| 1 |
 |
“...METALEN.
559
Naast het wolfram bezit het staal altijd een hoog koolstofgehalte, meestal-12 %.
Voor stootend werk is een wolframstalen beitel niet geschikt, wel voor draaiwerk
met doorloopende snede.
Nikkelstaal. Het nikkel in staal geeft groote taaiheid, zonder dat de hardheid
veel vermeerderd wordt, zooals bij mangaanstaal. De homogeniteit van het staal
gaat er bij vooruit en is tevens oorzaak van den grooten rek. De drukweerstand
neemt met stijgend nikkelgehalte toe tot zeker gehalte, waarop hij plotseling af-
neemt. Het nikkelstaal laat zich gemakkelijk bewerken, smeden en wellen (tot 1 %
nikkel); 25 % nikkelstaal roest niet'en is niet magnetisch. De prijs is evenwel boog
en maakt, dat het minder gebruikt wordt (vr den oorlog ongeveer f 120 per ton
voor 4 % nikkelstaal en f 420 per ton voor 25 % staal).
Dit staal wordt gebruikt voor schroefassen en zou, als de kosten niet zoo hoog
waren, een voorbeeldig materiaal zijn voor ketelplaten en buizen van waterpijp-
ketels wegens het roestvrij...”
|
|
| 2 |
 |
“...ving:
Het materiaal, behoorende tot elk der groepen en soorten van ijzer, vermeld in
de hierachter volgende tabel (bldz. 566) zal bij beproeving moeten voldoen aan
de daarbij voorgeschreven eischen.
Uiterlijke eigenschappen en verdere hoedanigheden van de materialen.
Gegoten ijzer.
Het gegoten ijzer moet fijn-korrelig zijn en op de breuk een grijze kleur hebben.
De gietstukken moeten vast en dicht zijn en moeten aan de hoeken en kanten
volgegoten zijn.
Het gegoten ijzer moet zich met vijl en beitel laten bewerken.
Gegoten ijzeren voorwerpen mogen geen gebreken vertoonen, welke na de af-
werking nog van schadelijken invloed zijn.
Smeedbaar gietijzer.
Voorwerpen van smeedbaar gietijzer moeten eenige smeedbaarheid en een zekere
mate van taaiheid hebben verkregen, zoodanig, dat uitstekende gedeelten dezer
voorwerpen in kouden toestand met den hamer kunnen worden gebogen. zonder
af te breken. *
Gewalst ijzer.
1. Het gewalste ijzer in den vorm van staven, platen, of strippen moet zuiver
en...”
|
|
| 3 |
 |
“...Indien het bestek of de overeenkomst bepaalt, dat de gesmede voorwerpen,
voordat tot de afwerking wordt overgegaan, moeten worden uitgegloeid met daarop
volgende geleidelijke afkoeling, dan moet zulks aan de materiaal-beproeving voor-
afgaan.
In vormen gegoten staal.
1. Het in vormen gegoten taal moet gelijkslachtig en vrij van blazen zijn.
Voorwerpen van gegoten staal mogen geen gebreken vertoonen, welke na de
afwerking nog van schadelijken invloed zijn.
2. Het gegoten staal moet zich met vijl en beitel laten bewerken.
3. Alle gegoten stalen voorwerpen moeten, vrdat tot de afwerking wordt
overgegaan, worden uitgegloeid met daarop volgende geleidelijke afkoeling; dit
uitgloeien moet aan de materiaal-beproeving voorafgaan.
4. De gegoten stalen stukken moeten, waar zij niet bewerkt zijn, schoonge-
maakt en van vormzand geheel bevrijd zijn. Zij mogen niet met sterke zuren worden
behandeld.
Verzinkt ijzer.
Het verzinkte ijzer moet zijn zonder bladders, oneffenheden of scheuren.
De laag zink mag nergens...”
|
|
