1 |
|
“...de heer C.; de Joden
zullen het overwicht niet verkrijgen, en ten bewijze
haalt hij als voorbeeld de Kamer van Koophandel en
Nijverheid aan. Vreemd mag het zeker heeten, dat de
heer C., die onze vergelijkingen ongelukkig noemt, het
niet steekhoudende van de zijne niet ingezien heeft.
Het aantal kiezers voor de K. v. K. is, zooals de
heer C. zeer juist opgeeft, 126, waarvan juist de helft
Israƫlieten zijn, dus, zegt de heer C., daar reeds geen
overwicht. Kinderlijke onschuld! Zou de heer C. er wer-
kelijk niet aan gedacht hebben, dat de andere helft uit
Protestanten en Katholieken bestaat, 41 der eersten,...”
|
|