p,nU,aa d,Tiiaild,"
hoogspanningen1 comprimeert 'men d^ hicht^n^1...”
|
|