Your search within this document for 'verbant' resulted in one matching pages.
1

“...wat ik kan te doen voor uw belangen. ERNESTUS. 6 Hemel! welk een gaê mogt ik van u ontfangen! Mijn waardde!... Ja, gijzelf zult deelen in den roem. KAREL. Is ’t mooglijk dat ik u den moed der braaven noem’, Die zich, daartoe genoopt,zelfs binnen weinig donden, Bij hand, en mondden eede,aan ons op 't derkst verbonden, Om, vóór de dagefcrad thans de oosterkim me groet, Ons leed te wreeken op den Bsitfchen beulcndoet. ’tOntwerp,doorofisgefmeed,moog’hoogstgevaarlijkwezen; De moed, die elk bezielt, verbant al 't laffe vreezen. Wij deunen op de hulp van d*Opperbemelheer, Op onze goede zaak, op ’t waar gevoel van eer’! . i Gc. Slf -T.-SK...”