1 |
|
“...C temPeratuur der omgeving per Ms bppervlak
maximum bij radiatoren ...... 450 WE
ribbenbuislichamen ...'. 250
>> gladde verwarmingsbuizen . . 500
,*-
van heTe waVtlrWpnrd7t TfT gereg?d door verandering van de temperatuur
in toevoer-^TSv^e^Uddinff^Veelafn^aa^P^^^w^6!1 a" de ^nningSchamen
fi;
rtaa w 'evo"d
vermijdincrVvan "onnn^H Jogell"r automatis<* regelaars aanwezig zijn, doet men ter
leeren enDzal de keteltemne^1626-11 goei? b!nnon' en buitentemperatuur te contro-
matig 00 de vnwiHetep,?tur verband met de temperatuur buitenshuis doel-
matig op de volgende waarden moeten worden onderhouden:
Temp. buitenshuis.
10 C
5
0
5
Keteltemp.
77 C
85
90
Temp. buitenshuis.
10
15
20
Keteltemp.
45 C
55
65
70
Bij regen of sterken wind met ongeveer 5 h 10 te verboogen.
De aanleg kan op twee wijzen geschieden:
denketel naar h'thnnwat^ zoveel mogelijk verticaal van het hoogste punt van
geplaatst (fie al v^hil P*Unt Xa? d,e aanle8 gevoerd, waar het expansievat wordt
warmtnffViphmln^n JP nut gaat de leldln...”
|
|