1 |
|
“...SNELHEDEN.
37
Afstand Tijd
Automobielen. Circuit de Dieppe 1540 KM Circuit de Sarthe 134 KM 40 770 KM Hoogst bereikte snelheid (Benz-wagen) Motorbooten. 1 mijl (= 1852 M) 13u58m 2s3/5 7u 6m30s 1 uur 1 dag lm 8s
50 KM 53m56s
200 KM 3u32m39s
Treinen. Trein (electrische proef- baan Berlin-Zossen) Luchtschepen. 750 KM (Friederichs- havenHamburg) 2200 KM 10 uur 46 uur
2000 KM (Paris Skolowska) 30juur
2400 KM van Mothe Breuil naar Kharkof (Rusland) 41 uur
670 KM (Parijs-Marschapel bij Huil) 24u 30m
Vliegmachines. 200 KM Iu36m43s
111 KM 877 15u40m57s
124 KM 385 1 uur
100 KM 150 44m56sl/5 lu 7ml9s
200 KM Iul0m56s
988 KM SS 420 KM (LyonParijs) 13 uur 3ul0m
KM/uur Winner Datum
110,700 Boillot(Peugeot) 26 Juni 1912
91,265 Hmery (Fidtj 23 Juli 1911
Bemin 1908
111,107 1908
204
98 Werkplaats Fred. dAkron llf Mei 1912
New-York
Quatre (Prix de la Cte dAzur Monaco) 115 April 1912
Mais je vais 115 April
piquer te 1912
Monaco
208 Zeppelin 3
75 Bienaise(7e 1 Juni 1912
47,8 GordonBen- net-beker...”
|
|
2 |
|
“.............................................0,01
Gummibanden op asphalt bij 25 KM/u............................ 0,0210,031
Treinen door locomotieven bewogen (zie ook bldz. 412).
Is L het gewicht van de locomotief zonder tender in tonnen
en T wagens met
dan is de benoodigde trekkracht op horizontaal spoor
Z = wh (L + T) in KG
In hellingen met bogen wordt deze kracht
Z = (wjj ws + wr ) (L + T)
waarin wj, de weerstandscofficint op horizontaal spoor
ws bij stijging
wz in bogen.
Om den trein te kunnen bewegen moet de wrijving van de drijfwielen op de rails
minstens gelijk zijn aan Z. Is L, het gewicht op de drijfassen, dan moet dus
Z< f l,
waarin f de adhaesiecofficint (= 7, of 7w in tunnels of bij vochtige rails), zoodat
Lj minstens in tonnen.
De nuttige arbeid van een locomotief per secunde is dus bij een snelheid van V KM
per uur
ej v/ Ar
PK.
Z
3X
X V
~X~T5~
In het algemeen rekent men op 6 4 10 KG per ton bij electrische motorwagens
12 4 15 KG per ton.
Bij V = 40 KM, helling 4...”
|
|
3 |
|
“...radstand 1,80
. , maximum hoogte boven spoorstaaf 3,30 M
Aanhangwagen van 12 M, lengte met nassige trucks-
Aantal passagiers 60, radstand 5,38 M, lengte tusschen'de koppelingen 13, M. j
Tram-locomotieven.
'M WkTOftb? belasting^611 4 4 45 M tW6e aSS6n op afstand van i
Lengte
tusschen de
Spoorwijdte koppelingen Radstand Gewicht per as. |
Dedemsvaartsche Tr.w.Mij. 1,067 4,160 1*500 *49
Nijmeeg^he 1,067 4,200 1,600 8 0
Nederlandsche 1,435 3,555 1 400 5 5 en 5 0
Westlandsche 1,435 4,200 1,500 6,5 5
Trein-Iocomotieven.
Sneltreinmachine (Borsig) Holl
IJzeren Spoorweg-Mij.: (fig. 3)
totale lengte van locomotief en ten-
der van buffer tot buffer 15,126 M.
- 9.10 _
. 6.0Z6 _
Q Q Qinnn !
*2-7 *2£Q-* ^91,
8.641 8.511 5.691
Fig. 3.
19.141
j.9 9 Q Qn nnnnl
f S'! Sneltreinmachine (Beyer
rs* Peacock en Cie) Mij. tot Expl.
J van Staatssp.: (1900) (fig. 4)
wi.-4.2J33.
8
2.9
ast uit
ayst
* 1981^1* iSal^L^e. 1^21
mt
4* 11.435 t
Fig. 4.
1&48
Nieuwe locomotief van de S.S. (1911)
<"? )- Grootste hoogte boven ...”
|
|
4 |
|
“...bevelen, daar dit goedkooper uitvalt. Een locomotief
vervoert op horizontaal veldspoor het 150-voudige van zijn trekkracht als brutolast.
De snelheid vari beweging op h..t werk wisselt van 7 tot 15 KM per uur.
Bij grondyervoer over bestaand normaalspoor bezigt men veelal bakkipwagens
van gemiddeld / M inhoud en locomotieven van 20 4 25 ton. De treinen worden
aal gevormd door .16 a 20 wagens met een gemiddelde werksnelheid van
10 KM per uur. De kleinste straal der bochten is daarbij 150 Meter. Elke trein wordt
geladen m 25 4 30 minuten en gelost gemiddeld in 12 4 13 minuten. Voor het lossen
rekene mn n man per kipwagen en op het stort het dubbele.
Het onderhoud der werksporen vordert een afzonderlijke ploeg arbeiders.
Het laden van eiken wagen geschiedt door minstens twee man.
Voor het wagenpark rekene men op 10% reserve.
. D,.e Ae !tngle,der werksporen overtreft gemiddeld den transportafstand met
10 a 12 /o, dikwerf met 15% naar gelang van de uitbreiding der spoorinrichtingen
op de wisselplaatsen...”
|
|
5 |
|
“...stroomverbruik bedraagt ongeveer 4060 wattuur voor eiken bruto tonkilome-
ter. De locomotieven voor transport van materialen en voor het vervoer uit groeven
hebben een gewicht van 610 ton en kostten ongeveer 450009000 gulden.
Vuurlooze stoomlocomotieven kunnen worden gebezigd ,waar een ketelbatterij aanwe-
zig is. Zij hebben veelal 12 atm. stoomspanning bij lading. De werkspoorlocomotieven
(gebezigd bij de Rotterdamsche drinkwaterleiding) kunnen op de vlakke baan met
8 i 9 atm. stoomspanning een trein van 24 wagens elk van % M* vervoeren, op hel-
lingen van / bij 4 atm. spanning nog 9 van zulke wagens. Met n stoomvulling
kan men in 2% uur 12 treinen van 6 wagens vervoeren. Gedurende het werk daalt
de spanning tot 2 atmosferen, waarbij de locomotief nog terug kan stoomen. Het
vullen duurt 10 minuten. Men kan den arbeid van de locomotief stellen op dien
van 8 paarden bij 18-urigen onafgebroken dienst.
Stoomlocomotieven.
Locomotieven voor werksporen zijn meest tendermachines met 2 gekoppelde...”
|
|
6 |
|
“...hand van prac-
tische ervaringen kan plaats hebben. Verder lette men ook op de capaciteit van den
stoomketel en op het eigen gewicht van de locomotief.
Trekkracht. De kracht, waarmede een locomotief een trein (en tender) voort-
kan bewegen is groot:
rp kpd*l
1 ~ D
waarin k de cofficint voor de wrijving der machinedeelen (0,8 tot 0,93).
p de gemidd. druk van den stoom op den zuiger in KG/cM*.
d de cilindermiddeliijn in cM.
1 de zuigerslaglengte in M.
D de middellijn der drijfwielen in M.
De maximum trekkracht bij het aanzetten kan worden bepaald door de volgende
waarden van k:
bij tweeling en vierling locomotieven k = 0,65 tot 0,75,
2 dl. compound k = 0,45 tot 0,54,
.. 4 k = 0,55.
De trekkracht van een locomotief laat zich ook uit haar vermogen afleiden; is nl.
de snelheid, waarmede de trein zich beweegt V KM per uur, dan is het aantal N
T V
effectief paardekrachten (EPK) gelijk aan of de trekkracht in KG:
N
T = 270-
Transportmiddelen voor verschillende grondstoffen en materialen.
Vrachtwagens...”
|
|