1 |
 |
“...16
worden niet geconfijt, daar dit volgens den eigenaar niet zou
kunnen (een van de vele waarschijnlijk onjuiste "beweringen,
die iemand op Curasao te hooren krijgt). In het hofje staan
± 1000 kokospalmen, waarvan de vruchten in de stad verkocht
worden, waar men ze eet, of er olie of allerlei lekkernijen uit
bereidt. Al de vele toepassingen, die op Java van de kokos-
palmen gemaakt worden, zijn hier onbekend, de bladen en de
vezels der vruchten worden hier b.v. weggeworpen, of de laatste
gebezigd voor het verharden van wegen, waarvoor het zeker
wel niet het meest geschikte materiaal is.
Hofjes met mooie oude vruchtboomen vindt men ook op
Zuurzak, Hato, Zuikertuintje, Klein Kwartier, Klein Sint
Joris en Santa Barbara. Over elk van deze ondernemingen zal
ik hier nog enkele zaken vermelden.
Op Zuurzak vindt men prachtige oude hoornen, vooral manja’s,
sapodilles en kasjoe, verder mooie mahonieboomen, vrjj goede
kokospalmen en enkele goed groeiende vjjgen. Er wordt nog
steeds bijgeplant.
Hato...”
|
|
2 |
 |
“...andere Bovenwindscbe
eilanden in geheel andere omstandigheden dan Cura9ao, Aruba
en Bonaire. Kon op deze laatstgenoemde eilanden gesproken
worden van gebrek aan regen, op St. Eustatius is dit niet meer
het geval. Zooals uit het hier bijgevoegde staatje van den
regenval blijkt (zie bijlage n°. 4) bedraagt de gemiddelde jaar-
lijksche hoeveelheid regen in de laatste 21 jaar 1000—1200 mM..
dat wil zeggen er valt bijna tweemaal zooveel regen als op
Curasao en evenveel als in sommige deelen van Oost-Java, bijv.
Probolinggo. Deze waarnemingen werden gedaan te Oranjestad,
maar bet is zeer waarschijnlijk, dat in de bergachtige deelen
van het eiland meer regen vait, ten minste de flora wijst hier
wel op. 1000—1200 mM. regen is voor de tropen nog niet veel,
maar toch wordt de cultuur van de meeste tropische gewassen
er mogelijk door gemaakt, vooral ook, wanneer men bedenkt,
dat er wel een zoogenaamde droge en vochtige tijd met elkaar
afwisselen, maar dat toch blijkens de waarnemingen er geen
opvallend...”
|
|
3 |
 |
“...verder het Departement van Landbouw
der Vereenigde Staten te Washington. Omtrent hetgeen ik daar
zag, heb ik uitvoerig rapport uitgebracht aan den Gouverneur
van Suriname onder § 4; ik meen dus hier daarheen te mogen
verwijzen. Reeds vroeger had ik ervaring verkregen omtrent
hetgeen in Indië geschied was ter verkrijging van wetenschap-
pelijke voorlichting van den landbouw; daar leerde ik in het
bijzonder kennen, de werking van ’s Lands Plantentuin te Buiten-
zorg, van de landbouwproefstations op Java en bezocht ik de
botanische tuinen te Singapore en te_ Saigon.
Daaraan aansluitende heb ik nu reeds in mijn rapport over
Suriname een algemeen plan uiteengezet voor het verkrijgen
van wetenschappelijke voorlichting van den landbouw in West-
Indië. Ik zal dit hier meer in het bijzonder behandelen voor
zoover betreft Cura9aosche toestanden.
Uit alles , wat in dit rapport besproken werd, valt af te leiden,,
dat een deskundige op de Üura9aosche eilanden in hoofdzaak de
volgende taak zou hebben:
1...”
|
|