Your search within this document for 'man' resulted in 38 matching pages.
 
1

“... (vervolg). 1 Kodi (scire =) 2 Kaya. Landmaten: 1 Depa = 6 feet = 6 kaki k 12 Inchi (inches). feet. 1 Relong (or- long) = 4 Qenjuru a 100 Jemba a 4 sq. Depa. Opium: 1 Tahil is 10 chee a 10 Hoov i 10 Tee Goud: 1 Kati = 9,984 grams = 12 Bongkal k 16 Ma- yaur k 12 Saga. Perzi 1 gewone Gueze = 0,630 M. 1 Gueze = 0,948 M 1 Parasango (reis- afstand = 5760 M. Vloeistoffen gaan bij gewicht. Voor granen heeft men 1 Araba = 66 L 1 Chenica = 1,32 L 1 Batman (Tauris) = 2,79 KG 1 Koninklijke Bat- man = 5,580 KG. 1 Miskal (goud en zilver)=4,64 gram. 1 Abas (paarlen) = 0,186 G. Philip- pijnen (Manilla) 1 Vara = 835 mM 1 Caban rijst =125 V sp. = 57V, KG. 1 Pikol = 1377, V sp. = 637, KG. 1 Quintal=100 KG 1 Vsp.=460 gram. Rusland. Metriek stelsel. Eng. voetmaat. 1 Saschehn vadem (k 7 voet) = 3 Ar- schin k 16 Wer- schock=2,133 57M 0,4687 Metriek stelsel. Eng, voetmaat. Desjatine = 2400 vierk. Saschehn = 1,0923 HA 1 vierk. Saschehn 4,5521 M* 0,9153 0,219 68 Metriek stelsel. Eng. voetmaat. 1...”
2

“...evengoed en dikwijls beter in terreinen, waar gegoten ijzer wordt aangetast. Vr 1900 werden de Mannesmannbuizen alleen uit Siemens Martin-staal van 5565 KG vastheid gemaakt. Daarna ook van minder hard materiaal naar gelang van het doel; evenwel uit gemaakte gunstige ervaringen werd besloten het eerstgenoemde materiaal alleen verder te gebruiken voor de mofbuizen. Zij worden alleen tot een middellijn van 300 mM vervaardigd. Boven deze maat worden de buizen met overlap geweld. De buizen kunnen door de Man- nesmannrhren-Werke te Dsseldorf in lengten tot 14 Meter worden geleverd; bij grooter lengte dan 7,1 M wordt verhoogingsprijs berekend evenals voor abnor- male wanddikte. De buizen worden op 50 atm. druk beproefd. Voor locomotiefpijpen en dergelijke gelden andere prijzen. Normale buizen. Prijzen vr den oorlog. Uitwendige^ mM 38 41% 44% 47% 51 54 57 60 middellijn ( Eng. dm. 1% 1V. 1 1. 17. 2 27. 2% 2/. Wanddikte l Imp.W.G. nr. 13 13 13 13 12 12 H% 11 (normale) ) mM 2% 2% 27. 27. 2% 2% 23%...”
3

“...Belastingen en eigen gewicht van bouwconstructies. Belastingen van bouwwerken. Menschengedrang. riet gemiuaeiu gewicht van Europeanen van 2545 jaar is 72 KG. Het maximum gewicht is: 1. bij gevulde ruimten, menschen elkaar even beroerend, 555 KG per M2 of 8 er- sonen op 1 M2. 2. gering gedrang, 650 KG per M*, 9 personen per M*. 3. sterk gedrang, 706 KG per Ma; 10 personen per M2. Waarnemingen in Br. Indi gaven als gemiddeld gewicht van een man 51,86 KG (42,55 tot 63,45) en per M2 maximum 690 KG. Met menschenbelasting is vooral rekening te houden bij bruggen met overspan- ningen grooter dan 30 Meter. Winddruk. De druk van den wind op een vlak loodrecht op de windrichting kan per Ma worden aangenomen op W = 0,075 V2 waarin W in KG/M2 en V de windsnelheid in M per secunde. De windsnelheden wor- den grooter op grootere hoogte en in open (kust) streken. De grootste winddruk op een vlak loodrecht op de windrichting wordt in ons land in bebouwde omgeving op 120 KG per M2 gesteld, overeenkomende...”
4

“...Arbeid van menschen en dieren. De arbeid, welken een mensch kan verrichten, hangt af van de soort werk. Er bestaat namelijk geen standvastige verhouding tusschen het aantal kilogram- meters arbeidsvermogen door een man per dag verricht en den vermoeid makenden invloed van den arbeid. Bij sommige soorten werk is men al vermoeid na misschien niet meer dan Vs PK verricht te hebben, terwijl bij ander werk de vermoeidheid na het verrichten van PK niet grooter is. Voor elk soort werk kan een man slechts een bepaald percentage van den dag belast zijn. Zoo kan een flinke arbeider bij het versjouwen van gietelingen van 45 KG slechts 43 % van den dag en bij die van het halve gewicht of 22} KG 58 % van den dag daarmede bezig zijn, zoodat in het laatste geval de rust veel minder kan bedragen. Een flinke grondwerker doet zijn grootste dagwerk, wanneer de vracht per schop als gemiddelde ongeveer 9} KG bedraagt; men doet daarom goed bij verschil- lend materiaal verschillende soorten schoppen te bezigen...”
5

“...in vertikale richting .... 6 0,75 4,5 16 200 ' 10 0,45 4,5 16 200 lArbeider lasten vervoerende in een hand- 1 kar met twee wielen en onbelast terug- | komende 100 0,50 50 180 000 [Arbeider materialen vervoerende in een I kruiwagen en onbelast terugkomende . 60 0,50 30~ 108 000 [Arbeider materialen op den rug vervoe- rende en onbelast terugkomende . . 65 0,50 32,5 117 000 Arbeider met een schop grond wegwerpende | op gemiddelde 4 M horizontalen afstand . 2,7 0,68 1,8 6 480 [Man in een tredmolen loopende .... [Man aan den hefboom van een brand- 1 spuit, gemiddeld ........ 9,5 27 97 200 * Volgens Nystrom 6,9 KGM per sec.; volgens R&hman 7,19 KG bij 1,02 M snel- 1 heid. Volgens Weisbach kan voor enkele secunden gerekend worden op maximum : 25 KG druk, met 1 M snelheid per secunde....”
6

“...PK bij 8-urigen werkdag aan, dan is de dagelijks verrichte arbeid gelijkwaardig met = calorien. Is het gemiddelde warmteverlies in denzelfden tijd 800 calorien (100 cal. per uur), dan is het energieverlies ongeveer 1300 calorien. Het per dag opgenomen voedsel vertegenwoordigt ongeveer een warmtewaarde van 3000 calorien; zoodat 1300 1 het nuttig effect van een arbeider bedraagt: - = of 43,3% en het me- ovUU jO 500 1 chanisch rendement = -g- of 16,6 %. Gemiddelde kracht in kilogrammen, welke een man gedurende korten tijd met verschillende werktuigen kan uitoefenen: haalmes................................................................45 KG tweehandige steekboor.......................................... ...... 45 a drilboor in vertikale richting............................................33 ,, moerschroefsleutel................................................... . 38 bankschroef aan den sleutel werkende................................... 33 ,, kruk...........................................”
7

“...minuten. 0,50................ 10 13 ,, ,, 0,40 ,, ,, ,, 8 ,, 11 ,, grint of kiezel 0,80 ............. 21 ,, 30 ,, 0.50 13 18 0,40 13 16 Het wisselen van een wagen met n span duurt ongeveer 2 minuten, met een twee- span ongeveer 2,5 minuut en het kippen 0,8 tot 1,5 minuut. Een kipwagen van 0,75 M* inhoud wordt door 2 man geladen met 180 tot 200 schop- pen in een tijdsruimte van 7 tot 8 minuten. Kosten van 1 M* ontgraven of opbreken in flinke ruimte of open ingraving, niet die- per dan 1 Meter en a. laden in kruiwagens; of b. niet verder dan 3 Meter wegwerpen of c. ophoogen beneden 1 Meter hoogte. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Arbeidstijd GRONDSOORT. van 1 man in uren gemidd. Los zand, fijne kiezel ............................... lichte zandgrond, damaarde............................ lichte klei, veen, vochtige leem...................... Harde zandgrond, met pikhouweel te bewerken . . . Zware klei. leem, mergel, grove kiezel................ Verweerde rots- en leisteen..................”
8

“...aantrekken bedraagt op het stort 8 minuten; het laden vordert zonder omspannen op de laadplaats nog 7 minuten, zoodat het totale oponthoud en de rust der paarden bedraagt 15 min. Het aantal tochten per uur bedraagt alzoo _ _ 3600 x 1,25 4500 21 + 900x1,25 ~ 21 + 1125. Geeft men den paarden niet meer dan 3 uur rust per dag, dan zal het aantal tochten 180 per dag niet meer dan -jg- = 12 mogen bedragen, hetgeen een minimum trans- portlengte van 1300 Meter eischt. Het laden der karren geschiedt door 3 man, terwijl ieder paard een geleider krijgt. Bij doorgaand bedrijf bezigt men kolonnes van 24 tot 28 paarden en plaatst men 7 arbeiders op het stort, waarvan 4 de achterste en 3 de voorste kar samen met den drijver bedienen. Voor de trekdieren rekent men op 2 % reserve en voor het materieel 10 %. Volgens bovenstaande formule vindt men bij 0,70 M* laadvermogen per kar: Transportlengte 1: 1000 1500 2000' 2500 3000 4000 5000 Meter. Aantal M* p. uur: 1,01 0,76 0,62 0,51 0,44 0,34 0,28 per kipkar. Transport...”
9

“...minuten. Voor het lossen rekene mn n man per kipwagen en op het stort het dubbele. Het onderhoud der werksporen vordert een afzonderlijke ploeg arbeiders. Het laden van eiken wagen geschiedt door minstens twee man. Voor het wagenpark rekene men op 10% reserve. . D,.e Ae !tngle,der werksporen overtreft gemiddeld den transportafstand met 10 a 12 /o, dikwerf met 15% naar gelang van de uitbreiding der spoorinrichtingen op de wisselplaatsen, het stort en de laadplaats. Het tijdveriies bij de laadplaats en op het stort bedraagt ongeveer 15 minuten. Per werkdag is gemiddeld te rekenen op 15 k 20 gulden bedrijfsonkosten. De afschnjvmg der materialen op 15 %. Het steenkolenverbruik is ongeveer 5 KG per treinkihometer. Voor een locomotief van 40 PK zijn de bedrijfskosten als volgt (1920): kolen per werkdag van 10 uur: 380 KG 4 f 8, per 100 KG..................f 30 40 smeer- en poetsmateriaal.................................................... 2_ bediening door 1 man ...................- 450 onderhoud...”
10

“...rechtdradig taai eiken-, beuken- of iepenbout, van 20 tot 60 KG zwaar, welke door 1 tot 4 man rechtstreeks worden gelicht. De hefkracht van een man bij een dergelijke hei wrdt gemiddeld op 12 tot 13 KG gesteld. De blokken worden het doelmatigst achthoekig gemaakt en van 2 ol 4 houten beugels voorzien, welke zoolang mogelijk moeten worden gehouden, om het afglijden der handen te vergemakkelijken, (fig. 1). Het zwaartepunt van het blok moet steeds beneden het aan- grijpingspunt en zoo laag mogclijkliggen. Trek handheien. Bij de trekhandheien wordt gebruik gomaakt van een heistelling met rammelschijf, waarover het touw loopt, waaraan het heiblok bevestigd is. Het laatste is meestal van hout (eiken) met een gewicht van 300 tot 600 KG, liefst niet zwaarder aan 400 KG. Bij aanhoudend bedrijf valt op een trekkracht van 15 KG per man te rekenen bij een gemiddelde hefhoogte van 1,20 M van , het blok. Per man is minstens 0,5 M plaatsruimte! benoodigd. Na 25 i 30 slagen moet een rusttijd van ongeveer...”
11

“...792 HEIWERKEN EN HEIWERKTUIGEN. tp ||g| mm zijn handlanger, een handelsman, een stoker en twee man voor de koptouwen. Deze beide laatste zijn dan tevens be- last met het ringen, aanprikken en zoo noodig punten der palen. Zakken de palen moeilijk, dan kan een der beide koptouwman- nen tevens stoker zijn en kan de handlanger in den put ook uit- gewonnen worden. Bij de stoomheilier heeft men behalve den machinist of stoker nog een waterdrager. In het algemeen gebruikt men gewone hoogedruk-heimachiiies met twee cilinders, welke ge- makkelijk te bedienen zijn en compound-hei machines met twee cilinders, welke zeer voordeelig werken, maar meer geoefende werklieden vorderen. De hei- machines met drie cilinders, ge- bouwd met het oog op een rus- tigen gang, hebben weinig toe- passing gevonden. Valblokstoomheimachinee of lie- ren (fig. 3) worden door de Haar- lemsche Machinefabriek, voor- heen Gebr. Fige, gebouwd voor valblokken van 500, 750 en 1000 Fiff- 3. KG, welke machines ook toege- . . . _...”
12

“...navolging van de stoomhei- lier, waarbij de stoommachine vervangen is door een elec- tromotor, veel- al van 610 , PK (hefsnel- rig- * heid 1 tot 1,5 M per sec.) De electromotor draait steeds door en wordt nit vr den val van het blok gestopt. Gemiddeld bedraagt het stroomverbruik in het bedrijf 4 K.W.uur per uur en is de machine voordeeliger dan de stoom- heilier, wanneer de stroomprijs niet meer dan' f 0,18 per K.W.uur bedraagt. Een verder voor- deel is, dat het bedrijf slechts 5 man eischt, bij de stoomheilier veelal 6 man. Het gewicht van zulk een heimachine be- draagt voor een blok van 350 KG gewicht totaal 1000 KG. * Prijzen van electrische heimachines (1917): voor een valblok van 500 KG met 15 PK draai- stroommotor compleet f 1100. Idem voor valblok van 1000 KG met 30 PK motor compleet f 1700, (alles zonder electr. geleidingen). Aan de electrische heimachine zijn de volgende voordeelen verbonden: geen stoomketel (geen brand- stof- en wateraanvoer, geen rookgassen, geen stoker) p. e onmiddellijk...”
13

“...schijven is 7 voor het bovenblok en 6 voor het onderblok. Deze takels kunnen worden gebezigd voor lasten tot 100 ton. Voor het tuien van beweegbare masten en waar de belasting meer gecen- treerd moet blijven, worden takels volgens fig. 10 toege- past, waarbij de lengte echter grooter is. Een takel volgens fig. 11 heet derdehandje; wanneer het vaste blok 4 en het losse blok 3 schijven telt, noemt men het ,,gijntuig. Hijsch- of takelblokken: De trekkracht van een man aan een ketting of touw is 30 tot 40 KG. Met gewone takelblokken kan n man 100 KG hijschen. Men heeft daarbij steeds den last vast te houden. Toiuvblokken Fig. 12. met glad geslepen gleuven, sterke uitvoering. Middellijn der rol op den touw .... mid- mll 65 85 100 120 125 150 175 200 225 250 Henneptouw dikte . mM 10 13 16 19 22 26 30 35 40 45 Prijs met' 1 rol . Gld* 1,35 2,15 2,55 3,15 4,15 4,85 5,75 7,90 9,90 13,10 Prijs met 2 rollen Gld* 1,75 2,80 3,45 4,55 5,70 6,85 9,35 11,50 16,20 23,25 Prijs met 3 rollen . Gld* 2,25 3,55 4,60...”
14

“...inrichting om den last te houden. En man kan 900 KG 1,22 M in de minuut ophalen met een nuttig effect van 0,80. De takels hebben tevens een korte bouwlengte (van haak tot haak). Takels merk Hadef (zonder uitschakelinrichting) fig. 13. Draagkracht KG . . 250 500 750 1 000 1500 2 000 2 500 Beproefd met ,, . . 375 750 1 100 1 500 2 250 5 000 3 750 Grootste lengte v. blok tot blok (binnenkant haak tot binnenkant haak) mM . . Lichthoogte p. minuut bij 30 M kettingbe- weging mM .... Gewicht der takels bij 3 M hijschh. in KG Gewicht voor eiken meerderen M . . Prijzen in gulden vr den oorlog: met ketting voor 3 M p- hijschhoogte . 33,50 rlS- voor eiken M meer 1,05 van den handketting 1,65 Met uitschakelinrichting 6 k 10 gulden meer. Westons Patent Differentiaal Takels (fig. 14). De Westons takel is een enkelvoudige takel als fig. 14, doch waarvan de beide schijven in het vaste bovenblok ongelijke middellijn bezitten. Hij is de minst goede takel. Hierbij kan n man 360 KG 0,915 M per minuut lichten...”
15

“...hoogte l Ton i 1 1 H 2 3 4 f 14,10 15.50 17,10 18,45 25,25 30,20 37,35 48.50 f3,35 3,35 3.65 3.65 4,50 5, 6,15 6,70 f 9,50 11, 13,25 15.75 19.75 23.75 30, 38.75 f2,15 2,15 2,60 3, 3,50 3,90 4,25 4,65 f 13,40 14,80 16.30 17,70 24.30 29,25 36,05 47, f3,15 3,15 3.40 3.40 4,25 4.75 5.75 6,30 Schroeftakels. Deze zijn na de tandradtakels de beste takels voor het heffen van lasten. Zij houden zelf den last op de geheschen hoogte; bij enkele heeft men tevens een vierinrichting. Met deze takels kan n man 770 KG 0,61 M per mi- nuut lichten met een nuttig effect van 0,44, bij de beste 0,70. Men heeft deze takels onder verschillende namen in den handel. (Maxim, Stella, Securapid, enz.) Fig. 14. Fig. 15. Prijzen (vr den oorlog) der Duitsche schroeftakels Securapid (fig. 15). met dubbelen ketting en hakenrol. No. Maximaal- draag- vermogen KG O Sh cc Ph j| KG Grootste & lengte geheel 01 opgetrokken g Gewicht v. d. takel met ket- W ting voor 3 M hef hoog te o Gewicht v. d. P ketting voor [?< 1 M meerdere...”
16

“...draaien van de kruk van een gewone windas kan een man gedurende korten tijd ongeveer een kracht van 30 KG uitoefenen: gemiddeld is bij 0,50 Meter snelheid op de helft of 15 KG en bij langer aanhoudende werking op niet meer dan 10 k 12 KG te rekenen. De normale lengte van den arm is 35 tot uiterlijk 40 cM. DifferentiaaUvindassen w.o. de Chineesche windas (fig. 17). tr t r, r, K = L 2 j- Kaapstanders of gangspillen. Bij kortstondige werking kan de kracht van een man op 30 KG gesteld worden, voor langeren tijd en als velen tegelijk wer- ken slechts op 12 k 15 KG. De kracht P, waarmede het losse eind van h.t touw moet worden vastgehouden, om den last L op te houden, wordt bij n windingen van het touw om de spil, gevonden uit de betrekking: L = 12,345 n P Electrische kaapstanden hebben snelheden van het touw van 0,5 tot 1 M per secunde, bij zware lasten 0,10,5 M per sec. en worden gebouwd tot 10 ton trekkracht. Fig. 17. Lieren. Handtieren. Een man oefent een kracht uit op den slinger van 1012 KG...”
17

“...gemiddeld 1015 M en de vlucht voor rivierschepen veelal 68 en voor zeeschepen 913 Meter. Behalve kranen, welke op den vasten wal zijn opgesteld, worden ook drijvende kranen toegepast, zie pag. 817. Handkranen. Drctaikranen: Vaste kranen van 500 tot 1000 KG vermogen hebben veelal een vlucht van 2 Meter; de in dan handel voorkomende kranen hebben tusschen 3 tot 4,5 Meter vlucht met een lichtvermogen, varieerende van 110 ton en een hefhoogte van 57 Meter. Lichtvermogen in KG Vlucht in M . . Bediening man. . Gewicht KG . Prijs Gld. * . . . 1000 1 500 2 000 3 000 4 000 5 000 7 500 3 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 4,5 2 2 2 2 3 3 3 2 500 3 200 3 700 4 400 5 500 6 400 6 800 800 1 000 1 200 1 400 1 650 1 900 2 200 10 000 4,5 4 9 500 2 800 *) Vr den oorlog....”
18

“...kraanlichaam aangebracht, die dan met hout wordt afgedekt en tevens als bordes dient. Aan deze zijde bevindt zich tegen het kraanlichaam de motor met overbrengingen en langsas voor de beweging der kraan in de lengterichting van het gebouw: de langsrijbe- weging. lasten sneller geheschen worden dan met de hoofdhijschinrichting. De bediening der kranen geschiedt met behulp der controllers. Deze schakeltoestellen zijn gewoonlijk in een aan de kraan opgehangen kooi geplaatst, zoodat de bedienende man een goed over- zicht over den last he: ft. Voor kranen in lage werk- plaatsen en daar waar dit door den aard van het bedrijf verlangd wordt, kan de bediening ook geschie- den met trekkettingen van den beganen grond. In dit geval zijn de controllers voorzien van een inrichting, waardoor zij bij het loslaten der kettingen in den nul stand terugspringen. Alle kranen worden voorzien van De loopkat draagt m de eerste plaats den hijschmotor met het een inrichting, die bij het te hoog ophijschen van den...”
19

“...een inhoud tot 9 M*. Een opbrengst van 1000 M* per dag kan er mede worden bereikt. Grijpemmers volgens systeem Morris en Cunnings: grijpinhoud van den emmer in KG. 500 1 000 hoeveelheid gebaggerde grond tot 6 Meter hoogte in 10 uren: zand, slik of kies in KG .... 250 000 kleigrond in KG ....... 15 000 prijs Van een grijper met emmer in gld. (1912) 5 700 gewicht van de kraan met grijper in KG 10 000 Bij lichte grondsoorten heeft men hoogstens 2 man noodig voor de bediening van de kraan; voor kleigrond, welke moeilijker te lossen is, zijn 3 of 4 man noodig. b. Enemmermachines of stoomschoppen, in den vorm van een beweegbare groote schop (lepel), werken alleen van beneden naar boven en kunnen slechts tot een beperkte hoogte van afgraving van ongeveer 5 Meter worden gebruikt. De lepelbagger is een stroomkraan, welks hijscharm, afzonderlijk of met het onderstel, draaibaar is om een verticale as. Ongeveer in. het midden van den hijscharm is om een scharnierinrichting beweeglijk bevestigd (al dan...”
20

“...emeen het vermogen der machines % IPK 50 emmers per minuut. Bij het maken van de Waalhaven te Rot- terdam werden in het gunstige seizoen per week door 4 excavatoren gemiddeld niet meer dan 30 000 M1 ontgraven.De grond was klei. De aannemingssom was ongeveer f 0,41 per M. De baggering van het verdere gedeelte werd aangenomen voor f 0,17 per M voor een hoeveelheid van 3 k 4 mfflioen M en waarbij voldoende loswal was te vinden. Bediening. Elke machine vordert een ma- chinist, een stoker en 2 k 3 man voor be- weging van de lieren en den stortbak. Sleuvenbaggers (trenching machines) worden m Amerika veel gebezigd voor het graven van sleuven, voor het leggen van buizen, enz. Zij zijn emmerbaggers, die tot groote diepte (tot 8 M en meer) kunnen graven bij kleine breedte vanaf 2 ft of 0,60 M. Het ver- mogen is tot 450 M sleuf per dag; 5 ft wijde en 6 ft diepe sleuven worden ter lengte van 20 ft per uur gegraven. De ontgraven grond feggen Yif te^o'ud^n" Verbinding met den sIeufhagger kan worden^eberigd...”