1 |
|
“...93
1,08
1,24
1,39
1,54
1,70
1,85
2,01
2,16
2,31
2,47
2,62
0,60
0,80
0,99
1,19
1,39
1,59
1,79
1,98
2,18
2,38
2,58
2,78
2,97
3,17
3,37
0,75
0,99
1,25
1,49
1,74
1,98
2,24
2,48
2.73
2,97
3,23
3,47
3,72
3,96
4,22
0,88
1,17
1,47
1,75
2,05
2,34
2,63
2,92
3,24
3,50
3,69
3,98
4,27
4,56
4,86
1,06
1,41
1,76
2,12
2,47
2,82
3,17
3,52
3,88
4,23
4,58
4,93
5,28
5,64
5,99
SSKS SS3g?A^S!t,a*K2S
ais < *i
SSSsfegssa-ss
De schijfafstand is niet kleiner dan zoo^lijk KSfit
Schijven.
rhet aantai
schyf N en re^nn hrt drif?.nde Schjf d 1116 va" de Weine gedreven
is de overbrenging theoretisch^ 0mwentelm8en van d groote en kleine schijf, dan
j D n
n ~ N
Tengevolge van het slippen is de overbrenging practisch benaderend
i = R + V. £ ,
r + / s (1 P)
"riiesofd dSlip^eo/0der SChijven 8 de dikte der riemen ot snaren en p het glijdings-
middelpunt van de as ligt, dan treedt een middelpuntvliedende kracht od die de
rfer?nk>lU^dg be!ast' BlJ meerdere riemschijven op eenzelfde as moet elke sclujf afzon
derlyk worden mtg...”
|
|