Your search within this document for 'resultante' resulted in eleven matching pages.
1

“...Door de draaiende beweging van de maan om de aarde of liever van beide om haar gemeenschappelijk zwaartepunt, ontstaat een centrifugaalkracht, die gelijk en tegen- gesteld is aan de onderlinge aantrekking van beide hemellichamen in hun geheel. Deze centrifugaalkracht over alle deeltjes van de aarde verdeeld, zal niet voor elk deeltje gelijk zijn, omdat de naar de maan toegekeerde deelen sterker worden aangetrokken dan de van de maan afgekeerde. In Fig. 1 is geschetst, volgens Darwin, hoe de resultante van centrifugaalkracht en aantrekking, over het aardoppervlak verdeeld en ongeveer gericht is. Het is alleen de kracht volgens de raaklijn aan het oppervlak gericht, welke beweging van de waterdeelen ten gevolge kan hebben. De feitelijke getijverwekkende kracht is dus nul onder het hemellichaam en in die punten, welke 90 en 180 daarvan verwijderd liggen en het grootst op de plaatsen die 45 en 135 van het punt, dat het hemellichaam in het zenith heeft, verwijderd liggen. De aantrekking, welke...”
2

“...Kluwer, Deventer. Deel I. Samenstellen en Ontbinden van krachten. II. Zwaartepunten. III. Vastheidsleer. IV. Wrijving. . V. Traagheidsmomenten. Fig. 1. Statica. Samenstelling en ontbinding van krachten* De resultante van twee krachten groot P, en Pa (fig. 1) wordt in grootte en in richting voor- gesteld door de diagonaal van het parallellogram door de krachten Pi en Pi als zijden gevormd en heelt de waarde: R = V Pi* + P.* + 2 P,P, cos waarin de hoek tusschen beide krachten. De krachten P P, en R laten zich tot Fig. 2. een krachtendriehoek (fig. 2) samenstellen, waarin de zijden a b en b c in grootte en richting gelijk aan de krachten P, en P> worden voorgesteld en de derde zijde in grootte en tegengestelde richting de resultante R der beide krachten aangeeft. De resultante van meerdere in n punt werkende krachten (fig. 3) wordt in richting cn grootte voorgesteld door de verbindings- lijn van het aangrijpingspunt met het eindpunt van een open polygoon, hetwelk in dit aan- grijpingspunt...”
3

“...288 MECHANICA. De grootte van de resultante van evenwijdige krachten is gelijk aan de alge- brasche som der krachten (fig. 5). De lig- ging van het aangrijpingspunt vmdtjmen uit Pi ai + P. a, + P, a, -|-- a ~ P, + P, + P, + - - £ P a £ P a £ P ~ R h ___ Pi hi -f- P3 ba -f- Pa bs -j- - ' Pl + Ps + Pa H------ £ P b £ P b £P =T - it-------- waarin de waarden van Pi, Pa enz. met Fig. 5. haar eigen teeken moeten worden ingevuld. De krachtenveelhoek wordt voor even- wijdige krachten een rechte lijn (fig. 6). Met behulp van een willekeurig poolpunt p kan men een stangenveelhoek I, II, III en IV construeeren, waarvan de stangen evenwijdig aan de poolstralen zijn. o Fig. 6. Het snijpunt r der beide eindstangen I en IV is een punt der resultante R der evenwijdige krachten. Twee evenwijdige, gelijk- en tegengestelde krachten p vormen een krachtenpaar, waarvan het moment gelijk is aan Pa, waarin a = de loodrechte afstand van beide krachten. Willekeurige krachten kan men gezamenlijk naar n aangrijpingspunt...”
4

“...zijn, welke de krachten P met de rechthoekige cor- dinaatassen OX, OY en OZ vormen en x, y, z de cordinaten der aangrijpings- punten der krachten voorstellen. Graphisch wordt het evenwicht van krachten door de volgende voorwaarden bepaald (zie ook fig. 4): Verschillende krachten met eenzelfde aangrijpingspunt zijn in evenwicht, wanneer deze krachten een gesloten krachtenveelhoek vormen. Elk der zijden van dezen krachtenveelhoek kan dan worden beschouwd als de resultante van de andere krachten; evenwel is de richting dezer resultante omgekeerd. Verschillende evenwijdige krachten zijn in evenwicht, wanneer de uit deze krachten geconstrueerde stangenveelhoek (fig. 6) sluit. Zwaartepunt. Zijn x, y en z de cordinaten van het gezochte zwaartepunt van een willekeurig systeem van stoffelijke punten met de cordinaten Xx y, i x> yi Zi enz. en met de massas m,, m,, nu, enz. zoo vindt men het zwaartepunt der massa uit: _ xmx xmy £mz x = ------- y = ---------------i- z = -------- xm . £m xm Zwaartepunt...”
5

“...eenvoudiger worden berekend en invloed tbiirltde%aSnfUUrSVeranderi,lgen Zett'ngen geringeren De statisch bepaalde boogliggers kunnen in het alge- meen het eenvoudigst worden berekend met behulp van de stelling van Castigliano. Zijn Va Ha en Ma b.v. de onbekende steunpunts- Fig. 56. Fig. 58. reacties in een bevestigingspunt, dan zullen volgens bovengenoemde stelling dA dA dA dA . dHsT = 0en Is in het algemeen (lig. 59) voor het links van een doorsnede. X gelegen gedeelte van den boog- ligger de resultante van alle vertikaalkrachten = V en die van alle horizontaalkrachten = H, dan zal voor het evenwicht de som der ontbondenen dezer resultanten m de richting van.de normaalkracht N gelijk aan deze normaalkracht moeten zijn, ol daar N = V sin

6

“...vaUen in deze krachtenveel- hoek.n steecls samen met die in den onder a genoemden veelhoek, rig. 68 geeft de graphiek volgens Cremona voor het onder 2 berekende kapspant. 5. Graphische bepaling volgens Gulmann. methode worden de krachten in drie doorgesneden staven van een vakwerk fig. 70 gevonden door de resultante Rj van de op het linkerdeel werkende uitwendige krachten te ontbinden volgens de assen der 3 staven. Deze dne ontbondenen maken evenwicht met de resultante R,. op het rechterdeel wer- kende en zijn ds de gevraagde staafkrachten. De resultante Rj wordt nu eerst ontbonden volgens een staafrichting en volgens de verbindingslijn van het snijpunt dezer staafrichting met de resultante Ri mot het, snijpunt der beide andere staven in dit geval dus de staaf en de streep- punt lijn). Daarna wordt de compo- nente langs deze verbindingslijn ontbon- den volgens de beide andere staven (S, en S,). De krachtenveelhoek 0 12 3 geeft dan de gezochte staafkrachten. HDe staafkrachten 65,; S, en S zijn...”
7

“... Het drukmiddelpunt van de vloeistof op een ingedompeld plat oppervlak ligt altijd lager dan het zwaartepunt van dit oppervlak eri wel onder het vloeistofniveau op een diepte groot *o + n waarin x0 de afstand van het zwaartepunt van hel oppervlak tot het vloeistofniveau, de grootte van het ingedompelde oppervlak, J het traagheidsmoment van het oppervlak ten opzichte van de aan het vloeistofniveau evenwijdige lijn door het zwaartepunt. Wordt een lichaam in een vloeistof gedompeld, dan is de resultante van de daarop werkende drukkingen vertikaal gericht en gelijk aan het gewicht van de verplaatste vloeistof. Zij gaat tevens door haar zwaartepunt, (beginsel van Archimedes) en haar aangrijpingspunt is dit zwaartepunt. Ligt voor een in evenwicht zijn ingedompeld lichaam dit zwaartepunt boven het zwaartepunt van het ingedompelde lichaam, zoo is het lichaam in stabiel evenwicht; ligt het daar beneden, zoo is het in labiel evenwicht. Bij een drijvend lichaam kan het aangrijpingspunt van den waterdruk...”
8

“...wrijving der rust is grooter dan die der be- weging, doch het verschil wordt kleiner, hoe harder de oppervlakken zijn. De draaiende wrijving b.v. om een spil of pen, is kleiner dan de glijdende en grooter dan de rollende. Is N de normale druk van een lichaam tegen zijn steunvlak, dan is een kracht P N noodig om den weerstand te overwinnen, die tegen de beweging van het lichaam gesteld wordt. De cofficint p heet wrijvingscojficint en is gelijk aan de tangens van den wrijvingshoek p welken de resultante van den normalen druk N en ae kracht p N met de normaal op het aanrakingsvlak maakt. De tabel op bldz. 409 geeft de wrijvingscofficinten voor verschillende materialen. Volgens Rennie zijn de cofficinten voor weinig ingevette oppervlakken: Bij Bij vlaktedruk van V- Welijzer op welijzer .... Gietijzer op gietijzer .... Staal op gietijzer Messing op gietijzer .... 8.79 tot 36,77 KG/cM* 8.79 49,92 ICG/cM! 8.79 47,25 KG/cM 8.79 57,65 KG/cM! 0,14 tot 0,409 0,174 0,434 0,166 ., 0,403 0,157 ...”
9

“...(4) waarin h de hoogte van den steunmuur. In het algemeen is dus R ~k? j Wordt de aanvullingsgrond nog belast met een gelijkmatige belasting q per tg (45 ft) bij toepassing eenheid van oppervlak, dan wordt R= ^4 hq \ van het eenvoudige geval en in het algemeen volgens p. Oil: t) waarin e m = cot cot £ y 1 -------J cot £ I 2 * + 2

resultante van den gronddruk der opeenvolgende lagen. Is de diepte van het element dy van het muurvlak ten op- zichte van het bovenvlak y, dan is voor dit element de gronddruktoename voor het beschouwde geval: dR1 = k y y dy of recht evenredig met de diepte. Het aangrijpingspunt van den gronddruk ten op- zichte van den bovenkant wordt dus bepaald door a R1 = k y y*dy = ky f a k 7 k v - of a = /. h. Vraagbaak. 27...”

10

“...make men gebruik van een boussole of van een theodoliet. De nauwkeurigheid van boussolemetingen is ongeveer tien maal zoo gering als bij theodolietmetingen. De boussole-instrumenten zijn voor metingen onder den grond(mijnen) van meer belang. Boussolemetingen. Met de boussole meet men de magnetische azimuthen van richtingen of lijnen. In verband met de gevoeligheid van de naald, leest men meestal de schommelende naald af bij drie op elkaar volgende uitslagen en neemt men van deze aflezingen de resultante at + 2 a, + a, 4 Opmeting van terreinen van kleinen omvang. De opmeting van terreinen van kleinen omvang geschiedt door het uitzetten van meetlijnen, welke in het eenvoudigste geval de zijden van een driehoek of vier- hoek uitmaken. Bij grooteren omvang wordt op het terrein een aaneengesloten driehoeksnet vastgelegd, terwijl bij bedekt en langgerekt terrein van een veel- hoek wordt gebruik gemaakt. Bij groote veelhoeksmetingen en driehoeksnetten zal men zuivere hoekmeetinstrumenten moeten bezigen...”
11

“.......22 ---- tafels.................... .234,241 ---- voet ............................231 Repetitie-theodollet.............476, 752 Reptielen............................. 68 Resah.................................527 Rsal, formule v......................732 Reservoirs v. closets................1099 ----opening strooming door een . 404 Residu.................... 590591 ---- aardolie.........................584 Resistance............................444 Restauratielokalen in schouwburgen . 978 Resultante van krachten . . . 288289 Reuzenberggraniet.....................546 Reversie-niveau, instrumenten m. 480-481 Rheinische Stahlwerke, railprofielen 618-619 Ribbenverwarmers v. laagdrukstoom- verwarming.....................1077 Ribhout....................523,524, 525 ---- maken v......................521 Ribgaas, self sentering...........622 Biz. Ribgaas Hy-rib......................623 Ribstaalgaas........................622 Richard, barometer van.............. 46 Richards Indicateur............”