1 |
 |
“...geheele getallenhetgeen00k
Lijst der internationaal aangenomen atoomgewichten (1911)
O = 16.
van C^?rS de/ valentie ; de jaartallen die der ontdekking
reeds1* de:d ffih^et t6eken duidt dat het bed06lde elemen*
Aluminium III IV
Antimonium of Stibium III V .
Argentum (zilver) I '
Argonium I................
Arsenicum III V . *
Aurum (goud) I III !
Baryum II IV i
Beryllium of Glycinium III .
Bismuthum III V...........
Borium III V.............
Bromium I III V VII
Cadmium II ]
Caesium I ......
Calcium II . .
Carbonium (koolstof) II IV
Cerium III IV............I
Chlorium (chloor) I III V VII
Chromium III IV V
Cobaltum II IV j "
Cuprum (koper) I II ! !
Erbium II................
Europium .......
Dysprosium
Ferrum (ijzer) II III IV VI
Fluoriuin I...............
Gadolinium (?)..,.
Gallium IV ... . . . \
Germanium IV . . . ' '
Helium I.............
Hydrargyrum (kwik) I H * *
Hydrogenium (waterstof) I
Indium III...........
Iridium II IV VI .
Jodium I III V VII .
Kalium of Potassium I .
Krypton...”
|
|
2 |
 |
“...systeem van Mendeliff.
De rangschikking geschiedt horizontaal volgens de toenemende atoomgewichten
in series ; vertikaal gerangschikt ontstaan groepen, die elementen met overeen-
komstige eigenschappen bevatten. Men vindt in deze tafel zoowel de drievoudige
groepen van Dbereiner als de octaafrangschikking in 1863 door John Newland
bekend gemaakt,
In een groep van overeenkomstige elementen zijn er, die onderling nog inniger
verwant zijn ; zoo vervalt groep II in :
Ondergroep A. Ondergroep B.
Calcium Beryllium
Strontium Magnesium
Barium Zink
Radium Cadmium
Kwikzilver
Van zulk een groep klimmen niet alleen de atoomgewichten geleidelijk op( doch
ook de soortelijke gewichten, de temperatuur, waarbij de koolstofverbindingen
dissocieeren, de oplosbaarheid van het oxydehydraat in water, enz....”
|
|
3 |
 |
“...Praseody- mium Pr = 140,6 Erbium Er= 167,4 Tantalum Ta = 181 Bismuth Bi = 208 1
I Groep IV Koolstof C = 12 Silicium Si = 28,3 Titanium Ti = 48,1 Ger- manium [Ge = 72,5 Zirconium Zr = 90,6 Tin Sn = 119,0 Cerium Ce = 140,3 1 Lutetium Lu = 174 s o 3ii if Calcium Ca = 40,1 Zink Zn 65,4 Strontium Sr = 87,6 Cadmium Cd = 112,4 Barium Ba = 137,4 . OO O o 1 s CM...”
|
|
4 |
 |
“...Bronziet. . . .
Augiet en Hoornblende bevatten steeds calcium en magnesium en meestal ook
ijzer. De eenvoudigste samenstelling van augiet is CaMg (SiO,),; hoornblende
bevat wat minder calcium en aluminium dan de augiet, daarentegen haast altijd
alkalimetalen. Asbest is een bijzondere vorm van hoornblende.
Glimmer of mica bevat naast aluminium, alcalische metalen en alcalische aarden
in verschillende verhoudingen, zoodat een chemische formule nog niet is kunnen
worden opgesteld. Muscoviet is kaliglimmer. Biotiet is manesiumglimmer.
Chloriet ontstaat veelal door verandering van andere magnesium- en ijzerhoudende
mineralen. De formule is 2 (2 MgO. FeO SiO,) + Al,O,. 3 H,0.
Turmalyn heeft zeer verschillende samenstelling en bevat steeds een weinig
constitutiewater. In gewoon turmalyn bevinden zich behalve aluminium nog mag-
nesium, ijzer, alcalimetalen, waterstof en ook meestal calcium.
Epidot of Pistaziet bevat behalve aluminium, calcium en constitutiewater. Een
deel van het aluminium is door...”
|
|
5 |
 |
“...vindt men in Magnesiet (talkspaat).
Dolomiet (Bitterkalk) is een dubbelcarbonaat van magnesium en calcium.
Spaatijzersteen of ijzerspaat is een ferrocarbonaat.
Phosphorzure zouten of phosphaten.
Calciumphosphaat Ga* (PO,),.
Apatiet is een dubbelzout van calciumphosphaat en calciumchloride. Het calcium-
phosphaat vormt verder het hoofdbestanddeel van talrijke mineralen als het phos-
phoriet, koproliet, phosphaatkrijt en andere phosphaten.
Waivelliet is een aluminiumphosphaat.
Vivianiet is een waterhoudend ferrophosphaat, dat in laagveenbodems en humeuse
kleibodems gevonden wordt en aan de lucht van wit in blauw overgaat.
Zwavelzure zouten of sulfaten.
In den bodem komt alleen het calciumsulfaat voor; het kalium-, natrium- en
magnesiumsulfaat vindt men in het water en in vele zoutafzettingen.
Kieseriet is een waterhoudend magnesiumsulfaat.
Krugiet is een chemische verbinding van magnesium, calcium en kaliumsulfaat
met water.
Polyhaliet een soortgelijke verbinding in andere verhouding.
Kianiet...”
|
|
6 |
 |
“...406
MINERALEN.
c. Dichte kalksteen, weeke, zachte steen. Krijt is zulk een dichte kalk gemengd
met microscopische schaaldiertjes.
d. Aardekalksteen, fijne aardachtige massas van gele kleur. (Travertin, kalktuf).
3. Dolomiet, een samenstel van magnesium houdenden kalksteen.
4. Mergel, een aardachtig mengsel van kalk of dolomiet, klei, fijn kwartszand
of glimmer.
5. Anhydriet, grofkorrelig tot dicht calcium sulphaat.
6. Gips.
7. Steenzout.
8. IJzerspaat.
B. Gemengde gesteenten.
1. Graniet, een mengsel van orthoklaas of oligoklaas, kwarts en glimmerblaadjes.
De glimmer is in den regel kaliglimmer, ook wel magnesiaglimmer. Zijn de drie
mineralen onregelmatig met elkaar verbonden, zoodat de steen op de breuk in geener-
lei richting eenig onderscheid doet zien, dan noemt men den steen graniet. Zijn de
glimmerschilfers in formeele lagen vereenigd, zoodat zij op de lengtebreuk breede
splijtvlakken vertoonen, dan noemt men den steen gneis.
Men onderscheidt de volgende soorten :
a. De eigenlijke...”
|
|
7 |
 |
“... is
steeds aluminiumsilicaat met grootere of kleinere hoeveelheden ongebonden kwarts-
zand en andere bestanddeelen van het moedergesteente.
Kalk en kalkgesteenten zijn eveneens het produkt van een ontbinding van kristal-
lijne oergesteenten, voornamelijk die, welke groote hoeveelheden calciumsilcaat
bevatten. Bij de verweering wordt deze- omgezet in het koolzure zout, hetwelk in
koolzuurhoudend water wordt opgenomen en later weder als normaal calcium-
carbonaat wordt afgezet.
Daar in de moedersteen pok magnesium voorkomt, vindt men in het calcium-
carbonaat niet zelden het magnesiumzout. De oudste kalkformaties, zooals het
marmer, zijn ontstaan door verdichting der onder druk der water- en bergmassas
verkeerende brij achtige kalkaf zettingen.
Mergel is de innige vermenging van het uit water afgezette calciumcarbonaat
met klei- en zandmassas. Kalkmergel noemt men die mergel, welke meer dan
60 % calciumcarbonaat bevat; kleimergel, wanneer het kleigehalte meer dan 40 %
bedraagt en leemmergel...”
|
|
8 |
 |
“...slechts weinig andere bestanddeelen, alleen het
phosphorhoudend mineraal apatiet.
Bruinijzersteen : Fe.O, in collodalen toestand het meest verbreide erts (bruine
glaskop, ijzeroer). Het wordt voornamelijk gevonden in Engeland, Opper-Silezi,
Lotharingen en Luxemburg (Minetten, kiezel- en kalkachtige met 32 tot 38 % ijzer).
Vooral het laatste is rijk aan phosphor. (Gebruikt bij de ijzerbereiding volgens het
Thomasproces.) IJzergehalte 50 %. _ 0/
iSpctatijzersteen : FeCO* gemengd met mangaan, calcium, MgC03, bevat 4o,2 /Q
^ Ijzererts houdt p smeltwaardig te zijn, als zijn ijzergehalte minder dan 25 %
bedraagt.
IJ zersoorten:
Ru wijzer heet het produkt uit den hoogoven verkregen en wordt in broodvormige
stukken in den handel gebracht. Het smelt bij betrekkelijk lage temperatuur 1 075
tot 1 275 en wordt onderscheiden in wit en in grauw ruwijzer....”
|
|
9 |
 |
“...van 900 mazen niet meer dan 3 %.
De graad van hydrauliciteit wordt onderzocht met de naaldproef. De kalk wordt
met 32 % van haar gewicht aan water tot een gelijkmatige brij gekneed en in een
metalen bakje onder water gezet. Goede waterkalk bereikt bij gemiddeld 15 C.,
na drie etmalen onder water te zijn gebleven een zoodanige hardheid, dat zij een
proefnaald van 1 mM' grondvlak met 300 gram belasting zonder meetbaren indruk
kan dragen. Chemisch wordt de kalk gekeurd naar het gehalte werkzaam calcium-
hydroxyde en bij waterkalk ook naar het kiezelzuurgehalte.
Normale schelpkalk bevat bij een gehalte van 5560 % calciumhydroxyde hoog-
stens 20 % koolzure kalk en hoogstens 15 % zand en asch ; goede schelpkalk bij
6065% calciumhydroxyde hoogstens 15% koolzure kalk en 10% zand en asch.
Goede waterkalk bevat 3045% calciumhydroxyde bij 1218% kiezelzuur.
Gips.
Men heeft twee gipssoorten, die worden verkregen door:
1. gipssteen te branden door langzame verhitting tot een temperatuur van on-
geveer...”
|
|
10 |
 |
“...d6Z6 stotfen bj lang staan der monsters kunnen worden
he7 omvat achohlgensn:d '' 6 ^ ngeVeer 2 Uter Water benoodiSd aa
a }' a D1 bePabng van de verdampings- of droogrest uit 250500 cM water
van hetwateerlheid ,anorganlsche en organische niet vluchtige bestanddeelen
2. de oxydeerbare hoeveelheid organische stof, welke het water bevat
het gehalte aan salpeterigzuur.
het gehalte aan salpeterzuur,
het gehalte aan ammoniak,
het gehalte aan chloor.
zouten1*6 bepalng der hardheid naar bet gehalte aan calcium- en magnesium-
m8t'aie uepaling van het gehalte aan overige stoffen, als ijzeren andere
metalen, phosphorzuur, koolzuur, enz.
,grenswaarden voor de hoeveelheid stoffen in goed drinkwater zijn de vol-
,oltaitb-Sad0UW,en' fKo,men meer dan deze hoeveelheden in het water voor,
woiden nn aff,wlJklng al de plaatselijke omstandigheden kan verklaard
worden, nog met tot afkeuring behoeven te leiden.
3.
4.
5.
6.
7....”
|
|
11 |
 |
“...1012
DRINKWATER.
Vaste stoffen (verdampingsrest) hoogstens 500 milligr. per Liter.
Salpeterzuur ....... 15
Chloor....................... tt 35
Calcium- en magnesiumoxyden hoogstens 200
Ammoniak.....................geen
Nitriet (salpeterigzuur) ...
Phosphorzuur.................,,
Zware metalen................
zwavelzuur ......................100 ,,
Verder mogen hoogstens 10 mG kaliumpermanganaat per Liter worden gere-
duceerd en mag het water geen levenskrachtige parasieten of eieren daarvan,
geen pathogene bacterin en slechts een gering aantal saprophytische bacterin (tot
150 kiemen per cM') bevatten.
Water met ongeveer 250 mgr. chloor of 412 mgr. keukenzout, of met meer dan
500 mgr. zwavelzure kalk, of met ongeveer 500 mgr. zwavelzure magneia, of
met ongeveer 30 mgr. chloormagnesium per L, begint naar deze stoffen te smaken.
Wat keukenzout betreft kan een vrij hoog gehalte worden verdragen; water
uit de Leeuwarder waterleiding bevat ongeveer 380 mG keukenzout (230 mG
Chloor) ; Fa...”
|
|
12 |
 |
“...woningen, waarvan het aantal niet te groot (b.v. 100 stuks) is. Het gas kan ook
worden toegepast voor kookgas en verwarming.
Acetyleengasverlichting.
Acetyleen (C,H,) wordt verkregen uit calciumcarbid met water.
Calciumcarbid (CaC,) wordt bereid door samensmelting van koolstof met kalk
m aen vorm van houtskool en krijt. De chemische werkingen kunnen ids volgt
worden aangegeven : s
CaCO, = CaO + CO,
CaO + 3 C = CaC, + CO
CaC, + 2 H, O = Ca(0 H), + C, H
De beste bereidingswijze van acetyleen is door calcium-carbid in water te
werpen en niet omgekeerd.
Goede carbid geeft per KG 300 Liter acetyleengas (theoretisch 348 Liter gas).
Het ruwe gas bevat nog 1,3% zwavelwaterstof, 0,81,7 % phosphorwaterstof
en 0,12,8% ammoniak. r r
De prijs van 1 KG carbid is f 0,15.
_.?a aftFek van verliezen door zuivering krijgt mep practisch uit 1 KG 270
290 L zuiver gas.
De lichtkracht van acetyleen is 1215 maal grooter dan die van steenkolengas.
Generatoren.
Men heeft automatische generatoren (w.o. de Davisgenerator)...”
|
|
13 |
 |
“...120
958
C- en CC-stukken.................53
Cables length ..................
Cajalith . ...................
Calorie (W. E.) . . . . . .
Calorien bij koelmachines, Minus-
Calorif re-kachel...............
Calorifeerverwarming.............
Calorimeter .....................
Calorisch effekt v. lichtgas . . .
Calqueerpapier, Prijzen v. . . .
Cambrische formatie..............
_ Cameronpomp ....
Candy (Maat).....................
Cannelkool ......................
Capaciteit, zie Vermogen.
Carbid, Calcium-.................
Carbolineum . ...............
Carbonaten . .................
Carbol-olie......................
Carcellamp.......................
Cardew-Voltmeter.................
Carneool in de Betuwe ....
Carrarit . . . ..............
Carrs-vacuum ijsmachine . . .
Cartographie .............
Cassetten vloeren................
Cathedraalglas ..................
Celebeshout . . . .
Cellen, Vleesch-.................
Cellenschakelaar .... . . .
Celsius, Thermometer v...........
Cementen, Gewicht...”
|
|