1 |
 |
“...op de
zon samen. Vertoonen zich op de laatste vele vlekken dan zijn
zij op aarde grooter, in tegenovergesteld geval kleiner. Waarin dit
verbahd bestaat weet men nog niet genoegzaam, maar dat het in
algemeene trekken zoo is weet men zeker. Neemt men nu in
aanmerking dat alle, ook de slechts even aangeduide, bewegingen
der magneetnaald in verband staan met zon en maan evenals de
warmte en wat daarweder van afhangt, zoo stellen wij daardoor
nog meer belang in de kennis der weersgesteldheid en der klima-
tologie, terwijl het onzen blik van de aarde aftrekt, althans noopt
naar de verre lichamen van ons planetenstelsel te slaan en zij
onze aarde niet alleen op haar zelve als een organisch geheel
doet beschouwen maar ook de uitkomst der astronomie beves-
tigt, dat niet alleen de aard der stof waaruit het heelal bestaat, ge-
lijk ons de spectraalanalyse leerde, maar ook de krachten, waar-
door zijne bewegingen geregeld worden in eene eenheid ge-
grond zijn.
En nu de meer voor de praktijk gewichtige...”
|
|