1 |
 |
“...of onjuiste schildering van personen
en toestanden kan verdenken. De tweede, professor
James Anthony Froude,, de om jzijn feitenkennis en zijn
helderen blik in de ontwikkelingsgeschiedenis der vol-
ken wel bekende Engelsche historicus, zegt in zijn werk
„The Englisch in the West-Indies *),*’ van het Ethio-
pisch ras:
„Na de schedelleerkundige en andere tegenwerpingen
„gehoord te hebben omtrent de veronderstelde identiteit
„tusschen het zwarte en het blanke ras, ben ik lang
„geleden, reeds in Afrika, tot de conclusie gekomen —
„en ik heb sinds geen reden gehad om van opinie te
„veranderen — dat, hetzij zij van een en hetzelfde ras
„afstammen of niet, er toch geen grooter oorspronkelijk
„noch geslachtelijk verschil in aanleg (capacities) tusschen
„hen is, dan tusschen een zwart en een wit paard of
„tusschen een zwarten en een witten hond.” (pg. 110).
Mannen die zóó schrijven kan men moeielijk voor-
oordeel tegen de zwarten toeschrijven;. mannen als
Trollope en Froude, beiden liberale unionisten...”
|
|
2 |
 |
“... gaarne' toe, dat de
CuraAfrika
thans, en de 800 jaren, sinds de zwarten in aanraking
kwamen met een beschaafde omgeving. Ons beschuldigt
de heer C. van escamoteeren, doch wat doet hij zelf
met die eeuwen en eeuwen?
Een ander voornaam punt in de brochure van den
heer C. — of bever wat hij een voornaam punt acht —
zijn de feiten, die hij aanhaalt om te bewijzen, dat ons
oordeel onjuist is, als wij zeggen, dat het niet aangaat
het bestuur der kolonie in handen der Israëlieten te
stellen, en dat onze bewering onwaar is, dat de...”
|
|
3 |
 |
“...m besta, waarvan gezegd zal
kunnen worden, wat Fkoude (wiens woorden wij hier
eenigszins gewijzigd teruggeven, pg. 144) zoo ernstig
wenscht voor het heil der Engelsche Antillen:
De W. I. eilanden worden door Nederland bestuurd
als Oost-Indië, met dezelfde nauwgezette zorg, hetzelfde
begrip van verantwoordelijkheid, dezelfde onpartijdigheid,
dezelfde belangelooze zorg voor het welzijn zijner onder-
danen, in zijn hoogste en eervolste beteekenis. En hier-
door hebben de Hollanders, die in Zuid-Afrika een
woeste streek bevolkten met een onafhankelijken staat
van hun eigen ras, een bewijs temeer gegeven, dat zij
een niet minder heilzamen invloed kunnen uitoefenen
als leiders en heerschers van hen, die hunne hulp
behoeven en die door het lot of de omstandigheden aan
hunne zorg zijn toevertrouwd.
Curasao, 22 Maart 1895. J. H. J. Hamelberg....”
|
|