1 |
|
“...42
Vorst; goed niet alleen om Zijn medelijden met het lot
der slaven, doch ook om Zijn wijze voorzorg voor het
lot der blanken. Volkomen beamen wij de woorden
namens den gouverneur te dier gelegenheid door den
procureur-generaal openbaar gemaakt en wij zouden er
zelfs gaarne aan toegevoegd hebben gezien, dat de vrijen
en hunne afstammelingen, die door de emancipatie bena-
deeld werden, ter gelegenheid van het jubileum getui-
genis aflegden, dat hun gevoel van menschelijkheid geze-
gevierd heeft over hun materieel belang. Doch om het
op grond van deze feestviering te willen doen voorkó-
men alsof er geheele gelijkheid tusschen alle inwoners
bestaat, gaat niet aan.
Een der gronden, waarop de heer C. de billijkheid
van het toekennen van kiesrecht aan Curasao wil
baseeren is, dat den overigen eilanden der kolonie dat
recht reeds toegekend werd. Het is den Curagaonaars
nog steeds een doorn in het oog, dat de bewoners der
„eilanden” hunne landraden mogen kiezen en dat
Curagao ter uitoefening...”
|
|