1 |
 |
“...het vervolg voor de hoogere ambtenaren een
keuze te doen tusschen diegenen, die een opleiding in Europa
genoten hebben. Daarbij zou wellicht groot voordeel verkregen
kunnen worden van de ervaring, die de ambtenaren in onze
Oost-lndische koloniën hebben opgedaan; zeker zullen deze in
West-Indië voor andere toestanden komen te staan, maar zjj
hebben in Oost-Indië leeren besturen en zullen dus bijv. als
gezaghebber op een van de eilanden van groot nut kunnen zijn.
Het schijnt mij toe, een groote fout te zijn in de inrichting van
het bestuur onzer West-Indische koloniën, dat de ambtenaren
daar in het algemeen hun geheele loopbaan doormaken. Zij blijven
daardoor steeds in een klein kringetje, doen weinig nieuwe er-
varingen meer op en de bekwaamsten zullen liever in Nederland
bijjven of naar Oost-Indië gaan, waar zij grooter kansen hebben
vooruit te komen. Bij detacheering van ambtenaren, hetzij uit
Nederland of uit lndië, zou dit bezwaar voor een groot deel
opgeheven zijn. Men is hiertoe reeds...”
|
|