1 |
|
“...452
MINERALEN.
Kalk en kalkgesteenten zijn eveneens het produkt van een ontbinding van kristal-
iijne oergesteenten, voornamelijk die, welke groote hoeveelheden calciumsilicaat
bevatten. Bij de verweering wordt deze omgezet in het koolzure zout, hetwelk in
koolzuurhoudend water wordt opgenomen en later weder als normaal calcium-
carbonaat wordt afgezet.
Daar in de moedersteen ook magnesium voorkomt, vindt men in het calcium-
carbonaat niet zelden het magnesiumzout. De oudste kalkformaties, zooals het
marmer, zijn ontstaan door verdichting der onder druk der water- en bergmassas
verkeerende brijachtige kalkafzettingen.
Mergel is de innige vermenging van het uit water afgezette calciumcarbonaat
met Mei- en zandmassas. Kalkmergel noemt men die mergel, welke meer dan
60 % calciumcarbonaat bevat; Meimergel, wanneer het kleigehalte meer dan 40 %
bedraagt en leemmergel, wanneer het gehalte aan leem 2040% en daarbij het
zandgehalte groot is. Treedt dit laatste geheel op den voorgrond, dan noemt...”
|
|
2 |
|
“...kristallijn leigesteente en bestaat uit talk en chloriet en wordt aldaar veel gebezigd.
Men heeft den steen van zacht tot hard. De harde steen is een zeer goede bouwsteen,
de zachte een goede vuurvaste steen. De kleur is groenachtig grijs.
Gipssteen en albast.
Het onderscheid daartusschen is hetzelfde als in wetenschappelijken zin tusschen
dichten kalksteen en marmer. Bjj het albast hebben nl. de gipsdeeltjes een korreligen
kristalvorm zooals suiker met van nature zekeren glans. En door de kristal-
achtige structuur is het lichtdoorlatend vermogen veel grooter dan bij den gewonen
steen, dien men daarom dicht noemt.
Ook uit Thringen, Zwitserland, enz. komt wit albast.
Het meeste albast komt uit Noord-Itali nl. Volterra, en Castellina. Het Castel-
linamarmer komt ook in fraaie kunstmatige kleuringen in den handel...”
|
|