1 |
|
“...krachtig werd weggevoerd, al houdt men
er rekening mede, dat een groot gedeelte op soortgelijke wijze als zij
van de zon tot ons komt, door straling, ook weder naar de hemel-
ruimte onmiddellijk door straling wordt afgegeven.
Nu is een eerste reden, waarom in onze bezittingen de warmte
toch niet zoo lang klimt, deze, dat zij allen na aan, of geheel tus-
schen, groote watervlakten gelegen zijn, die niet zooveel warmte
opnemen en die een groot gedeelte dier warmte onmerkbaar maken
door dat water in damp te veranderen, waardoor wel groote
vochtigheid in de lucht verspreid wordt, maar toch de temperatuur
lager wordt gehouden....”
|
|
2 |
|
“...niet veel, toch verandert de
sterkte; overdag klimt zij tot het dubbele en steeds komt in den
morgen koele lucht de warmere vervangen. Eeeds op eenigen
afstand van de kust doet zij zich vroeg gevoelen; allengs nadert
zij die, dan breidt zij zich omstreeks 9 en 10 uren over het
land uit
Ware dit niet het geval, dan zou het onderscheid tusschen de
temperatuur van middag en morgen of avond nog grooter zijn,
veel grooter dan in onze breedten.
Er is nog een andere reden. Met de lucht stijgt ook water-
damp, zeer veel waterdamp naar boven. Om gevormd te worden
heeft die, wij zeiden het reeds, een groote hoeveelheid warmte
aan de oppervlakte, waar hij ontstond, ontrokken. Wij herinneren
er slechts aan dat 1 kilogram waterdamp, zooals wij dien uit
onze theeketels zien opgaan, meer dan 100 kilogrammen water
5 graad zullen kunnen verwarmen, dat dus omgekeerd, aan een
honderd maal grootere hoeveelheid water 5, aan lucht 20 graden
bij die verdamping wordt onttrokken.
Maar er is meer; bij het opstijgen...”
|
|
3 |
|
“...voeden, geen menschen het verblijf
zouden kunnen mogelijk maken, ook indien er dan warmte genoeg
aldaar kon aanwezig zijn.
Niets vergaat in de natuur. Aan het oog moge de eene of an-
dere werking een tijd lang ontsnappen; men vindt haar bij nader
onderzoek tot het volle bedrag in andere werkingen terug, of ook
na herhaalde gedaanteverwisseling weder in denzelfden vorm.
De warmte die teveel zou zijn in de tropen wordt niet vernietigd
maar zij zet de lucht uit, zij vormt waterdamp en deze lucht en
damp weder tot dichtere lucht en water verdicht brengt weder
dezelfde hoeveelheid warmte te voorschijn die wij verloren waanden,
maar die nu op andere plaatsen, waar zij gewenscht werd, hare
weldadige werking teweeg brengt.
Paramaribo en Borneo, Sumatra en Java, Amboina en de kust
van Guinea zouden zonder deze werking geheel verschroeien,
maar van alle plaatsen gaat de overvloedige warmte weg naar
het onherbergsame Siberië en de noordelijke gedeelten van Noord-
Amerika. De natuur is een organisch geheel...”
|
|
4 |
|
“...zonnestelsel bestaat. Ook is er een ander meer
praktisch verschijnsel, waarmede zij in verband moeten gebracht
worden: het kompas.
Wees zoo goed daarnaar te hooren uit achting voor het door
den magneet bewogen kompas, waarnaar de zeeman zijn koers
richt als zon en sterren zich voor zijn oog bedekken en zonder
hetwelk evenzeer als in de eerste eeuwen der beschaving de
scheepvaart tot kustvaart zou bepaald zijn, en de handel zich niet
zou hebben kunnen uitbreiden om nu ook, gelijk lucht en water
damp de warmte gelijkmatiger verspreiden, alle menschen min of
meer te doen deelen in de goederen der aarde waar zij ook mogen
gevonden worden.
De magneet dan is een stalen lichaam in zulk een langwerpigen
gepunten vorm dat het duidelijk zijne richting aanwijst en dat door
strijken met een zeker ijzererts, den magneetijzersteen, of ook op
andere wijze, door wijlen den Raadsheer Elias, wiens betrekkingen
nog onder ons wonen, met de eigenschap bedeeld is dat het,
hetzij aan een draad opgehangen of op...”
|
|
5 |
|
“...833 33.7 107.5 48.6
April 21.50 23.60 23.24 894 766 843 36.5 114.5 47.8
Mei 21.05 23.81 22.79 897 766 843 27.4 94.1 82.3
Juni 21.99 22 56 22.13 907 804 854 34.4 91.8 188.3
Juli 19.65 20.69 20,46 906 810 882 23.9 74.2 170.8
Augustus 19.02 20.65 19.83 927 834 896 14.5 65.4 42.9
Septemb. 19.57 20.78 19.82 931 849 899 13.7 65.7 26.5
October 20.45 21.79 21.44 908 793 848 18.0 97.2 23.0
Novemb. 20.62 22.32 22.22 890 755 813 20.7 108.0 60.4
December 20.79 22.83 22.19 894 771 829 30.7 95.2 54.4
De damp drukking daalde ten tijde van de Harmattan soms tot op
11.41%....”
|
|